Startpagina Archief

Richtlijnen voor de

onkruidbestrijding in wintergerst

Vooral bij vroege zaai (eind september - begin oktober) zal een toepassing kort na het zaaien, in het 1-2 -bladstadium of later in het najaar vanaf begin uitstoeling (indien de weersomstandigheden dit toelaten) zeker verantwoord en vaak noodzakelijk zijn. Vooral bij een sterke duistbezetting is dit noodzakelijk.

Leestijd : 5 min

Tijdens deze periode is de wintergerst ook het meest gevoelig voor veronkruiding; na de winter is men meestal te laat om de dan al sterk ontwikkelde onkruiden in éénmaal te bestrijden. Bovendien moet men na een geslaagde behandeling vóór de winter en de sterke gewasontwikkeling in het vroege voorjaar, niet steeds vrezen voor nieuwe kieming.

Bij najaarstoepassingen en bij veel regen kunnen de gewasbeschermingsmiddelen gemakkelijk(er) uit- en afspoelen, tevens worden gewasbeschermingsmiddelen bij zachtere temperaturen door de bodembacteriën gemakkelijker afgebroken en kan er dus minder lang nawerking zijn na een zachte winter dan wanneer er lange koude periodes voorkomen.

Om het gebruik van herbiciden te optimaliseren hou je best rekening met de aanbevelingen op het etiket van het handelsproduct. Het is af te raden om graangewassen te behandelen die met rijm of dauw bedekt zijn, of wanneer er gevaar voor vorst is.

Vóór-opkomst

Vóór de opkomst kan men de grassen (duist, windhalm, straatgras, Italiaans raaigras) bestrijden met de klassieke ureumverbinding chloortoluron. Chloortoluron wordt echter best ingezet aan 2/3 tot 3/4 van de gebruikelijke dosis (de gebruikelijke dosis bedraagt op zandgrond: 3 l/ha; op zandleem- en leemgrond: 3-3,5 l/ha; op kleigrond: 3,5-4 l/ha; en op zware klei (kustpolders): 4,5-5 l/ha) en versterkt met AZ 500 150 ml tegen verschillende dicotylen o.a. akkerviooltje, ereprijs en dovenetels, of met Stomp Aqua 2 l e.a. vooral tegen ereprijs en in mindere mate ook tegen kleefkruid, of met Beflex (bevat 500 g/l beflubutamide) een nieuw herbicide tegen éénjarige dicotyle onkruiden. Stomp Aqua vereist echter voldoende bodemvocht en wordt bij voorkeur slechts onder die omstandigheden en op sterk vervuilde percelen ingezet.

Een basis grassenschema kan specifiek tegen VVL’s (akkerviooltje, ereprijs en paarse dovenetel) versterkt worden tot einde uitstoeling met een middel op basis van diflufenican (Diflanil 500 SC, Legacy 500 SC, Sempra, Toucan, e.a.) aan een dosis van 375 ml handelsproduct/ha of als versterking in een breder werkend schema aan verminderde dosis tot 250 ml handelsproduct/ha.

Ook de combinatie chloortoluron 3 l met Bacara 0,8 l geeft een volledige onkruidbestrijding en versterkt bovendien de werking op windhalm. Op de lichtere gronden, waar duist géén probleem vormt, kan de aanwezige windhalm goed bestreden worden met Bacara aan 1 l/ha.

In “vóór-opkomst toepassing” kan prosulfocarb (Defi, e.a.) aan 4-5 l handelsproduct/ha ingezet worden tegen éénjarige grassen en tweezaadlobbige onkruiden.

Zeer vroeg na de opkomst

Om een betere nawerking te bekomen van de behandeling met prosulfocarb (Defi, e.a.) tegen grassen is een zeer vroege na-opkomst behandeling (1-bladstadium) noodzakelijk. Om de doeltreffendheid tegen echte kamille en muur te versterken, kan een herbicide op basis van isoxaben worden toegevoegd (b.v. AZ 500, aan een dosis van 100-150 ml/ha). Deze toepassing wordt steeds minder toegepast maar zal bij voorkeur gebeuren in vroege na-opkomst. Bij een latere inzet kunnen de onkruiden, vooral duist, reeds te sterk ontwikkeld zijn voor een goed resultaat.

Prosulfocarb zal slechts toegepast worden bij een regelmatige zaai van minstens 3 cm diepte. Op een minder goed klaargelegde grond (kluiterig), op een zandbodem of op een zeer zware of humusrijke bodem wordt een vroege na-opkomstbehandeling aanbevolen.

Belangrijk hier is te behandelen op niet gekiemde of zeer kleine onkruiden en op goed bedekt gerstzaad.

Beflex op basis van 500 g/l beflubutamide aan een dosis van 0,4 l/ha is een nieuw middel dat ingezet kan worden tegen éénjarige dicotyle onkruiden in voor-opkomst als in de vroege na- opkomst tot het oprichten.

Later na de opkomst in het najaar

Wanneer door vochtgebrek een toepassing kort na zaaien niet werd uitgevoerd, kan bij gunstige bodem- en weersomstandigheden met goed gevolg behandeld worden in het najaar. In deze periode kan men ook gemakkelijker de productkeuze en de dosis aanpassen aan de jonge en dus zeer gevoelige onkruidflora; bovendien biedt deze toepassing, indien nodig, de mogelijkheid in één en dezelfde werkgang een bladluisbestrijding uit te voeren.

De onkruidbestrijding in gerst, vroeg na de opkomst, wordt de laatste jaren quasi standaard met Malibu, Herold SC of Liberator uitgevoerd. Deze herbiciden bevatten o.a. flufenacet, een werkzame stof die voornamelijk op grassen een goede werking heeft, met voldoende nawerking om een langdurige onkruidbestrijding te garanderen. Om ook de dicotylen te bestrijden werd bij Malibu flufenacet aangevuld met pendimethalin, en werd bij Herold en Liberator flufenacet aangevuld met diflufenican.

Deze herbiciden kunnen worden toegepast in het 1-3-bladstadium met de voorkeur voor de vroege toepassing (1-2-bladstadium). Malibu is erkend aan 3 l/ha, Herold SC en Liberator aan 0,6 l/ha.

Vanaf het 1-2-bladstadium kan Bacara 1 l ook ingezet worden tegen muur, ereprijs, dovenetels, veelknopigen, … en vooral windhalm en in mindere mate als duistbestrijder.

Indien nodig, bij aanwezigheid van reeds gekiemde onkruiden, kan Liberator aan 0,5 l versterkt worden met Bacara 0,5 l of een combinatie van Herold 0,6 l + AZ 100 ml.

Ook de combinatie van pendimethalin + picolinafen (Celtic) is inzetbaar tegen VVL’s (zijnde akkerviooltje, ereprijs en paarse dovenetel), herderstasje, klaproos, muur en ook jonge duist en windhalm. Versterking naar kleefkruid en grassen in het bijzonder, is zeker nodig. De dosering Celtic is 2,5 l in de herfst vanaf het 2-bladstadium tot midden uitstoeling van de wintergerst.

In de najaarstoepassing vanaf het 3-bladstadium is het grassenmiddel Axial, een systhemisch bladherbicide met als werkzame stof pinoxaden (+ cloquintocet-mexyl als safener) te gebruiken aan een dosis van 0,9 l/ha tegen wilde haver, windhalm en duist.

Wanneer de gerst begint uit te stoelen kan chloortoluron in menging met AZ 500 of Stomp Aqua kleine onkruiden bestrijden.

Laat gezaaide wintergerst

In het geval van later gezaaide wintergerst, kan de onkruidbestrijding eventueel volledig uitgesteld worden tot in het vroege voorjaar. Om goede resultaten te bekomen dient deze toepassing vroeg in het voorjaar te gebeuren en moeten er na de toepassing enkele dagen groeizaam weer volgen.

In de voorjaarstoepassing vanaf het 3-bladstadium tot 1e knoop is het grassenmiddel Axial (pinoxaden (+ cloquintocet-mexyl als safener)) aan een dosis van 1,2 l/ha in te zetten tot het 1e knoopstadium van raaigras en duist. Ter bestrijding van dicotyle onkruiden kunnen allerlei middelen toegevoegd worden, net als in het najaar.

Overblijvende onkruiden

Overblijvende onkruiden zoals kweekgras, distels, veenwortel, enz. kunnen succesvol bestreden worden kort vóór de oogst met middelen op basis van glyfosaat (Roundup, e.a.) aan 3-4 l in 200 l water.

Akker(melk)distel kan vanaf het stadium “oprichten” tot “laatste blad” eveneens bestreden worden met metsulfuron-methyl (Allie, e.a.) of met tribenuron-methyl (Cameo) of met de combinatie van metsulfuron-methyl + tribenuron-methyl (Allie Star, e.a.).

Een overzicht van alle erkende herbiciden in wintergerst is raadpleegbaar op de LCG-website (www.lcg.be).

Actueel

Voir plus d'articles
Meest gelezen