De landbouwcommissie ging akkoord met een programma met duidelijke regels en een financieel kader dat dezelfde middelen als het huidige GLB moet hebben. Het rapport van de commissie roept op tot meer flexibiliteit voor de lidstaten, hogere cofinanciering en het vermogen meer maatregelen te nemen inzake landbouw en milieu. Bovendien weerspiegelt het de toegenomen vraag naar marktmaatregelen om de door Covid-19 verstoorde situatie aan te pakken, en stelt het eenvoudiger nationale fiscale maatregelen voor waarmee de lidstaten tijdens de overgangsperiode efficiëntere staatssteunmaatregelen kunnen uitvoeren.
Besparingen dreigen
Vanuit de Europese Commissie wordt wel gestuurd op een besparing, ook omdat men meer wil uitgeven aan onder meer klimaat en migratie. In 2018 stelde de Europese Commissie voor om de plattelandsgelden, de zogeheten tweede pijler, met 28% te verminderen. In de plannen werd het budget voor de eerste pijler, waar de directe betalingen onder vallen, met 11% teruggeschroefd. Later kondigde de Europese president en landgenoot Charles Michel nog eens een miljardenbesparing aan.
Maar eurocommissaris voor Landbouw Janusz Wojciechowski is tegen besparingen. Belangrijke nuance: de lidstaten bepalen onder voorzitterschap van Michel de richting waarop het beleid beweegt. De Commissie is de uitvoerende arm van de Europese instituties, en maakt voorstellen. Die moeten vervolgens door de lidstaten en het Europees Parlement goedgekeurd worden.
De belangenorganisatie voor boeren en coöperaties, Copa-Cogeca, ziet in de Covid-19-crisis bewijs dat de sector van strategisch belang is, en dus een stevig budget verdient. Zeker aangezien de Europese Commissie meer (dure) vergroeningseisen aan landbouwsubsidies wil koppelen. Copa en Cogeca vragen de Europese Commissie fondsen van buiten de GLB ook aan te wenden voor de landbouw. De sector zou een centrale rol moeten spelen in het Europese herstelplan, vindt men.





