Het fosfaatreductieplan is ingesteld omdat de Nederlandse melkveehouderij in aanloop naar de afschaffing van het melkquotum in 2015 zo hard is gegroeid, dat Nederland Europese mestnormen dreigt te overschrijden.
NVWA-onderzoek
De fraude is gevonden tijdens het onderzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), vergelijkbaar met de FAVV in België, in samenwerking met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, dat ondernemers ondersteunt. Concreet stelde de NVWA onregelmatigheden vast in de registratie van pasgeboren kalveren in het zogeheten I&R-systeem.
Het percentage tweeling-en meerlingkalveren lag abnormaal hoog. Daarmee werd de geboorte van twee of meer kalveren toegekend aan één koe. Andere koeien werden daardoor ten onrechte geregistreerd als vaars, terwijl ze in de praktijk volwaardige melkkoeien zijn. Een vaars telt in het fosfaatreductieplan voor een halve grootvee-eenheid.
In eerste aanleg zijn 2100 bedrijven geblokkeerd. Het aantal verdachte bedrijven heeft geleid tot een schokgolf in de media, en tot een scherpe veroordeling van de fraude door boerenorganisatie LTO. 150 van deze bedrijven zijn vrij vlot weer vrijgegeven omdat de overheid een fout bleek te hebben gemaakt. Ook bleek inmiddels dat door een administratieve fout 900 kalveren onterecht zijn betrokken in het onderzoek.
Daarmee rest nog altijd een stevig aantal bedrijven dat vooralsnog onderwerp is van onderzoek. De vraag is wat de fraude betekent voor de derogatie, een vrijstelling op mestregels die Nederland al jaren krijgt. Om derogatie te krijgen, moet de fosfaatproductie onder een plafond blijven dat in 2002 is afgesproken met de Europese Commissie. In 2017 is dat alvast gelukt. In dat jaar daalde de fosfaatproductie naar 167,9 miljoen kilo en dat is 5 miljoen kilo onder het plafond.