De discussie draait om de resultaten uit het VARMABEL-netwerk, dat de maïsrassenproeven uitgevoerd door het CIPF en het LCV verenigt. De proeven werden niet beregend en, volgens KWS, veel te laat geoogst. KWS-directeur Jan Bakker stelt dat goede korrelmaïsproeven meer dan 10 ton droge stof korrelopbrengst hebben. Wanneer de droogte dit onmogelijk maakt, hebben ze geen voorspellende waarde voor het volgende jaar. Ook als het gemiddelde drogestofgehalte boven 72% zit, zijn ze onbruikbaar, omdat er geen relatie tussen vroegrijpheid en drogestofgehalte van de korrel is. Goede silomaïsproeven hebben volgens KWS meer dan 20 ton drogestofopbrengst.
KWS erkent het belang van onafhankelijk uitgevoerde proeven en hoopt dat VARMABEL en de rest van de proefveldhouders voor altijd op tijd oogsten, hun proefvelden op tijd van vocht voorzien en de cijfers laten aangeven wat de waarde voor de teler is.