Startpagina Archief

Machinebouwers kreunen onder coronacrisis

De Belgische fabrieken van CNH Industrial in Zedelgem en Antwerpen liggen plat, deels vanwege het gezondheidsrisico van het personeel, maar ook omdat een aantal onderdelen niet geleverd kunnen worden, aldus Evelyne Vandevyvere, manager marketing en communicatie. Circa 2.800 werknemers zijn tijdelijk werkloos. Ook andere fabrikanten worstelen met productieproblemen.

Leestijd : 4 min

CNH Industrial is het bedrijf achter de merken Case-IH, New Holland en Steyr. Het Italiaanse bedrijf zucht onder de coronaramp die zich daar voltrekt. Eerder sloot het bedrijf al fabrieken die bouwmachines maken, om deze te ontsmetten en ruimte te scheppen tussen werkplekken. De tractorfabrieken in Italië zijn gesloten. In Zedelgem maakt CNH Industrial maaidorsers, hakselaars en balenpersen. In de haven van Antwerpen maakt het bedrijf transmissies. Ook hier ligt alles dicht. 90 % van de werknemers is nu tijdelijk werkloos.

De top van CNH Industrial heeft gezegd dat alle sites van de onderneming tijdens de shutdown diepgaand zullen worden gereinigd. Het bedrijf stelt in een verklaring dat het de gezondheid van haar volledige personeelsbestand erg serieus nemen. Bepaalde fabrieken die componenten maken, blijven in langzamer tempo produceren, altijd in overeenstemming met richtlijnen van de nationale gezondheidsdienst. Zo kan de toevoer van fabrieken buiten Europa worden gegarandeerd. De meeste onderdelendepots en dealers blijven ook geopend, zodat boeren voorlopig weinig van de productieverstoring zullen merken.

Andere Belgische fabrikanten

De problemen bij CNH Industrial staan niet op zichzelf. Ook haar concurrenten melden problemen. In eigen land melden de fabrikanten van aardappelrooiers een ziekte-uitval van 10-15%. Dat valt vooralsnog te bolwerken, aldus topman Stefaan Top van AVR in Roeselare. Het bedrijf maakt jaarlijks meer dan 500 aardappelrooiers. Het bedrijf biedt 170 mensen in ons land emplooi. “Het percentage moet niet veel meer groeien... Maar een ander probleem is dat de aanvoer van onderdelen stokt. Binnen een maand kan dat problemen leveren. Toeleveranciers als Bosch, Volvo Penta en Dana leveren vanuit Noord-Italiaanse fabrieken, die nu stil liggen.

Joskin draait ook nog verder, met aanpassingen. “Bij Joskin, zoals overal denk ik, staan alle diensten stil”, legt salesmanager Valéry Bailly uit. “De administratie, marketing, ingenieurs... werken vanuit huis terwijl de fabriek gesloten is voor mensen buiten het bedrijf." Aan de productiekant blijven de Belgische, Franse en Poolse fabrieken doordraaien om aan de meest dringende bestellingen te voldoen. De productie is vanzelfsprekend in overeenstemming met de geldende regels. “Voor graslandbeluchters begint het seizoen bijvoorbeeld snel. We moeten de machines van de productielijnen laten komen omdat de boeren ze nodig hebben.”

Dat het werk kan doorgaan, is te danken aan de grote voorraad onderdelen die beschikbaar zijn voor de fabrikant. Dat is geen toeval, maar beleid. "Ondanks de huidige situatie stelt deze filosofie ons in staat de productie voort te zetten, met een paar aanpassingen."

Wereldwijd problemen

John Deere is wereldwijd de grootste fabrikant van landbouwmachines. In het Duitse Mannheim staat de grootste Europese fabriek van de Amerikaanse onderneming. Er werken bijna 3.000 mensen in de fabriek, die jaarlijks circa 30.000 tractoren maakt. Van deze machines wordt 90% uitgevoerd. Vooralsnog draait de fabriek, met een wat hogere ziekte-uitval dan gebruikelijk, door.

John Deere waarschuwt haar aandeelhouders wel dat sommige fabrieken mogelijk terug moeten schalen of zelfs stil komen te liggen, zonder specifiek te zijn. In Amerika is het bedrijf aangemerkt als essentieel voor het land, waardoor het beter dan sommige andere bedrijven kan blijven doorwerken. De winstverwachting die het bedrijf eerder uitsprak, is alvast ingetrokken.

Bij concurrent Agco – met de merken Fendt, Massey Ferguson,Valtra, Challenger en GSI – wordt ook gevreesd voor de toevoer van onderdelen, de Europese fabrieken liggen deels stil – die van Fendt allemaal. Het bedrijf verwacht dat de problemen ook in andere regio’s dan Europa zullen toenemen. De topman Martin Richenhagen heeft ook alle eerder uitgesproken verwachtingen voor de winst en omzet ingetrokken. “Bij Agco richten we ons op de veiligheid van onze werknemers, onze dealers en de boeren over de hele wereld, terwijl we proberen om de impact van de pandemie zo klein mogelijk te houden.”

Ook Claas legde in Duitsland de productie van maaidorsers en veldhakselaars stil. Er ontbreken onderdelen, dus kunnen de machines even niet gemaakt worden. Wisselstukken worden wel nog uitgeleverd. De topman van Claas, Thomas Böck, zegt dat het bedrijf als familiebedrijf met ervaring in onder meer China, Italië, Frankrijk en andere landen goed opgewassen is tegen de druk die nu ontstaat. “Onze oogsttechniek is van levensbelang voor het voeden van de bevolking”, aldus de topman, die zegt dat het bedrijf alles zal doen om snel weer op volle productiesnelheid te komen.

JCB en Manitou

De Britse fabrikant van onder meer verreikers JCB heeft op donderdag 19 maart de productie stilgelegd in alle productievestigingen in het Verenigd Koninkrijk. Het bedrijf zegt dat de vraag naar haar producten door het coronavirus scherp is afgenomen. De productiestop geldt tot ten minste 30 maart. “Deze maatregelen zijn ongekend in de geschiedenis van JCB, maar zijn absoluut noodzakelijk om het bedrijf te beschermen”, aldus JCB CEO Graeme Macdonald in een verklaring. “JCB exporteert wereldwijd en de vraag naar onze producten is wereldwijd sterk gedaald door het annuleren van orders en uitstellen van leveringen.”

JCB’s concurrent Manitou heeft te maken met vergelijkbare problemen. De de Franse producent van verreikers en ruwterreintrucks, heeft vanaf 17 maart alle activiteiten in Frankrijk gestaakt, tot in ieder geval 31 maart. Het bedrijf kwam tot dit besluit nadat talrijke partners, leveranciers en klanten aankondigden de deuren te sluiten.

Jan Cees Bron

Actueel

Honden brengen verboden bestrijdingsmiddelen in het milieu

Actueel Honden brengen verboden of streng gereguleerde bestrijdingsmiddelen als fipronil en imidacloprid in het milieu. Die middelen zitten in vlooienbanden, druppels en pillen tegen vlooien en teken. Ze komen via hondenhaar, urine van honden en water waarin honden zwemmen in de omgeving terecht. Onderzoekers van de Wageningen Universiteit noemen het resultaat van hun eerste verkenning zorgwekkend en hebben er internationaal aandacht voor gevraagd.
Voir plus d'articles
Meest gelezen