rechtszekerheid”
frustraties en op de mix van factoren achter de boerenprotesten in Nederland en Vlaanderen. Naar aanleiding van de uitgave van het boek organiseerden de KU Leuven en de Nederlandse nieuwswebsite Foodlog een symposium in Leuven.
Langetermijnvisie is gewenst
Op het symposium was de centrale vraag: Houdt de jonge boer het vol? Diverse experts die mee-schreven aan het boek namen tijdens het symposium het woord. Zo zei Yves Segers, hoogleraar rurale geschiedenis aan de KU Leuven en directeur van het Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG), dat het goed is om naar het verleden te kijken om het heden te kunnen begrijpen. “In tegenstelling tot in Nederland verschijnen er in Vlaanderen niet zoveel boeken over landbouw. Interessant aan het boek is dat we de uitdagingen en kansen voor landbouwers vanuit het hele ketenperspectief bekijken.” Segers riep de overheid op om samen met de sector een langetermijnvisie voor de landbouw op tafel te leggen.
Volgens Dick Veerman, oprichter en hoofdredacteur van Foodlog, een Nederlandse nieuwswebsite over landbouw en voeding, gaat het boek niet alleen over boeren, maar ook over de samenleving als geheel, die top-down gestuurd minder maakbaar is dan progressieve overheden denken. “Over boeren zegt het boek dat het mensen zijn die zich slecht verenigen. Het zijn allemaal ondernemers, maar de samenleving vindt dat ze als collectief de milieu- en klimaatproblemen moeten oplossen, omdat ze de helft van het land bezitten. Dat kunnen ze niet, want ze doen allemaal hun eigen ding. Na het protest van de boeren in Den Haag in 2019 vormden ze een landbouwcollectief, maar zodra dat moest vertellen wat boeren écht willen, lukte dat niet.”
Jonge boeren met investeringszorgen
Drie jonge boeren getuigden over de problemen die ze ervaren in de sector en op hun eigen bedrijf. Justine Arkens, voorzitter van Groene Kring en ook actief op het varkens- en akkerbouwbedrijf van haar ouders in Borgloon, noemde investeringen de grootste uitdaging voor jonge boeren. “Moeten we meer investeren om nauwer samen te werken met de keten, om direct te kunnen leveren aan de retailsector? Kunnen we zo meer zekerheid verwerven?” vroeg ze zich af. “De overheid moet ons een kader bieden dat op maat van de landbouwer kan worden afgestemd. Dankzij het boek weet ik: als boer blijven ondernemen is de oplossing, maar welke richting we uit moeten, is nog onduidelijk.”
Steven van Hyfte – op Instagram bekend als ‘boer Steven’ en winnaar van de wedstrijd rond nieuwkomers in het Europese project ‘Newbee’, baat in het Oost-Vlaamse Sint-Jan-in-Eremo een grensoverschrijdend akkerbouwbedrijf uit. Investeringen zijn voor hem moeilijk, omdat een groot deel van de polders waar hij werkt niet herbevestigd is als agrarisch gebied. Verder vindt hij het tegenstrijdig dat kleinschalige waterzuiveringsinstallaties in zijn regio stikstof in de kreek mogen uitstoten, terwijl landbouwers afstand moeten houden van rivieren en beken. Nog een uitdaging zijn volgens hem de duurzaamheidsverplichtingen die afnemers steeds meer opleggen aan landbouwers.
Roy Meijer, voorzitter van Nederland Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) – de Nederlandse tegenhanger van Groene Kring – somde 4 factoren op waarmee jonge boeren worstelen. “Onder welke randvoorwaarden wil de politiek dat we gaan boeren, waar moet dat dan en hebben we daar de ruimte voor, hoe gaan we cashflow draaien, zodat we kunnen investeren in de randvoorwaarden en de bedrijfslocatie en tot slot: moeten we dat alleen doen of ondersteunt de overheid en het bedrijfsleven ons? Als je wil ondernemen, moet je er ook de ruimte voor krijgen.”
Auteurscomité aan het woord
Daarna lieten enkele co-auteurs van het boek hun licht schijnen op de problemen in de sector, waarbij ze pleitten voor een nieuwe kijk op het stikstofdossier en het natuurbeleid. Joris Relaes, administrateur-generaal van ILVO – die we al interviewden in Landbouwleven van 30 januari – riep op om de samenwerking tussen de overheid en de sector sterk te omarmen om resultaten te bereiken. “Een mooi voorbeeld hiervan is de antibioticareductie in de veehouderij via het Amcra-model. De sector behaalde hier in 10 jaar tijd samen met de dierenartsen en farmaceutische sector spectaculaire resultaten, zonder een al te zware, opdringerige wetgeving.”
Ook André Hoogendijk, directeur van de Nederlandse brancheorganisatie Akkerbouw, kwam op voor een bredere samenwerking waarbij je een verbinding maakt met de consument en terug denkt ‘van bord naar boer.’
Han Lindeboom, emeritus hoogleraar mariene ecologie aan de universiteit van Wageningen en in Nederland bekend als ‘stikstofprofessor’, vindt dat we stikstofrealisten moeten zijn. “We moeten de stik-stofuitstoot terugdringen, maar binnen bepaalde grenzen en via allerlei technieken. Het stikstofprobleem in Nederland bestaat voor 10 tot 20% in de natuur en voor 80 tot 90% in Den Haag, Brussel en de rechtszaal. Ook het waterkwaliteitsprobleem kunnen we oplossen door een goede lokale aanpak.”
Yves Segers vroeg zich af of de sector en de consumenten zich niet moeten openstellen voor nieuwe vormen van bedrijfsmodellen. Er is een romantisch idee dat een landbouwbedrijf kleinschalig moet zijn en landbouwers zelfstandig. Waarom zouden landbouwers geen werknemer kunnen zijn in een groot landbouwbedrijf, maar toch nog altijd trots zijn dat ze met levende materie kunnen werken?”
Krijn Poppe, emeritus econoom aan Wageningen Economic Research, had een boodschap voor de Europese beleidsmakers. “Landbouw in Europa is niet overal hetzelfde. In Vlaanderen en Nederland stelt het probleem van de ruimtelijke ordening ons voor de keuze: grootschalige landbouw die produceert voor de wereldmarkt of een model met een diensteneconomie waarbij het platteland wordt geïntegreerd.”
Joris Relaes vindt dat er te weinig aandacht is voor landbouwers die stoppen. “Om het landschap open te houden, moeten lang leegstaande bedrijfsgebouwen snel worden afgebroken.” Het streven van de Vlaamse overheid naar 25% biologische landbouw tegen 2030 noemde hij naïef. “Zeker als je weet dat dat percentage in Vlaanderen nu maar 1,2 à 1,4% bedraagt. Beter lijkt me een realistisch groeipad per land op te leggen. Dat moeten we dan goed monitoren, waardoor we stappen vooruit kunnen zetten.”
Knagende rechtsonzekerheid
Hendrik Vandamme is naast ABS-voorzitter ook akkerbouwer nabij de luchthaven van Oostende. Hij stelde dat men de landbouw te lang stiefmoederlijk behandelde en niet als een strategische sector heeft beschouwd. “De wereldmarkt gaan we niet veranderen, maar als de overheid ons niet als volwaardig respecteert, gaan we dat zelf moeten af-dwingen als betrouwbare en onmisbare partner doorheen de keten”, zei hij. “Er zal altijd een toekomst zijn in de landbouw, want je hebt nu eenmaal mensen zoals wij nodig die voedsel produceren. De rechtsonzekerheid is echter nefast voor de boeren en ook de grondpolitiek is een groot probleem. Het wetgevend kader mag niet om de 5 jaar veranderen, als er andere politici aan de macht komen. Boeren willen een standvastig beleid op middellange termijn, over verkiezingen heen en liefst geldend voor minimaal 15 à 20 jaar. Dat geldt niet alleen voor de Europese Commissie. Men moet echt luisteren naar de boeren en naar hun bekommernissen, anders dreigen we een hele generatie te verliezen.”
Melkveehouder Jos Verstraten uit het Noord-Brabantse Westerbeek, tevens bestuurder bij de LTO-vakgroep Melkveehouderij, zei dat landbouwers een rol hebben in te vullen, die ze in alle mogelijke concepten moeten kunnen bespreken met de andere ketenpartners. “De vraag is hoe we ervoor kunnen zorgen om zelf de regie te krijgen over wat we doen.”
Vele kleine stappen
Het slotwoord was voor Joris Relaes. Hij vindt dat landbouwers de hand aan de ploeg moeten slaan en moeten proberen om zaken te verbeteren. Relaes gelooft niet in een allesomvattende landbouwvisie. “In de plaats daarvan hebben we heel veel landbouwgesprekken nodig, op heel veel verschillende plaatsen. Dan kunnen we misschien met kleine stappen een grote stap vooruit zetten.”
Het boek Daarom zijn boeren boos. De werkelijk-heid achter de verhalen is te koop in de boekhandel en online. De paperbackversie kost 22,99 euro, het e-book 13,99 euro.