Startpagina Schapen

Bereid het geboorteseizoen nu voor

De meeste lammeren worden geboren in maart en april, hoewel er ook wel wat vroege vogels zijn, die nu al rondhuppelen. Het is de regel dat we in deze periode in ons artikel aandacht besteden aan het geboorteseizoen, omdat het o zo belangrijk is voor ons bedrijfsresultaat.

Leestijd : 7 min

Om de uitval aan lammeren te beperken rondom de geboorte, is het in eerste orde belangrijk dat we goed voorbereid zijn vooraleer de geboortegolf er aankomt.

Voeding van de aanstaande moeders

De voederbehoefte van de ooien in de tweede helft van de dracht stijgt aanzienlijk en is onder andere ook sterk afhankelijk van het aantal verwachte lammeren.

Onze ooien vragen al meer aandacht vanaf 1 tot anderhalve maand vóór de werpdatum. Om het aantal te verwachten lammeren met tamelijke zekerheid vooraf te kennen, kan men de ooien laten scannen en ze op basis van de verwachte worpgrootte in productiegroepen indelen, die dan in functie van het stijgende aantal verwachte lammeren een toenemende hoeveelheid krachtvoeder (200-400g) krijgen.

Wordt er niet gescand, dan kan men vanaf 6 à 4 weken vóór het werpen de conditie van de ooi opvolgen. Dit doet men door met de vingers de rug van de ooi te betasten. Ooien met een ‘ronde’ rug, waar we de uitsteeksels van de ruggenwervels nauwelijks voelen, hoeven geen bijvoedering met krachtvoeder te krijgen. Ooien die vermageren (hier voelt men bij het betasten de beenderige uitsteeksels van de ruggenwervels goed), geeft men in de laatste weken van de dracht per dag 200 à 400 gram krachtvoeder bij. Bij het begin van het bijvoederen met krachtvoeder is het wel aangeraden om altijd geleidelijk aan te werken, want plots te veel krachtvoeder toedienen aan een dier, dat dit niet gewoon is, kan fataal zijn! We gaan er daarbij van uit dat de ooien ad libitum (= voldoende) ruwvoeder van goede kwaliteit beschikbaar hebben.

Voedert men bij meerlingdrachten geen krachtvoer bij, dan kan er bij zwaar drachtige ooien acetonaemie (drachtigheidsvergiftiging ) optreden, met meestal de dood tot gevolg, of er worden meerlinglammeren met een te laag gewicht en weinig levenskracht geboren, ofwel mag men er zich aan verwachten dat erg magere ooien weinig melk produceren.

Opgestalde drachtige ooien moeten ook voldoende baklengte of eetruimte hebben bij het voederen, omdat er anders door het stoten lammersterfte kan optreden, met doodgeboorten tot gevolg.

Scheren of bijscheren

Steeds meer schapenhouders scheren hun ooien in de winter een tijdje vóór het aflammeren. Deze ooien hebben minder ruimte nodig aan de voederbak, nemen meer voer op, en dit resulteert in een hoger geboortegewicht van de lammeren.

Wanneer er niet geschoren wordt, is het toch belangrijk om wat ‘bij’ te scheren. Om de geboorte hygiënisch te laten verlopen, wordt de wol achteraan rond de vulva (de schaamstreek) en ook rond de uier en op de buik weggeschoren. Omdat op de buik en rond de uier dikwijls nogal wat, tot veel wol ontwikkeld is (dit is afhankelijk van het ras, maar zeker bij jonge ooien is dat het geval), bestaat de kans dat de pasgeboren lammeren de tepels niet vinden.

Hygiëne bij de geboorte voorkomt latere baarmoederinfecties. Het goed bereikbaar zijn van de uier en de tepels is in de eerste uren na de geboorte erg belangrijk, zodat de lammeren snel de nodige biest kunnen opnemen. Pas geboren lammeren zullen in hun zoektocht naar melk ook op vuile wol op de buik en rond de uier van de moeder gaan zuigen en zich zo gaan besmetten. Als de wol achteraan en rond de uier weggeschoren wordt, ziet men de geboorte ook veel beter aankomen. Maar opgepast bij het scheren voor kwetsuren aan uier en/of tepels !

Al dan niet vaccineren

Het is aangewezen om de ooien 3 à 4 weken vóór het werpen te laten vaccineren tegen ‘het bloed’ of ‘enterotoxaemie’. Via de antistoffen in de biest zijn de lammeren dan beschermd gedurende enkele maanden na de geboorte.

Enterotoxaemie komt voor bij jonge snel groeiende lammeren, die goed gevoederd worden. Door overvloedige bacteriële ontwikkeling in het spijsverteringsstelsel ontstaat een soort zelfvergiftiging. De lammeren vertonen zenuwsymptomen en sterven snel. Er bestaat geen contramedicatie, alleen het vaccineren van de moeders beschermt de jonge lammeren via de antistoffen in de biest gedurende de eerste levensweken. Nadien kunnen de lammeren zelf vanaf een leeftijd van 2 tot 3 maanden gevaccineerd worden door je dierenarts.

Al dan niet vaccineren tegen het bloed is een afweging van kosten en risico’s. Op basis van eerdere ongunstige ervaringen, kiezen we persoonlijk al vele jaren voor vaccineren.

Nieuw is dat er momenteel ook een vaccin beschikbaar is tegen uierontsteking veroorzaakt door Staphylococcus aureus. Er zijn 2 vaccinaties met Vimco nodig 5 en 2 weken vóór het werpen. Raadpleeg hiervoor het best je dierenarts.

De kraamstal of materniteit

Vóór het werpen blijven de ooien het best in groep om de rust te bewaren, zo kan de geboortevoorbereiding zonder stress en natuurlijk verlopen. Tijdens of na de geboorte wordt de ooi met haar lammeren apart geplaatst. Na de geboorte moet er een hechte binding ontstaan tussen de ooi en haar lam(meren). De ooi wordt daarom met haar nakomelingen in een aflamhokje gebracht (afmetingen 1,5 m op 2 m). Daar blijft ze tot duidelijk is dat er een hechte band is en dat de lammeren ook voldoende kunnen drinken. Zeker bij drie- of meerlingen is er soms de eerste dagen te weinig melk. Een gemiddelde verblijfsduur van 2 tot 3 dagen is aangewezen. De aflamhokjes mogen ook niet te groot zijn, anders bestaat bij meerlingen het risico dat een lam dat na de geboorte wat veraf ligt, later door de moeder niet meer aanvaard wordt.

Het is belangrijk dat er in een aflamperiode voldoende aflamhokjes beschikbaar zijn. Deze moeten proper/droog en goed ingestrooid zijn om infecties via de navel van de pasgeboren lammeren te vermijden. Binnen de hokjes wordt een ruif voorzien voor hooi of voordroog en ook drinkgelegenheid (emmer) voor de moeder. Dat zet je het best niet te laag bij de grond, want lammeren kunnen de eerste levensdagen hierin verdrinken.

Sommige bedrijven werken met vaste geboortehokjes, anderen gebruiken mobiele systemen, die vlot kunnen geplaatst en weggenomen worden. Deze hokjes kunnen in serie aan mekaar vastgehecht worden. Belangrijk is dat, eenmaal het geboorteseizoen er aankomt, de hokjes klaar staan, en dat ze voor elke geboorte proper zijn en opnieuw goed ingestrooid worden. Bij koud weer is de beschikbaarheid van verwarmingslampen om kleine lammeren tijdens de eerste levensuren op temperatuur te houden, zeer wenselijk. Ook hier moet je aandacht hebben voor een degelijke bevestiging om brandgevaar te vermijden.

Omdat toezicht in de geboorteperiode dag en nacht wenselijk is, kan men om de ooien, die aan werpen toe zijn, in het oog te houden ook een camera in de stal installeren, zodat men op afstand kan observeren of alles nog rustig is (nuttig overdag, maar vooral ’s nachts).

De geboortekoffer

We moeten niet alleen de ooien voorbereiden op de geboorte, maar ook zorgen dat we zelf alles bij de hand hebben. Om, zo nodig, geboortehulp te bieden, staat een propere emmer klaar en is er niet irriterend ontsmettingsmiddel (zoals bv. Neo-sabenyl, Dettol Medical, Vetac of Hibitane) in voorraad, om straks een ontsmettende oplossing te maken om bij een geboorte de vulva van de ooi uitwendig te ontsmetten en om ook handen en armen te ontsmetten. In onze geboortekoffer is er een fles glijmiddel aanwezig (geen zeep gebruiken voor verlossingen!) en ook joodtinctuur voor de navelontsmetting en een flesje spray om bij de lammeren de ademhaling te stimuleren. Voor de meer ervaren geboorte-begeleiders behoren verloskoordjes ook tot de basisuitzet.

Biest in voorraad

Een lam zal op termijn niet overleven als het de eerste dag na de geboorte te weinig of geen biest opgenomen heeft. Elk lam zou binnen de eerste 24 uur na de geboorte zo’n 400 cc biest moeten binnenkrijgen. Vóór het aflamseizoen begint, is het dan ook aangewezen om een biestreserve in de diepvries aan te leggen om zwakke lammeren in de eerste levensuren hun eerste biest te kunnen toedienen. Ook voor ooien met grote worpen of met uiergebreken is het geven van ‘andere’ biest soms noodzakelijk. Welk vorm kan zo’n andere biest aannemen?

Er kan biest ingevroren worden van andere ooien, die ‘te veel’ biest hebben voor hun eigen lam(meren), of van ooien met een doodgeboren lam, of men kan afspraken maken met een melkveebedrijf om biest van pas gekalfde koeien in te vriezen. Er bestaat echter ook kunstbiest, die onder poedervorm bewaard kan worden en die vóór gebruik in oplossing gebracht moet worden. Biest in voorraad is bij de start van een aflamseizoen een must en een levensredder!

Slot

Om zo weinig mogelijk moeilijkheden te hebben in de laatste weken vóór het aflammeren, is geregelde observatie van en conditiebeoordeling bij de hoogdrachtige ooien zeer wenselijk om drachtigheidsvergiftiging te voorkomen.

Vóór het geboorteseizoen moeten zowel de aflamstal als de hulpmiddelen voor elke geboorte klaargezet worden, zodat vanaf de eerste geboorte op een rustige en verzorgde manier kan gewerkt worden. Stress heeft op zo’n moment, zowel bij dier als mens, alleen maar een negatieve impact en is dus te vermijden.

André Calus

Lees ook in Schapen

Franse schapenhouderij op weg naar meer duurzaamheid

Schapen In Frankrijk is de schapenhouderij zowel qua vlees- als melkproductie heel wat belangrijker dan in Vlaanderen. Door het Idele , het Institut de l’Elevage, met zetel in Parijs, wordt dan ook nogal wat onderzoek gedaan in verband met schapenhouderij. Tijdens een webinar op 14 december 2023 werden de eerste Franse resultaten voorgesteld van het project ‘Green Sheep’.
Meer artikelen bekijken