
Vier gebiedstypes
Belangrijkste nieuwigheid? In het zesde mestactieplan wordt Vlaanderen ingedeeld in vier gebiedstypes, op basis van de gemiddelde nitraatconcentratie en zowel voor grond- als oppervlaktewater. Voor gebiedstype 0 zijn de doelstellingen eigenlijk al bereikt en moet niets extra worden ondernomen. Voor gebiedstype 1 zijn kleine inspanningen nodig. Het gaat dan bijvoorbeeld om meer vanggewassen, die de nog aanwezige nutriënten in de bodem kunnen opnemen nadat een andere teelt al is geoogst, om te vermijden dat de stoffen kunnen uitspoelen naar het grond- en oppervlaktewater.
In de gebiedstypes 2 en 3 is meer werk aan de winkel om de bemesting stapsgewijs terug te dringen. In gebiedstype 2 moet er tegen 2022 10% minder bemest worden, in gebiedstype 3 is dat zelfs 20%. De landbouwers moeten zich dan ook houden aan opgelegde percentages voor het inzaaien van vanggewassen.
Sanctioneren
Verder zet het mestactieplan in op een betere detectie van misbruiken, om overtreders op te sporen, maatregelen op te leggen en te sanctioneren waar nodig. Het gaat dan onder meer om landbouwers die hun mest niet correct samenstellen, of fouten maken in onder meer de verwerking van de mest. Tot slot zet het zesde mestactieplan nog meer in op sensibilisering, om wetenschappelijke kennis en innovatieve bemestingstechnieken beter tot bij de landbouwer te krijgen.
Het plan zou normaal gezien nog voor het einde van de legislatuur goedgekeurd moeten worden in het parlement. “Voor de waterkwaliteit in Vlaanderen is het cruciaal dat MAP6 (mestactieplan 6, red.) zo snel mogelijk in werking treedt”, benadrukte Schauvliege. Maar niet iedereen binnen de meerderheid is even overtuigd van de doeltreffendheid van het nieuwe plan.
Veel kritiek
N-VA en Open Vld zijn respectievelijk “niet overtuigd” en “teleurgesteld”, Bruno Tobback van Sp.a legde de fout deels bij de landbouw- en mestverwerkingsbedrijven, waarvan er veel de regels niet zouden volgen. “Geen enkele andere sector in eender welk ander beschaafd land komt daarmee weg”, zei hij. Groen zag goede elementen in de plannen, maar vindt een strenger beleid nodig om tot resultaten te komen.
Schauvliege benadrukte dat het zesde mestactieplan de regels zeker niet versoepelt. “49% van het landbouwareaal krijgt strengere maatregelen opgelegd in dit ontwerpplan.” Maar volgens de minister moet er een evenwicht zijn tussen het halen van de ecologische doelstellingen, en het opleggen van maatregelen die economisch nog haalbaar zijn.