Startpagina Varkens

“Ik word niet gelukkiger door nog grotere volumes te verkopen”

Het blokkeren van de distributiecentra en winkels van Delhaize heeft gevolgen voor leveranciers. Ivan De Keyser van Breydel trad naar voren om aandacht te vragen voor kleine leveranciers die niet altijd de financiële buffer hebben die industriële voedingsgroepen wel hebben. Zijn verhaal gaat echter veel verder dan dat. In dit artikel breekt hij als producent van fijne vleeswaren een lans voor lokaal en duurzaam, voor samenwerken in vertrouwen en voor ‘less is more’. En hij vergelijkt zijn markt graag met die van bier.

Leestijd : 8 min

H et sociaal conflict bij Delhaize heeft ingrijpende gevolgen voor Vleeswaren Antonio, het bedrijf achter het merk Breydel. “Wij werkten naar sterk verhoogde volumes van een aantal specifieke referenties voor een nationale actie in de folder begin maart. Door het onverantwoorde gedrag van de vakbonden raakten onze goederen niet tijdig in de schappen van heel wat winkels, met nefaste gevolgen voor onze organisatie en mensen.

Ook voor de weken na de actie was het effect pijnlijk: doordat we de verkoop van de actie compleet misliepen, werd nadien ook bijna niets meer besteld (omdat de overstocks bij hen eerst de deur uit moesten).

De geproduceerde halffabrikaten kan je niet zomaar even terugdraaien vanwege een vakbondsactie. Ook daarmee blijven we verveeld achter in diepvriesstockage”, zegt zaakvoerder Ivan De Keyser. “We hebben al vaker voor hete vuren gestaan. Ook dit probleem zullen we tackelen door in constructieve dialoog te gaan met onze belangrijkste klant binnen een sfeer van partner-ship. We komen er heus wel uit, zoals steeds, door ‘hard werken en gezond boerenverstand’.”

Het sociaal conflict bij Delhaize hakt stevig in de omzet van de vleesverwerkende kmo uit Gavere. Breydel is gelukkig een sterk merk en verkoopt via verschillende winkelketens, onafhankelijke beenhouwerijen, horeca en de groothandel.

Niet mijn grote droom

Het leven van een ondernemer gaat niet altijd over rozen. “Het was aanvankelijk niet mijn grote droom om vleeswarenproducent te worden. Ik was meer in de wieg gelegd voor de landbouw. In mijn jeugd spendeerde ik alle vakanties op verschillende boerderijen bij familie, waar ik mocht helpen op het land en in de stallen. Zelfs het occasioneel meehelpen bij loonwerkers zijn leuke herinneringen. Ik heb dan ook landbouwingenieur gestudeerd, omdat ik daar de meeste affiniteit mee had.

Antonio Vleeswaren werd opgericht door mijn vader, die slager was. Na mijn studies en legerdienst ‘vonden we mekaar’ en combineerden we vaders vakkennis met mijn ambitie. Ons eerste businessplan paste op het spreekwoordelijke bierkaartje en toch kregen we toen makkelijk een, weliswaar erg dure, lening van de bank voor de bouw van onze eerste fabriek. Toen mijn vader kort na onze start ziek werd, nam ik het bedrijf over en kreeg ik meteen de varkenspest op mijn pad. Er moest flink gereorganiseerd worden. Gelukkig kon ik rekenen op goed advies van collega’s van de vzw Lekkers uit Oost-Vlaanderen, die ik als stichtend voorzitter aanstuurde.

“Het beste advies dat ik kreeg, was om te werken aan een eigen merk en naamsbekendheid. Dat advies kwam van collega en vriend Ganda Ham. Nog voor de eerste campagnes van VLAM promoten wij met deze groep van Lekkers uit Oost-Vlaanderen het belang van lokaal geproduceerd voedsel.

Kwaliteit, en vooral meetbare kwaliteit, is de tweede pijler van het succes van ons bedrijf gebleken. In 1995 waren wij als kleine kmo bij de eerste Belgische bedrijven die werkten volgens de ISO-normen en HACCP. Zo konden we heel wat grote afnemers overtuigen. De belangrijkste pijler van ons verhaal was echter van bij de start de sterke en loyale werkcultuur en mentaliteit binnen onze organisatie, 7/7.

Na de 10 lastige jaren ’90, waar we ons met heel hard werken doorploeterden, en door succes vanaf 2000, werd in 2009 intrek genomen in de huidige nieuwe fabriek. Deze was en is nog steeds toonaangevend met technieken die toen ongezien waren: warmterecuperatie uit koelcompressoren, zonneboilers en –panelen, biologische waterzuivering, dubbel zoveel isolatie als toen gangbaar was, inspelen op de oriëntatie met de koelruimtes aan de noordzijde, … en met een belevingscentrum dat ook vandaag nog steeds bruist van de activiteiten.”

Harde concurrentiestrijd

“Een sterk merk is niet altijd voldoende. Breydel is goed vertegenwoordigd in de retail, maar net daar, waar de grootste volumes gehaald worden, is de strijd om in het winkelrek te geraken en te blijven het hardst. De aankopers wisselen vaak van bedrijf of afdeling, zodat het moeilijk is om een band op te bouwen. Bovendien komen steeds meer spelers in buitenlandse handen, zodat de echte strategische keuzes de affiniteit met ons lokale verhaal dreigen te verliezen en ‘goedkope eenheidsworst’ een steeds groter gevaar wordt.

Ik viseer nieuwe markten binnen ‘verwerking’ (maaltijden, bereidingen, …) en onlinesupermarkten als Crisp en Rayon en maaltijdleveranciers als Foodbag. Ook daarin hollen we in Vlaanderen meestal achter de feiten aan door een verstikkend duur overheidsapparaat, historische loonhandicaps, overdreven regelgeving en tal van buitensporige kosten. Dan moet je als kleine Vlaamse leverancier extra hard werken en bijzonder creatief zijn om overeind te blijven. Er ‘bougeert’ veel in de voedseldistributie en ik probeer telkens mee te zijn als de juiste trein vertrekt.

Eind 2017 maakte ik de balans op van waar we staan en waar we naartoe willen. Ik wou aan ons merk meer diepgang geven en had honger naar de verticale integratie om transparanter te kunnen werken doorheen de ganse ketting, zodat we ‘weet wat je eet’ konden brengen naar de eindconsumenten.

Duurzaam en lokaal

“Ons verhaal klopt met wat de consument wil: eerlijk, duurzaam en lokaal. Ik situeer Breydel ergens tussen de korte en de lange keten in. Onze varkens komen van niet verder dan 25 km van ons bedrijf en ze eten onder meer lokaal voer, aangerijkt met voedzame reststromen uit de voedingsindustrie.”

Voor Breydel werkt Ivan De Keyser samen met een kleine varkensfilière die vanuit 3 locaties zorgt voor 750 varkens per week in een driewekensysteem. De grootste leverancier is Marvaco uit Tielt, die 2 weken levert. De derde week is voor Hapro uit Wingene. “Eén leverancier houdt te veel risico in. Er kan van alles gebeuren, van varkenspest tot een brand of ander onheil. Toen we beslisten om nog maar met 2 varkenshouders te werken, zijn we niet over 1 nacht ijs gegaan. De voorbereidingen voor die omschakeling hebben zowat een jaar geduurd. We keken niet enkel naar de volumes. Het hele plaatje moest kloppen. Beide leveren exclusief voor Breydel, zodat de afhankelijkheid in 2 richtingen werkt.

Onze varkens worden gekweekt volgens gangbare lastenboeken en een samen ontwikkeld Breydel-lastenboek, allen gecertificeerd en gecontroleerd door SGS.” De varkens blijven eigendom van de Marvaco of Hapro tot ze geslacht worden. Breydel betaalt een toeslag per levend varken bovenop de gangbare marktprijs.

Op elk moment beter willen doen

Breydel staat voor ‘traag gebakken voor de beste smaak’ en door onze typische bereidingswijze is de herkomst van de dieren niet echt doorslaggevend voor de smaak. Als ondernemer heb je echter ook een plicht ten opzichte van de maatschappij.

De consument hecht belang aan dierenwelzijn, duurzame voeding, aan lokaal geproduceerd voedsel dat zorgt voor lokale tewerkstelling, traceerbaarheid… Als die aspecten financieel haalbaar zijn, dan doen we dat, omdat we daar als bedrijf achter staan. Samen met mijn 2 varkenshouders wil ik het engagement aangaan om op elk moment beter te willen doen. De afspraken die we maken, evolueren dan ook.”

De toeslag geldt voor het volledige varken. “We hebben behalve de hammen en het spek nog meer producten, maar daarvan verkopen we niet evenredig grote volumes. De logica is dat je geen hammen en spek kan ‘kweken’ zonder de rest van het varken.”

Binnen onze varkensfilière heerst een geest van echt partership waarbij de bereidheid om mekaar te helpen in moeilijke tijden zeer groot is.

Werkt in 2 richtingen

David Martain van Marvaco treedt De Keyser bij. “Het werkt in de 2 richtingen en dat zie je te weinig in de sector. Sommige aankopers halen hun schouders op als leveranciers zeggen dat ze het moeilijk hebben. Als hun eigen rekening maar klopt, stellen ze zich weinig vragen. Als 1 leverancier failliet gaat, staan er 5 klaar om hun plaats in te nemen.”

David Martain heeft zijn bedrijf volledig afgestemd op de productieaantallen die nodig zijn voor Breydel. Het vinden van de juiste kruising heeft wat tijd gevergd. Hij produceert het varkensvoer zelf met een eigen hoogtechnologische veevoederfabriek. Het varkensvoer probeert hij te produceren met zo lokaal mogelijke grondstoffen, met de nadruk op Belgische en Franse herkomst. Tijdens de oogst worden uit de regio ook granen aangekocht. De voederrecepten bevatten voorts reststromen uit de humane voedingsindustrie, zodat ze ook bijdragen aan het vermijden van voedselverspilling en aan een duurzame en circulaire economie.

Kwaliteit, en dan vooral meetbare kwaliteit, is de tweede pijler van het succes vanBreydel gebleken.
Kwaliteit, en dan vooral meetbare kwaliteit, is de tweede pijler van het succes vanBreydel gebleken. - Foto: Breydel

Als eiwitbron wordt momenteel nog, bij gebrek aan alternatief, soja ingemengd in het voeder. Er wordt uitgekeken naar meer lokale alternatieven als eiwitbron.

Nog geen alternatief

voor soja

“Ik werk met 12 verschillende voerrecepten afhankelijk van de diercategorie en de leeftijd van de varkens. We kunnen zeer kort op de bal spelen bij problemen in de stal door direct aanpassingen door te voeren via de formulaties van de verschillende recepturen. Ik denk maar aan pootproblematiek, onrust, ziektes…

De granen zoals maïs, tarwe, gerst worden bij de inname in de voederfabriek gereinigd door een graankuiser met behulp van een cycloon. Zo worden de granen ontdaan van kaf, pellen, stof, stro…Deze restfractie heeft weinig tot geen nutritionele waarde en in nattere oogstjaren kunnen zich op deze restfractie ook schimmels en toxinen vastzetten, die dan op hun beurt weer nefast zouden zijn voor de kwaliteit van de voeders.

Deze restfractie die we eruithalen is ongeveer 0,5 tot 1% ten opzichte van het oorspronkelijke product. Wij werken niet goedkoper, wel beter”, vertelt Martain.

Coldplay en Bruce Springsteen

De verrijking in de varkensstallen van Marvaco in Tielt gaat verder dan wat je doorgaans ziet in Vlaanderen. De Breydel-varkens hebben zelfs een eigen playlist. “Twee keer per dag spelen we in de stallen gedurende 3 uur muziek af. De muziek brengt de dieren tot rust. Dezelfde muziek wordt ook afgespeeld op het moment dat de dieren op transport gaan en dan ook nog eens in de wachtruimte van het slachthuis. Dat alles zorgt ervoor dat de varkens zo weinig mogelijk stress hebben en dat komt bijgevolg de vleeskwaliteit ten goede. Het is vrij eenvoudig toe te passen, met toch een wezenlijk verschil.”

Voor varkenshouders die zelf met een playlist willen werken, heeft David Martain nog een tip. “Plaats een degelijke muziekinstallatie die bestand is tegen stof en stallucht uit de stallen.”

De muziek die 2 keer per dag in de stallen klinkt, wordt ook afgespeeld op het moment dat de dieren op transport gaan en dan ook nog eens in de wachtruimte van het slachthuis.
De muziek die 2 keer per dag in de stallen klinkt, wordt ook afgespeeld op het moment dat de dieren op transport gaan en dan ook nog eens in de wachtruimte van het slachthuis. - Foto: Breydel

Net als Ivan de Keyser moet ook David Martain goed waken over zijn energieverbruik. “De mestverwerking vergt constant elektriciteit, net als de ventilatie van de stallen. Het verbruik van de veevoederproductie komt daar nog eens bovenop. We hebben al héél wat zonnepanelen en gaan die capaciteit op het bedrijf in Aarsele nu verdriedubbelen. De volgende stap is het plaatsen van ‘slimme’ batterijsystemen, zodat we onze overtollige zonne-energie geproduceerd tijdens de dag ook ‘s nachts kunnen inzetten.

In de sector duiken steeds vaker varkenshouders op die in de korte keten stappen. “Ik geloof dat dat kan werken. Misschien niet voor iedereen. Je moet dan als varkenshouder nog verschillende andere petten opzetten en je moet over de mogelijkheden beschikken, in ruimte, tijd en financieel. Je moet kunnen versnijden, verkopen, verpakken, bewaren, laten rijpen, inschatten wat de klanten willen en wanneer ze dat willen …”, duidt Ivan De Keyser.

Charcuterie is als bier

“Charcuterie verschilt daarin niet zo sterk van bijvoorbeeld bier. Er zal altijd vraag zijn naar een heel toegankelijke pils en daarnaast heb je – nu opnieuw – in zowat elk dorp een kleine brouwerij die zijn eigen ding doet met speciaalbieren. Voor beide is er een plaats in de markt.”

“Ik geloof in ‘less is more’, ook voor vlees en fijne vleeswaren. Binnen de korte keten liggen kansen en de toegevoegde waarde zal doorgaans hoger liggen”, voorspelt De Keyser. “Als morgen iedereen in de Breydel-keten zijn boterham kan verdienen met minder varkens, maar met duurdere producten, dan teken ik daar meteen voor.”

Filip Van der Linden

Lees ook in Varkens

Mobiele buitenstal verhoogt dierenwelzijn bij biologische varkens

Varkens Mobiele buitenstallen zien we in Vlaanderen doorgaans vooral voor vlees- of legkippen. Dankzij een nieuw stalsysteem kunnen nu ook zeugen met hun biggen buiten op de weide rondlopen. De biologische varkenshouderij De Vleterbeek uit Poperinge is volgens BioForum de eerste met zo’n mobiele buitenstal.
Meer artikelen bekijken