Ventilatie:

van koe

tot stalontwerp

De studiedag past in het kader van het project PAS GeRUND, gesteund door het agentschap innoveren en ondernemen en uitgevoerd door Inagro, ILVO, Hooibeekhoeve en Innovatiesteunpunt.

Emissie is ventilatie

In PAS GeRUND wordt onder meer gefocust op de praktische implementatie van verschillende ammoniak reducerende technieken. Wie aan ammoniakemissies denkt, komt automatisch ook bij ventilatie terecht. Ventilatie heeft niet alleen een invloed op de ammoniakemissie, maar ook op de gezondheid en prestaties van het vee.

Langer is rendabeler

Op de studiedag lichtte Nico Vreeburg toe dat hij vanuit het standpunt van de koe kijkt naar de vereisten aan de stal. Als eerste toont hij de levensduur en de rendabiliteit van de koe. De belangrijke conclusie volgde dat pas vanaf de vierde lactatie de piek in productie wordt bereikt. Het gemiddeld aantal lactaties ligt echter op veel bedrijven tussen de 2 en de 3. Een zo optimaal mogelijke stalomgeving kan bijdragen aan een verlenging van de levensduur en productiviteit van de veestapel en bijgevolg ook de rendabiliteit van het bedrijf.

De ‘KoeSignalen Diamant’ bundelt zes basisvereisten voor de koe. Deze zes vrijheden zijn voer, water, licht, rust, ruimte en lucht. Tijdens de studiedag werd gefocust op het laatste punt: lucht.

Gebruik gordijnen

Het uitgangspunt bij melkveestallen is volgens Vreeburg dat een stal gebouwd moet worden om het stalklimaat zo lang mogelijk optimaal te houden zonder het gebruik van extra energie. Een belangrijk instrument hierbij zijn ‘flexibele’ wanden, oftewel regelbare stalgordijnen. Hiermee kan het klimaat in de stal eenvoudig gestuurd worden, afhankelijk van de weersituatie. Als we het klimaat in België bekijken, dan zijn er zelden problemen in koude periodes. Het is vooral tijdens de warme periodes (vanaf +22°C) dat de verliezen oplopen tot 4 à 5 liter melk per koe per dag. Meestal kan de koe in een stal tot 27°C door middel van natuurlijke ventilatie en ventilatoren voldoende gekoeld worden. Om bij hogere temperaturen het klimaat te optimaliseren kunnen twee strategieën worden toegepast: conditionering van de koe of conditionering van de stal.

Ademen kost energie

Conditionering van de koe kan met hulp van wind en/of water. Hoogproductieve koeien produceren 27 liter vocht per dag via de ademhaling en andere lichaamsprocessen. Al dit vocht moet de stal kunnen verlaten. Bovendien verliest de koe 95% van haar warmte via de ademhaling en slechts 5% via de huid in normale omstandigheden. Bij hitte zal als eerste de ademhalingsfrequentie toenemen. Dit kost echter veel energie waardoor de voeropname, herkauwactiviteit en productie dalen. Bij het gebruik van ventilatoren of waterverneveling neemt het aandeel vochtverlies via de huid toe.

Wind en water

Conditionering van het stalklimaat kan via de regeling van stalgordijnen en het gebruik van ventilatoren, ook andere mechanische systemen zoals watergordijnen, luchtwassers, overdruksystemen of mistkoelingssystemen bestaan, maar of deze ook hier frequent zullen worden toegepast hangt af van het klimaat en het productieniveau, alsook van emissienormen en toekomstige wetten.

Ventileer boven ligboxen

Bij conditionering wordt in de eerste plaats aan ventilatoren gedacht. Er zijn twee grote categorieën ventilatoren: HVLS (high volume, low speed) ventilatoren en axiale ventilatoren. Een aandachtspunt bij het gebruik van HVLS ventilatoren is het risico op putventilatie, voordelen zijn de energiezuinigheid en de geringe geluidsproductie. Axiale ventilatoren hebben als nadeel dat er meer ventilatoren nodig zijn, maar ze zijn beter geschikt voor melkveestallen met roostervloer. Vreeburg stelde dat het plaatsen van ventilatoren enkel boven de voergang onvoldoende is. Idealiter ligt een koe 14 uren per dag, per uur dat ze minder kan liggen neemt de productie met af. Om die reden is het noodzakelijk een voldoende ventilatie boven de ligboxen te voorzien.

Bij 80-90% van de stallen is natuurlijke dwarsventilatie aangewezen. Dit werkt het best bij smalle stallen (stallen minder dan 35-40m breed). Bij bredere stallen zijn andere dakconstructies (bv.: zaagtanddak) meer aangewezen. Bij het bouwen van een stal zijn er een aantal aandachtspunten in verband met ventilatie. Een van die punten is de dakhelling. Hoe steiler de helling, hoe meer er via de nok kan geventileerd worden. Een simpele nok is in de meeste gevallen de aangewezen nok aldus Vreeburg. De aangewezen breedte van de nokopening wordt bepaald door de breedte van de stal. Als vuistregel kan gesteld worden dat de breedte van de open nok gelijk moet zijn aan de breedte van de stal, maar dan in cm. Bijvoorbeeld een stal van 35 meter breed heeft een nokopening van 35 cm. Tenslotte werden nog enkele interessante tips gegeven. De hoogte van het gebouw bepaalt de noodzakelijke afstand tot andere gebouwen. De aangewezen afstand is 1,5 maal de nokhoogte. Als laatste weetje werd ook op de kleur van het dak gewezen. Hoe bleker het dak, hoe meer licht er zal gereflecteerd worden en er dus minder opwarming zal zijn van de stal. Vergunningsmatig wordt echter niet altijd toegestaan.

Tijdens de boeiende discussienamiddag hebben de ingeschreven melkveehouders hun vragen voorgelegd en onder begeleiding van Nico Vreeburg, in groep besproken.

Tine Degroote en

Evi Canniere (Inagro),

Nico Vreeburg (Vetvice).

Meest recent

Meest recent