De Ronckiers hebben geïnvesteerd in een systeem om hun restwater (afvoerwater, water van de melkverwerking en van de melkstal) te verwerken.
Nadat dit water door 3 zinkputten heen is gelopen, filtert het systeem dit afvalwater op 130 micron om het vervolgens door buizen van 100 micron te sturen. Deze buizen liggen 10 cm onder de grond. Via een pomp wordt op die manier 3 ha korteomloophout (KOH) – een wilgensoort – druppelsgewijs geïrrigeerd. “Op die 3 ha wilg kan ik tot 500 mm/ha geven. Dat is ruim voldoende als men rekening houdt met de neerslag. Zo wordt dagelijks 7 m3 restwater verspreid met behulp van een timer.”
Omdat de reststoffen organisch zijn, blijven ze aanwezig in de eerste centimeters van de bodem. Ze zullen afgebroken worden door micro-organismen. De bomen nemen vervolgens al deze nutriënten op voor hun groei. Op die manier kan hij deze bomen om de 2 of 3 jaar snoeien en kappen. Deze hybriden groeien heel snel, namelijk 4 m per jaar. Doordat ze gekapt worden, nemen deze bomen meer afvalwater op. Met dit systeem wordt jaarlijks 12 ton DS biomassa/ha geproduceerd.
Het volstaat niet om enkel hout te produceren, je moet het ook nog opnieuw gebruiken. En Jean-Bernard heeft 2 mogelijkheden: ofwel maakt hij er compost van, ofwel recycleert hij het via een verwarmingsketel. Vanaf de start van dit project wilde Jean Bernard altijd al het hout omzetten in energie, omdat het bedrijf warm water nodig had voor de sanitaire voorzieningen, de verwarming en om de melk te verwarmen bij de verwerking. In 2001 verbruikte hij bijna 17.000 euro gas per jaar.
Het is pas in 2012 dat hij de Bioballer ontdekte, een Canadese machine die de wilgenstammen kapt, verbrijzelt en er balen van maakt en dit in één beweging. Deze balen, die bij aanvang 350 kg wegen, worden 2 tot 3 maanden gedroogd in de open lucht. Daarna wegen ze nog slechts 250 kg. Na 3 of 4 maanden kan men ze gebruiken als brandstof. Deze balen worden dan in de verwarmingsketel. Deze ketel is aangepast voor vergassing. Eens de baal brandt ( na 5 u in de ketel of gedurende 5 uur) loopt de temperatuur op tot 1000 °C. Bij deze temperatuur verbrandt er geen hout meer, maar slechts de gassen die bij het verbranden vrijkomen. Het rendement komt in de buurt van 95%.
“Rondom de verwarmingsketel bevindt zich 15 m3 water. Dat is voldoende voor al onze behoefte aan warm water en energie. Omdat de temperatuur van het water kan oplopen tot 90 °C, moet dit water afgevoerd kunnen worden, want wij hebben een temperatuur nodig van maximum 60°C.” Een baal hout van 250 kg (met een prijs van 14 euro) komt overeen met 80 l stookolie (met een prijs van ongeveer 80 euro). De energiekost is dus 5 maal minder.
Aangezien het koppel niet genoeg balen produceert, kopen ze vlasbalen (9 euro geleverd en samengeperst) bij een vlasfabriek in de buurt. Hierbij moet worden opgemerkt dat een vlasbaal van 180 kg gelijkstaat met een baal hout van 250 kg als het om het produceren van warmte gaat.