Een van de kleinste slachthuizen

Bij Matanza wordt twee dagen per week zo’n 30 kalveren en 50 runderen geslacht. “In onze groep zijn we uniek in België. Kleiner bestaat niet meer”, vertelt Steven. “De grotere slachthuizen zijn ineens de mastodonten. Toch is er bij ons sprake van een verticale integratie: we kopen aan, slachten, snijden uit en verwerken zelf. We hebben ook een afdeling die aan de horeca levert. Dat is ook bij de grote slachthuizen zo. De middelgrote bedrijven hebben dat weer niet. Wij wel, en daarin zijn we dus uniek.”

Het slachthuis was initieel gevuld met eigen groothandel en dat is groter en groter geworden. Het was hun eigen keuze om het slachthuis te houden, hoewel het lang afgeraden werd omdat het veel kost, er meer controles zijn van de dienst dierenwelzijn,... “Er zijn ook aparte controles door FAVV want de slachthuizen horen de bij primaire sector, en uitsnijderijen bij transformatie. Wij zitten met twee verschillende controles omdat we een slachterij zijn met uitsnijderij. Wat ergens dom is want die controles handelen over hetzelfde.”

Steven is echter blij met zijn keuze het slachthuis te behouden: “De laatste jaren sluiten meer en meer slachthuizen, dus we vrezen een problematiek rond slachthuizen in België.” Ze willen dan ook nog in het slachthuis investeren. Dit jaar willen ze een investeringsronde doen in de uitsnijderij en bij de verpakking. Volgend jaar passen ze het slachthuis en de stallen aan de nieuwe wetgeving aan. “Voor dierenwelzijn komt er immers veel bij kijken. ”