de afrijping gaat gestaag verder
fel de hoogte in. Het wordt duidelijk een vroeg jaar. Op diverse praktijkpercelen
is de eerste maïs trouwens al geoogst.
Bij een oogst van te droge mais – met een drogestofpercentage van 38% of meer – liggen bewaarproblemen om de hoek. Het is dus belangrijk wanneer je zo’n maïs inkuilt. Besteed voldoende aandacht aan het aanrijden en afdekken. Eens de kuil open is, is het zaak om voldoende voersnelheid aan te houden, om potentiële problemen met broei voor te blijven.
Overal al hoge drogestofpercentages
Gemiddeld genomen bedraagt het drogestofpercentage over alle locaties heen 32,7%. Vergeleken met vorige week is er een stijging van 4,8% over alle locaties heen.
Locatie Poperinge laat de hoogste cijfers zien. Uitgezonderd het latere ras SY Frejya hebben alle rassen een drogestofpercentage van meer dan 40%. Ook in Hoogstraten liggen de cijfers voor de vroegste rassen P7179, KWS Curacao en LG32257 boven de 40% droge stof. SY Opale en SY Frejya naderen met een waarde van circa 37% ook de grens van 40% en zijn bijgevolg ook meer dan oogstrijp. Op de locatie Hoogstraten was de stijging tegenover vorige week, met 9,4%, het hoogst.
Alle rassen evolueren snel
Het ultravroege ras P7179 is, uitgezonderd de later gezaaide locaties Oudsbergen en Sint-Niklaas, overal oogstklaar.
Bij de andere rassen is het afrijpingsbeeld afhankelijk van de locatie. Over het algemeen zijn de vroege rassen KWS Curacao en LG32257 oogstklaar of naderen ze hun oogstmoment. Voor SY Opale en SY Frejya liggen de cijfers iets lager, maar ook bij deze rassen komt het oogstmoment dichterbij.
Op de vroeg gezaaide locaties Oosterzele en Langemark-Poelkapelle en de later gezaaide loaties Sint-Niklaas en Oudsbergen bedragen voor de 4 andere rassen de drogestofpercentages 30% of minder.