verkoop via korte keten
de grote ‘boost’ die er
voorbije jaren niet was

VLAM-rapport
In een rapport van Gfk Belgium (VLAM, oktober 2018, dat het aankoopgedrag voor thuisverbruik volgt bij bijna 2.800 gezinnen), ligt de focus op de verkoop via hoevewinkels en boerenmarkten.
De omzetstijging op de hoeve en op de boerenmarkten (inclusief de buurderijen) zette zich voort. “Vooral de boerenmarkten zorgden voor de groei, wat zich vertaalde in een omzetstijging van 4% voor deze rechtstreekse vormen van verkoop”, zegt Liliane Driesen, woordvoerder VLAM in dat rapport van oktober 2019.
Hoewel de aankoopfrequentie in de korte keten stabiel tot zelfs licht dalend is, stegen de bestedingen per bezoek. De omzet op de boerenmarkten in Vlaanderen zit de laatste jaren in de lift.
In de periode juli 2018 tot juni 2019 steeg de omzet met 16,5% tot boven de 12 miljoen euro. Het succes van de relatief nieuwe formule van de buurderijen (Boeren & Buren) ligt aan de basis van deze groei.
Jaarlijks vinden zo’n 160.000 Vlaamse huishoudens de weg naar de boerenmarkt of gaan langs bij een buurderij en besteden er gemiddeld 82 euro. Ze gaan er zo’n 6 keer per jaar langs en geven er per trip 14 euro uit.
De omzet van de rechtstreekse verkoop op de hoeve in Vlaanderen klom in de periode juli 2018 tot juni 2019 boven de 58 miljoen euro of +2%. Eén op de 6 Vlamingen koopt al eens op de hoeve en doet dit 8 à 9 keer per jaar.
Maaltijdboxen
Het aantal keer dat men op de hoeve en de boerenmarkt koopt, is, in tegenstelling tot het globaal sterk dalend aantal winkelbezoeken, stabiel. De korte keten moet wel afrekenen met de concurrentie van de e-commerce en de maaltijdboxen, die weliswaar beperkt blijven qua omvang maar aan belang winnen. Vooral de welgestelde gezinnen met kinderen die een trouw publiek zijn op de hoeve, vormen de doelgroep van de maaltijdboxen.
Het marktaandeel van de hoevewinkel ten opzichte van andere distributiekanalen van verse voeding bedraagt 0,9%. Voor de boerenmarkt ligt dit aandeel onder de 0,2%. “Wel zijn er enkele typische hoeveproducten waarvan het marktaandeel beduidend hoger ligt.
D
Aankoop vlees en fruit
Het aandeel van biologische producten ligt op de hoeve ook beduidend hoger. De hoevewinkel en de boerenmarkt zijn kanalen met een hoger percentage aan biologische producten in het assortiment dan gemiddeld. Eén product op 5 in deze kanalen is bio.
De grootste omzetmaker op de hoeve is vlees met 21% van de omzet, gevolgd door fruit (19%), aardappelen (18%) en groenten (15%).
Op de hoeve maakt agf (aardappelen, groenten en fruit) de helft uit van de omzet. Op de boerenmarkt maakt agf ook meer dan de helft van de omzet uit.
Op de boerenmarkt is fruit de koploper met 22% van de omzet, gevolgd door groenten (20%). Daar is het aanbod van ‘overige’ producten (20%) met onder andere brood en charcuterie relatief belangrijker dan in de hoevewinkel (8%). Zuivel, eieren en gevogelte hebben een gelijkaardig belang op de hoeve en op de boerenmarkt.