met minimale milieu-impact
Kostprijs van 22 cent
Eén van die onzekerheden is de melkprijs. Maar ook de eigen kostprijs is bij veel boeren een onbekende. “Vraag aan 100 koeienboeren wat hun productiekost is per liter, en 99 van hen weten het niet”, betreurde Jan Bakker. Voor hem is het duidelijk: boeren moeten zich wapenen om de productiekosten van een liter melk niet hoger te laten worden dan 22 cent. Daarvoor zijn hoogproductieve koeien cruciaal. Hoe meer melk een koe geeft, hoe hoger de marge.
Maïs zorgt voor inkomen
Ook de keuze voor maïs is een logische keuze. Het brengt namelijk het dubbele op van grasland. Het verschil tussen 50 ha maïs en 50 ha gras bedraagt volgens KWS 400 ton zetmeel (aan 8 ton zetmeel per ha), wat een geldelijke waarde vertegenwoordigt van maar liefst 100.000 euro. Het bedrijf rekende 12 ruwvoederplannen na en bijna altijd was de conclusie dezelfde: veel maïs zorgt voor een hoger inkomen. “Voor een kostprijs per liter van 22 cent, mag de voederkost niet hoger zijn dan 10 cent. Daar kom je niet aan met 80 % gras”, zo klinkt het resoluut, hierbij verwijzend naar de Nederlandse regelgeving die 80 %gras-20 % maïs oplegt als voorwaarde voor derogatie.
Ecologie
Die Nederlandse regelgeving kwam er als bekommernis over de waterkwaliteit in verband met uitspoeling van nutriënten. Jan Bakker toonde echter aan dat de ecologische voetafdruk van maïs per eenheid VEM heel gunstig is voor maïs wat het land- en watergebruik, broeikasgassen en ammoniak betreft. Enkel wat nitraatuitspoeling betreft doet maïs het inderdaad minder gunstig dan gras, maar dat kan volgens de heer Bakker met een doordachte groenbemester verholpen worden. KWS biedt met ‘KWS Akker Fit Wintergroen’ een combinatie aan van winterrapen, tetraploïd wintervast Italiaans raaigras en voederrogge om het uitspoelen van nutriënten maximaal te beperken.
Hoe naar rassen kijken
KWS kijkt in ons land - zeker in vergelijking met alle andere zaadhuizen - op een unieke manier naar de vergelijkende rassenproeven bij ons. Zo gelooft het bedrijf niet dat het mogelijk is om in snijmaïs de verteerbaarheid van de restplant goed te vergelijken. “De samenstelling verandert tijdens de afrijping te snel om op een gelijk punt te kunnen meten”, aldus Jan Bakker. Volgens hem is dat ook niet zo erg: het is de korrel en het zetmeel erin dat je moet hebben.“90 % van de werkelijke voederwaarde van maïs zit in de korrel. “Voeder verblijft maar 8 tot 12 uur in de pens. Ook in laboproeven gebeurt de eerste 16 uur van de vertering niets met de celwanden. Cellulose en hemicellulose passeert de koe. Niemand heeft wetenschappelijke bewijzen dat het anders is”, klinkt de heer Bakker heel stellig.
Enkel voor jongvee ziet hij nog een nuttige toepassing van een goede plantverteerbaarheid. “Er is immers een vrij lage doorstroomsnelheid, en je zoekt wel iets met volume.”
Voor hem is het heel eenvoudig: het percentage korrel op de gehele plant bepaalt de voederwaarde. Het vergelijken van de voederwaarde van de kolf is ook veel onafhankelijker van het precieze oogstmoment.
In zijn veredeling legt KWS dan ook de klemtoon op korrelopbrengst, vroegrijpheid van de korrel, oogstzekerheid en ziekteresistenties en toleranties. In dat kader is de Stay green-factor van groot belang. “Schimmels zoals Fusarium kunnen wel celwanden afbreken. Zij benutten de enkelvoudige suikers die vrijkomen, maar er ontstaan tegelijkertijd ook mycotoxines. Stay green is dus van heel groot belang.”
Kritisch kijken loont
Met de rassenlijsten heeft KWS een ietwat dubbele relatie. De firma financiert het geheel van de proeven mee, maar kijkt bewust naar een beperkt gedeelte van de uitkomst. “De beste korrelmaïs is ook de beste snijmaïs”, zo verklaart Jan Bakker hierover. In die korrelmaïsproeven van de beschrijvende rassenlijst scoort KWS ook heel goed, zo kregen we te zien.
De boer heeft het vaak moeilijk om door de bomen het bos nog te zien. Maar toch valt er heel wat info uit de rassenproeven te halen. “ Wij investeren 15 % van onze inkomsten aan onderzoek en ontwikkeling in veredeling. De laatste 20 jaar is er bij ons via veredeling 25 % meer opbrengst aan korrel gekomen. Dat betekent 2,5 ton per ha erbij. Een goede rassenkeuze kan dus veel opbrengen.”
Tal van krachten hebben een invloed op de rassenkeuze van de boer. “Zo kijken sommige boeren wel naar de kostprijs van de zak, maar niet naar de opbrengstverschillen bij de oogst. Ook sommige handelaren verkopen die maïs waar zij het meest aan verdienen”, betreurde de heer Bakker.
Geen geloof in mengsels
Recent kwamen de maïsrasmengsels weer meer in de aandacht. Dat is een piste die KWS alvast niet zal bewandelen. “Beweringen over meerwaarde van mengsels hebben mijns inziens nog geen wetenschappelijke basis. Er is geen mengsel zo goed als het beste element in het mengsel zelf. Mengsels glijden af naar het gemiddelde van de afzonderlijke rassen”, is de mening van Jan Bakker.
Precisielandbouw
Om de boer te begeleiden bij het optimaliseren van de maïsoogst heeft KWS de Maïs Manager App ontwikkeld. Het bedrijf wil de boer echter nog beter begeleiden. Het doel is om de boer te helpen streven naar een maximale economie uit de maïs en een minimale negatieve impact op het milieu. KWS ziet daarbij tal van factoren die een invloed hebben: van melkindustrie en de dierenarts in de stal tot de machine-industrie en het weer op het land.
KWS wil daarom inzetten op alles wat precisielandbouw te bieden heeft. Het zal daarom met zoveel mogelijk schakels van de periferie samenwerken. “We willen een grote samenwerking tot op loonwerkers- en landbouwersniveau”, aldus de heer Bakker.





