Woensdag 2 april moest volgens Donald Trump de geschiedenis ingaan als Bevrijdingsdag. De Amerikaanse president kondigde die dag een hele rits importtarieven aan op buitenlandse producten.
De langverwachte ‘wederkerige heffingen’ zullen voor alle landen minstens 10% bedragen, maar voor sommige Amerikaanse bondgenoten ligt dat veel hoger. Voor de Europese Unie bedraagt de heffing 20%. Dit tarief ging om middernacht tussen 8 en 9 april in.
Oneerlijke handel
Bijna een uur lang ging Trump tijdens de persconferentie tekeer tegen de manier waarop andere landen handel drijven met de Verenigde Staten. Jarenlang hebben ze Amerika geplunderd, beroofd of verkracht, en zijn ze erin geslaagd om rijk en machtig te worden op de kap van de Amerikanen, klonk het. “Trump beweert dat de handel is scheefgetrokken en wil het handelstekort van de VS wegwerken”, zegt landbouweconoom Xavier Gellynck (UGent). “De VS importeert inderdaad meer producten uit de EU, maar het is juist omgekeerd als je kijkt naar diensten zoals de digitale cloud.”
In het vierde kwartaal van vorig jaar bedroeg het handelsoverschot van de EU met de VS 20,6 miljard euro. In hetzelfde kwartaal in 2023 ging het om 8,4 miljard euro. Het handelsoverschot van de EU verdubbelde dus op een jaar tijd. Voor goederen was er in het vierde kwartaal een overschot voor de EU van 69,3 miljard euro, maar voor diensten is het omgekeerd: voor de EU was er een tekort van 43,8 miljard euro.
Met de ‘wederkerige tarieven’ wil Trump ook komaf maken met jaren van zogezegde oneerlijke handel, waarbij andere landen de VS zouden opgelicht hebben. Het gaat dan om importheffingen, maar ook over andere maatregelen, zoals btw en regelgeving. “Ergens heeft hij een punt. Amerikaans vlees kan bijvoorbeeld niet de EU binnen, omdat ze daar nog hormonen mogen gebruiken. Dat heeft hij in het verleden bij de Wereldhandelsorganisatie aangeklaagd, omdat hij dat oneerlijk vindt. Het is echter geen zwart-witverhaal. De VS laat ook bepaalde Europese voedingsproducten niet zomaar toe op hun markt”, aldus Gellynck.
Heropleving of recessie?
De Amerikaanse president noemde tariffs eerder al het mooiste woord in het woordenboek. Voor Trump is het een onderhandelingsmiddel, omdat hij meent dat Washingtons handelspartners zo gedwongen zullen worden om niet langer van de VS te profiteren. Op vrijdag 4 april legde hij aan boord van Air Force One de tarieven nog eens expliciet op de onderhandelingstafel, door te verklaren bereid te zijn om de importtarieven te verlagen als landen iets ‘fenomenaals’ in ruil bieden.
De tarieven zullen volgens Trump ook tot een snelle heropbouw van de Amerikaanse industrie leiden. Hij hoopt industrie naar de VS te lokken, en dat Amerikanen de duurder geworden buitenlandse producten zullen laten staan en lokaal gaan kopen. “Dit wordt de gouden eeuw van Amerika”, zei Trump, die zijn toehoorders miljarden aan belastingsinkomsten in het vooruitzicht stelde vanaf deze ‘historische dag’.
De vrees bestaat bij economen dat de tarieven de inflatie zullen versnellen, de consumentenuitgaven zullen doen vertragen en de Amerikaanse economie zullen afremmen. De beurzen kregen wereldwijd zware klappen in de dagen na de aankondiging van de hoge importtarieven in de VS. Afhankelijk van hoe Amerika’s handelspartners reageren, wordt gevreesd dat de internationale handelsoorlog nog verder zal escaleren. China beloofde al de Amerikaanse tarieven tot het bittere einde te bestrijden en kondigde vergeldingstarieven aan. Trump dreigde op zijn beurt met extra importheffingen op China.
Onbegrijpelijke zet
De Amerikaanse importtarieven van 20% voor de producten die de VS invoert vanuit Vlaanderen zouden Amerikaanse consumenten en bedrijven zo’n 2,9 miljard euro kosten, aldus Vlaams minister-president Matthias Diependaele (N-VA) op basis van een eerste voorlopige berekening. In 2024 voerde Vlaanderen voor 26,7 miljard euro uit naar de VS en daarop werd 376 miljoen euro aan heffingen betaald. Door de nieuwe heffingen zou daar op jaarbasis 2,5 miljard euro aan heffingen bij komen.
De Vlaamse regeringsleider noemt de Amerikaanse tarieveningreep een onbegrijpelijke zet, met alleen maar verliezers. “Onze Vlaamse economie, die teert op export, maar vooral ook de eindgebruiker, die gevoelig hogere prijzen zal betalen. Dat zal leiden tot extra inflatie, tot koopkrachtvermindering en uiteindelijk tot bedrijven die in zo’n onzeker klimaat gaan afzien van investeringen.”
Voedingsindustrie
Bart Buysse, CEO van de federatie van de Belgische voedingsindustrie (Fevia), noemt de importtarieven van Trump geen goed nieuws voor onze agrovoedingssector. “De internationale handel is van vitaal belang voor Belgische voedingsbedrijven. Met een omzet van 82,9 miljard euro in 2024, waarvan 39,6 miljard uit export (47,7%), is de Belgische voedingsindustrie een echte wereldspeler. De voedingsindustrie werkt met een mondiale keten van sourcing, productie en distributie. Deze keten wordt nu als gevolg van het Amerikaanse beleid verstoord.”
Volgens cijfers van Fevia exporteerden Belgische voedingsbedrijven voor 1 miljard euro omzet naar de VS, de belangrijkste niet-Europese exportmarkt na het Verenigd Koninkrijk. “De invoerheffingen die boven het hoofd hangen van Belgische voedingsbedrijven, zorgen voor de nodige nervositeit. Onze bedrijven dreigen hun concurrentiekracht op de Amerikaanse markt te verliezen. Bovendien zullen de tarieven de kosten aan beide zijden verhogen en uiteindelijk zowel bedrijven, boeren als consumenten benadelen”, aldus Buysse.
Frietjes worden duurder
Welke bedrijven zullen de importtarieven het hardst voelen? “Degenen die het meest exporteren naar de VS, zullen mogelijks het zwaarst getroffen worden”, stelt professor in de bio-economie Liesbet Vranken (KU Leuven). “We exporteren bijvoorbeeld veel bier. België staat niet voor niets wereldwijd bekend als bierland. Maar denk ook aan bakkerij- en patisserieproducten, chocolade en diepvriesproducten.”
“Maar in de eerste plaats zullen de diepvriesgroenten en aardappelproducten getroffen worden”, stelt Gellynck. “Een kwart van de agrovoedingshandel met de VS bestaat uit deze producten.”
Het staat dan ook buiten kijf voor Christophe Vermeulen, CEO van de federatie van de aardappelverwerkers Belgapom, dat de importheffingen een impact zullen hebben. “De export van verwerkte aardappelproducten, zoals diepvriesfrieten, naar de VS is de laatste 10 jaar verhonderdvoudigd, van 1.600 ton in 2015 naar 172.000 ton in 2024. Amerikaanse consumenten eten massaal frieten en zullen voedingsinflatie door verhoogde importtarieven direct in hun portemonnee voelen.” Vermeulen had dan ook tevergeefs gehoopt dat Trump een uitzondering zou maken voor voeding.
Kopje onder
Moeten we nu bang worden dat Belgische voedingsbedrijven kopje onder zullen gaan door de importtarieven van Trump? “We mogen het effect van de importtarieven op de agrovoedingssector ook niet overschatten”, zegt Vranken. “In vergelijking met bijvoorbeeld de farmasector – waarop de VS momenteel nog geen importtarieven heft – exporteren we maar een relatief kleine hoeveelheid agrovoedingsproducten naar de VS.”
Volgens Fevia gaat het om zo’n 2,5% van de omzet via export, terwijl drie kwart van de exportwaarde in de agrovoedingshandel uit handel met de rest van de EU komt. “Dat is een veel belangrijkere afzetmarkt dan de VS. De impact van de importtarieven zal dus waarschijnlijk relatief beperkt blijven voor de agrovoedingssector, maar het blijft onvoorspelbaar op dit moment.”, aldus Vranken.
Het ene bedrijf zal de tarieven wel harder voelen in zijn omzet dan een ander, omdat ze meer zaken doen met de Amerikanen, zegt Gellynck. Vermeulen beaamt: “Onze bedrijven kunnen behoorlijk flexibel schakelen, omdat ze al langer hun internationale afzetmarkten aan het diversifiëren zijn. Maar als je als bedrijf je strategie volledig op de VS hebt afgestemd, zal je wel zware klappen krijgen.”
Landbouw
Ook voor Boerenbond is het nog te vroeg om de precieze gevolgen van de invoerheffingen voor de Vlaamse landbouw in te schatten, al zijn ze ervan overtuigd dat er een algemene impact zal zijn. “Het is van belang om te bekijken wat de impact is op Vlaamse exportproducten naar de VS, zoals diepvriesgroenten en aardappelbereidingen, al is het belang van de Amerikaanse markt in de totale export van deze producten relatief beperkt”, zegt de woordvoerder van Boerenbond.
“Maar ook relevant is de indirecte impact die ontstaat doordat er minder Europese producten zoals varkensvlees of zuivel gekocht worden in de VS. Dit kan de Europese markt verzwaren, doordat handelsstromen zich zullen gaan heroriënteren en producten een andere bestemming zullen moeten vinden.” Ook de export van derde landen die op de Amerikaanse tolmuren botst, kan de Europese markt overspoelen.
Dat zou voor een groter aanbod op de Europese markt kunnen zorgen, wat de prijs dan weer drukt.. Volgens Vranken is het echter nog onduidelijk hoe Belgische voedingsbedrijven precies zullen reageren op de voorspelde dalende Amerikaanse export.. “Zullen Belgische bedrijven minder produceren? Gaan ze meer producten verkopen aan lokale en Europese markten? Ze kunnen ook op zoek gaan naar nieuwe afzetmarkten, zoals Latijns-Amerika of Azië.”
Die onzekerheid maakt het nog koffiedik kijken wat de gevolgen zijn voor boeren. “Trump is berucht dat hij van de ene op de andere dag van gedacht kan veranderen. De Europese Commissie beraadt zich ook nog over eventuele tegenmaatregelen. De situatie kan er binnen een week weer helemaal anders uitzien. Mocht ik een boer zijn, zou ik op basis van het nieuws van de dag niet beslissen wat wel of niet in te zaaien”, vindt Vranken.
“Verwerkers en exporteurs zullen de meerkost in de eerste plaats doorrekenen aan hun klanten, de Amerikaanse consument. De producenten zullen de importtarieven niet moeten betalen”, aldus Gellynck. “Om het effect van de importtarieven op lange termijn te weten, zullen boeren moeten afwachten hoe de vraag naar Vlaamse producten evalueert en of er nieuwe afzetmarkten aangeboord kunnen worden.”
Hou het hoofd koel
Zowel Boerenbond als Fevia vragen Europese beleidsmakers om het hoofd koel te houden bij het vormen van een respons op Trumps importtarieven. “Er kan een directe impact ontstaan door vergeldingsmaatregelen door de EU”, stelt Boerenbond. “We roepen dan ook op om niet overhaast te reageren, maar om met slimme en gerichte maatregelen te komen waarmee we onze eigen landbouwsector en eigen bedrijven niet treffen. We moeten sterk staan, maar mogen Trump tegelijk geen extra argumenten geven om de ‘strategische’ inzet van handelsconflicten te laten escaleren.”
De EU formuleert momenteel een eerste pakket tegenmaatregelen als antwoord op eerder aangekondigde tarieven op Europees staal en aluminium. Het gaat om zeer gerichte tarieven op producten zoals Harley Davidson-motoren en sojabonen. Verdere tegenmaatregelen zijn mogelijk om de Europese belangen en bedrijven te beschermen, gaf Commissievoorzitter Ursula von der Leyen vorige week aan. Een mogelijkheid is het Europese antidwanginstrument, een spreekwoordelijke handelsbazooka die de EU tijdens de vorige termijn van Trump ontwikkelde als antwoord op zijn handelstarieven. Dit instrument geeft de EU een brede waaier aan mogelijkheden voor tegenmaatregelen, zoals tarieven, investeringen blokkeren of de toegang tot openbare aanbestedingen beperken.
Het is wel nog niet te laat om te onderhandelen, benadrukt von der Leyen. “Europa is bereid om met de VS te onderhandelen. We hebben nul-voor-nul tarieven voor industriële goederen aangeboden. We zijn immers altijd klaar voor een goede deal. . We zijn echter ook bereid om tegenmaatregelen te nemen en om onszelf te beschermen tegen indirecte effecten door handelsverlegging.” Trump noemde het voorstel voor nul-voor-nul-tarieven onvoldoende en ging er niet op in.
Competitiviteit versterken
Voor Boerenbond is het belangrijker dat alle beleidsniveaus ervoor zorgen dat de competitiviteit van de Vlaamse bedrijven versterkt wordt om deze economische crisis te doorstaan. “Door administratieve vereenvoudiging, vlottere vergunningenverlening en minder regeldruk, maar ook door een gelijk speelveld te behouden. In deze woelige tijden is het een must om onze ondernemingen verder robuust te maken en om afhankelijkheden af te bouwen, onder meer door land- en tuinbouw als deel van de oplossing in energievraagstuk te zien en door maatregelen als Renure en derogatie goed te keuren ter vervanging van chemische kunstmest en door de autonome eiwitproductie te verhogen.”
Ook Fevia vraagt beleidsmakers om werk te maken van het versterken van de competitiviteit van voedingsbedrijven. “We vragen hun onder meer om niet aan gold plating te doen en om dringend werk te maken van een ambitieus industrieel beleid.” Protectionistische maatregelen en de versoepeling van staatsteunregels verstoren volgens de koepelorganisatie bovendien de Europese interne markt. “Zeker nu de internationale handel onder druk staat, moeten we binnen Europa kansen creëren voor onze industrie.”
Handelsakkoorden
Nieuwe handelsakkoorden met internationale partners kunnen nieuwe afzetmarkten voor onze agrovoedingsproducten aanboren en de toegang tot grondstoffen verzekeren. “We roepen Europa op om actief werk te maken van evenwichtige handelsakkoorden en nieuwe samenwerkingen, om zo onze concurrentiekracht te versterken en onze positie in de wereldhandel te behouden”, stelt Fevia.
Sowieso maak je door de afzet van producten meer te spreiden de agrovoedingssector robuuster voor marktschokken, zegt Gellynck. “Zo spreid je het risico over meerdere partners”, beaamt Vranken. “Als er dan eentje wegvalt, heb je nog andere afzetmarkten.”
Ook minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) wil een bredere spreiding van handelspartners, om het risico op marktverstoringen te spreiden. Hij benadrukt dat de handel voor elk van de partners eerlijk moet verlopen. “Het is geen optie om als antwoord op de toenemende handelsspanningen handelsakkoorden te slikken die onze landbouwers of de economie als een geheel benadelen.”
Thor Deyaert/Belga