De biologische landbouw is op dit moment uitgegroeid tot een volwaardige economische activiteit. In vergelijking met onze buurlanden, is biolandbouw in Vlaanderen nog beperkt. Maar alle actoren in de markt zijn het erover eens dat bio meer is dan het luchtkasteel van enkele geiten-wollen-sokkers.
Dat succes brengt uiteraard ook nieuwe uitdagingen met zich mee. De meeste pioniers in de biolandbouw werkten op basis van alternatieve afzetstructuren en konden op die manier een redelijke prijs voor hun producten realiseren. Ondertussen zijn er ook al heel wat bioboeren die mikken op de langere keten. En zolang de vraag groter blijft dan het aanbod, loopt dat redelijk goed, maar we moeten ons ervan bewust zijn dat dit snel kan veranderen. Met de komst van enkele, grotere boeren die omschakelen, kan er een (tijdelijke) verzadiging van de markt ontstaan. En dan gaan de poppen aan het dansen.
Want de marktmechanismen die in de gangbare landbouw lage prijzen tot gevolg hebben, zijn identiek voor de biolandbouw. Er is in het huidige economische model geen enkele garantie dat het biolabel ook voor een redelijke prijs zorgt. En eenmaal er een negatieve prijzenspiraal wordt ingezet, heeft dat ongetwijfeld ook gevolgen voor wie al jarenlang een stabiele afzetstructuur heeft via de korte keten.
We zijn ervan overtuigd dat het 5 voor 12 is om in actie te schieten. Want de overheid zorgt hier en daar wel voor wat stimuli voor de biosector, maar om ook het economisch model bij te sturen, zijn er helemaal geen initiatieven. En dus zal het, net zoals bio in de jaren ’80 een privaat initiatief was, ook deze keer van de burgers moeten komen.
Om dit op te lossen, zijn er natuurlijk geen wondermiddelen. Maar we geloven wel dat de uitbouw van een fair trade mechanisme voor boeren in het noorden, de enige echte garantie is op een leefbaar loon.
Wervel deed een poging om een fair trade prijs te berekenen voor de teelt van bio aardappelen. Hoewel dit nog een relatief eenvoudig product is, was het niet evident om hiervoor een sluitende aanpak uit te werken. Elke berekening houdt ook keuzes is: welk loon willen we voor de boer, wat is de waarde van grond, enz. Het is dus niet zozeer een probleem om dit technisch uit te werken, wel om fair trade principes af te stemmen op de diversiteit aan bedrijven die actief zijn in de sector.
Bij de vraag naar het uitwerken van een operationeel kader voor fair trade mechanismen in België, kwamen we al gauw terecht bij het bestaande biogarantie label. Niemand heeft immers baat bij een wildgroei aan labels. En dus… leggen we de vraag op tafel.
Kan en wil biogarantie zijn focus uitbreiden? Is biogarantie bereid om echt het verschil te maken op de waaier van labels? Want de combinatie van ecologische en economische garanties in één label zou ongetwijfeld een sterke meerwaarde betekenen in het voedsellandschap. En we zijn ervan overtuigd dat dit ook voor biogarantie een nieuwe en welgekomen impuls kan zijn.
Doen jullie mee?
Deze reactie is een bijdrage aan het debat rond de prijsvorming van biomelk, zie Landbouwleven van 16 februari ‘Melkrpijs Biomilk.be opnieuw conform.’ Ook reageren op een artikel uit deze krant? Stuur uw bijdrage bij voorkeur via mail naar redactie@landbouwleven.be.