Startpagina Varkens

Niemand weet wat de toekomst brengt, maar wij kozen ervoor om die rooskleurig te zien

Kaat Geenen nam vorig jaar een varkensbedrijf in Retie over, om zo in de voetsporen van haar schoonouders te treden. Zelf heeft ze geen landbouwachtergrond, maar ze gelooft in de toekomst van de sector.

Leestijd : 8 min

Toen haar schoonouders een extra bedrijf zochten om hun biggen af te zetten, besloot Kaat (24) om zelf een mestvarkensbedrijf te kopen. Zonder veel voorkennis, maar met veel goesting, nam ze een sprong in het diepe. Daar heeft ze nog lang geen spijt van.

Enthousiasme is aanstekelijk

Kaat leerde haar vriend Ron de Bruijn 7 jaar geleden kennen. Hij had geen interesse in het bedrijf van zijn ouders, maar Kaats interesse in de varkens bleef wél groeien. Ze hielp op drukke momenten mee in de stal en leerde zo al doende het werk. Van het een kwam het andere.

“Als ik op vrijdagavond bij Ron thuis was, was de gezinsactiviteit het enten van de biggen”, lacht Kaat. “Ik vond het verzorgen van varkens heel leuk om te doen, en dus ging ik steeds vaker helpen met allerhande taken. Na een tijdje spoorde ik mijn vriend aan om mee in het bedrijf te stappen, maar dat wilde hij niet. Ik had nooit gedacht dat ik een paar jaar later zelf varkens zou houden.”

“Wij waren verbaasd toen Kaat zei dat ze zelf een bedrijf wilde starten”, zegt Leen de Bruijn, schoonmoeder van Kaat. “Maar natuurlijk vonden wij dat een heel goed en leuk idee. Onze 3 kinderen hebben geen interesse in een eigen landbouwbedrijf, wat voor ons geen enkel probleem is, maar op deze manier wordt ons bedrijf dan toch deels verdergezet. Kaat is zeer gedreven en altijd enthousiast. Ze is zeer zelfstandig en kan goed werken. Dat is belangrijk”, knipoogt Leen.

“Dat enthousiasme heb ik van jullie”, gaat Kaat verder. “Mijn schoonouders, Leen en Jan, zijn heel gepassioneerd en blijven positief naar hun sector kijken. Aangezien ik alles van hen geleerd heb, heb ik ook die ingesteldheid meegekregen. Gaat het nu even moeilijk? Dan zal het in de toekomst wel beter gaan.

Mijn eigen ouders moesten ook aan het idee wennen. Ze vroegen zich af of we wel uit de kosten zouden kunnen geraken, want als je niet uit de landbouw komt, schrikken die bedragen je wel af. Nu zien ze dat we hier graag wonen en dat we het hier heel goed hebben. Ik vind het leuk dat ik nu degene ben die hun dingen kan leren.”

Net zoals haar schoonmoeder Leen, had Kaat ook nog niet veel kennis van varkens toen ze een varkensbedrijf overnam.
Net zoals haar schoonmoeder Leen, had Kaat ook nog niet veel kennis van varkens toen ze een varkensbedrijf overnam. - Foto: SN

Toekomst is rooskleurig

“In Gent heb ik elektromechanica gestudeerd”, vertelt Kaat. “Ik ben graag met mijn handen bezig en ik wil zeker niet heel de dag achter een bureau zitten. Ondertussen heb ik ook de starterscursus type A gevolgd, maar type B moet ik nog doen. Jammer genoeg gaat die cursus dit jaar niet door wegens te weinig inschrijvingen. Om mijn VLIF-steun te krijgen moet ik binnen 5 jaar na start de hele opleiding gevolgd hebben. Daar komt dus wel wat stress bij kijken.

Als ik tegen mensen vertel dat ik onlangs ben gestart als varkenshoudster, verklaren velen mij voor gek, en dat is jammer. Dit is zo’n mooie job, maar de positieve zaken worden overschaduwd door de negatieve. Voortaan zien veel ouders met een landbouwbedrijf hun kinderen liever studeren voor iets anders, en dat vind ik zonde. Jonge boeren zijn de toekomst van onze sector en we hebben hen broodnodig.

Ik heb niet lang getwijfeld om dit bedrijf te kopen. Niemand weet wat de toekomst brengt, maar wij kozen ervoor om die rooskleurig te zien.”

Zo schoonmoeder, zo schoondochter

“Mijn verhaal begon ongeveer hetzelfde als dat van Kaat”, vertelt Leen. “Al had ik wel een landbouwachtergrond, want mijn ouders hielden rundvee en van opleiding ben ik industrieel ingenieur met als keuzerichting Landbouw. Van varkens wist ik echter ook nog heel weinig.

Ik nam het bedrijf van mijn schoonouders over, terwijl mijn man, Jan, nog ging werken. Rond die tijd raakten we ook zwanger van ons eerste kind, waardoor ik plots boerin én mama werd. Gelukkig kon ik nog veel op mijn schoonvader rekenen, die mij langzaamaan alles geleerd heeft. Hij wordt dit jaar 85 en staat nog steeds graag in de stal. Nu is mijn man ook vaker thuis, dus is het werk mooi verdeeld tussen ons.

Ik doe het werk in de zeugenstal, en mijn man neemt de zorg voor de biggen en mestvarkens op zich. Op drukke dagen, zoals bij het werpen, spenen en insemineren, helpt hij mij. Ook Kaat komt helpen bij het spenen.

Voor de afmest van onze varkens werken wij al enkele jaren samen met een extern landbouwbedrijf. Nu Kaat ook een deel van onze varkens kan afmesten, kunnen we al onze biggen kwijt zonder af en toe een lot te verkopen. Dat was een heel omslachtige manier van werken. Dankzij die samenwerking kon Kaat ook meteen zekerheid aantonen bij de bank, wat haar zeker geholpen heeft bij het krijgen van een lening.”

Kaat Geenen-2

Werken aan arbeidsgemak

“Mijn dag begint rond 8 uur”, vertelt Kaat. “Ik ga eerst naar de stal met de kleinste biggen en kijk of alles in orde is. Ik check ook de apparatuur en het drinken en eten. Als alles in orde is, zet ik de voederinstallatie aan en ga ik naar de volgende groep, waar ik hetzelfde doe. Als een varken niet helemaal in orde lijkt, ga ik na wat er aan de hand is. Doordat ik oudere stallen overkocht, kan het ook regelmatig voorvallen dat er iets stuk gaat. Daar heb ik dan extra werk mee. Ook heb ik een arbeidspiek als de vleesvarkens geladen zijn en de hokken gereinigd en ontsmet moeten worden.

We hebben nu een half jaar gedraaid en zijn gedurende die tijd nagegaan hoe we dit bedrijf arbeidsvriendelijker kunnen maken. Één stal heeft ondertussen nieuwe deurtjes, maar verder is er nog niet veel veranderd. In 2030 verloopt onze vergunning, dus we moeten tegen dan goed investeren en misschien nieuwe stallen zetten. We hebben nu nog wel enkele jaren om te bekijken wat voor ons het beste werkt. Wie weet neem ik er nog zeugen bij, maar eerst moet ik het afmesten nog volledig onder de knie krijgen. Gelukkig heb ik goede leermeesters.

Als ik vragen heb in verband met de dieren of de administratie, kan ik altijd terecht bij mijn schoonouders. Jan springt dan eens binnen, of ik stuur foto’s naar hen met een vraag, of we videobellen even. Op die manier lukt het mij altijd wel. Zonder de steun of kennis van mijn schoonouders had ik deze droom nooit kunnen vervullen, dus ik ben heel dankbaar voor deze goede samenwerking.

Doordat we elkaars bedrijf redelijk goed kennen, is het voor ons beiden ook mogelijk om eens een nachtje weg te gaan, of om elkaar te helpen op drukke momenten. Als mijn schoonouders een drukke dag tegemoet gaan, ga ik daar slapen, om samen met hen om 4 uur op te staan om het werk rond te krijgen. Ron moet hier thuis dan ook vroeg opstaan om het werk bij de varkens te doen voor hij vertrekt. Hij werkt momenteel aan zijn doctoraat in de machinebouw op de Technische Universiteit Eindhoven”, vertelt Kaat.

Kaat Geenen-11

‘Achter onze stalmuren’

In oktober vorig jaar startte Leen een Facebookpagina op om mensen een blik achter hun stalmuren te bieden. Volgens haar staat de varkenssector te vaak in een slecht daglicht, terwijl de meeste mensen nog niet eens weten wat er eigenlijk op zo’n bedrijf gebeurt. Ze probeert dan ook in heel begrijpbare taal alles uit te leggen.

“Op mijn Facebookpagina ‘Achter onze stalmuren’ vertelde ik gedurende een paar maanden het verhaal van zeug 750 en haar biggetjes. Nu die biggen ons bedrijf hebben verlaten, ben ik op zoek naar nieuwe biggen op ons bedrijf om op te volgen.

Het eerste bericht dat ik vorig jaar postte, ging over onze zoekbeer Pino. Die heeft de taak om voorbij onze te insemineren zeugen te wandelen. Als de zeug stokstijf blijft staan wanneer Pino voorbij wandelt, is ze vruchtbaar. Je kan haar dan een duw geven, maar de zeug verstijft met haar oren rechtop en is helemaal van de wereld. Pino moet dat werkje trouwens niet alleen doen. Hij woont samen met zijn vrienden Bert, Ernie en Kermit bij ons in Sesamstraat. Dat is een aparte afdeling op ons bedrijf waar zoekberen verblijven, weg van de te insemineren zeugen.

We insemineerden zeug 750 toevallig toen ik met de pagina begon en daarna ben ik haar verhaal blijven vertellen. Ik heb het gevoel dat het brengen van zo’n persoonlijk verhaal van één zeug meer betrokkenheid genereert dan droge algemene informatie.

De pagina is al populairder dan wat ik had verwacht, en ik krijg veel positieve reacties. De negatieve reacties blijven uit, terwijl ik daar toch wel bang voor was. Ik schrijf namelijk eerlijk wat er gebeurt in de stal. Zo werd bijvoorbeeld een biggetje doodgelegen door de moeder. Ook dat is de realiteit.”

Mensen bewustmaken

“Ik zou graag iedereen toelaten in de stal, maar dat is niet mogelijk omwille van bioveiligheid. Op onze deur buiten hangt een bord met ‘verboden toegang’. Dat is niet om mensen te weren, maar wel om de ziektes die ze meebrengen buiten te houden.

Soms laat ik wel mensen toe op afspraak, en als ik hen bezig hoor in de stal, merk ik dat er een wereld voor hen opengaat. Zo komen de vrienden van onze kinderen wel eens langs, of de chiroleden waar ze leiding van zijn. Je komt vandaag niet zomaar meer binnen op een varkensbedrijf, maar ook niet op andere landbouwbedrijven. Ik vind het zelf ook heel interessant om bij andere boeren te gaan kijken, dus wil ik anderen die kans ook geven.

Momenteel heb ik ook een heel goede stagiair die even enthousiast is als wij. Hij wil ontzettend veel leren en is hier een tijdje geleden zelf komen aankloppen. Regelmatig komt hij op de proppen met goede ideeën waar ik zelf nog niet aan gedacht had. Zo richtte hij onze opslagruimte veel efficiënter in en maakt hij mee de planning. Hij komt elke donderdag, en met ons vierwekensysteem is dat wel jammer. Sommige taken doen wij enkel op vaste dagen, en dan mist hij die. Dekken doen we bijvoorbeeld enkel in het weekend, maar hij is toen ook al wel een keer komen kijken.

Onze stagiair heeft thuis een jongveebedrijf, maar hij twijfelt over de sector waarin hij wil starten. Ondertussen heeft hij al enige ervaring met varkens, en nu wil hij ook nog graag stage doen op een kippenbedrijf. Wij zien zo’n jongeren met een grote passie graag komen”, geeft Leen nog mee.

Sanne Nuyts

Lees ook in Varkens

Mobiele buitenstal verhoogt dierenwelzijn bij biologische varkens

Varkens Mobiele buitenstallen zien we in Vlaanderen doorgaans vooral voor vlees- of legkippen. Dankzij een nieuw stalsysteem kunnen nu ook zeugen met hun biggen buiten op de weide rondlopen. De biologische varkenshouderij De Vleterbeek uit Poperinge is volgens BioForum de eerste met zo’n mobiele buitenstal.
Meer artikelen bekijken