De melkproductie was sterk gedaald in de meeste Europese landen waar heel wat melkveehouders, geconfronteerd met een lege portemonnee, hun engagementen voor de vrijwillige melkproductiebeperking hebben gerespecteerd in ruil voor 14 cent per liter niet-geleverde melk. Na de ingezette vertraging in mei is de Europese melkproductie in het vierde trimester gedaald met 3,5 % ten opzichte van dezelfde periode in 2015. Over heel 2016 bekeken is de jaarlijkse geleverde melkhoeveelheid minder dan een halve procent gestegen in vergelijking met 2015.
Vertraging in Duitsland
In Duitsland blijft de melkophaling vertraagd. In vergelijking met het vierde trimester van 2015 ging het om een productiedaling van 4 % in het laatste trimester van 2016, en dat ondanks het heropveren van de melkprijs. Vooral in de länder in Oost-Duitsland ging het stevig achteruit met een daling van 7 % voor september en oktober in vergelijking met dezelfde maanden het jaar voordien. Die Oost-Duitse deelstaten zijn goed voor 22 % van de nationale productie en het is daar waar de melkveehouderijen in november het aantal koeien met 5,2 % verminderd hebben in vergelijking met 2015.
De melkproductie daalt in geringere mate in de Westelijke deelstaten (-3 % in september en oktober in vergelijking met 2015). Daarbij zijn er geen opmerkelijke verschillen tussen het Zuiden en het Noorden, waar het aantal koeien met slechts 0,8 % naar beneden is gegaan.
De Duitse melkprijs blijft zijn snel herstel voortzetten met een evolutie van 21,6 euro/100 l in juni naar 29,6 euro/100 l in november. Dat is een sprong van 37 % op minder dan 6 maanden. Die officiële melkprijs is de kaap van de 30 euro in december wellicht gepasseerd en zal zijn voortgang verderzetten in het eerste trimester van 2017.
Opvallend is dat de heropleving het meest uitgesproken is in Schleswig-Holstein, waar de prijs ook het laagste was gevallen: van 20 euro/100 l in juni 2016 tot 31,4 euro/100 l in november. Omgekeerd is de stijging het meest gematigd in Bayern, waar de prijs van 24 naar 29,2 euro/100 l ging in dezelfde periode.
Frankrijk in vrije val
In Frankrijk is de melkproductie in het vierde trimester met meer dan 7 % gedaald in vergelijking met dezelfde periode het jaar voordien. Deze daling kwam al na een eerder kleine daling van april tot augustus 2016. Dit zorgt ervoor dat de jaarlijkse Franse melkproductie in 2016 met 2,2 % daalde en terugzakt tot op het niveau van 2011 en 2012.
Veel melkveehouders zijn de dupe van de combinatie van de slechte melkprijsconjunctuur met matige ruwvoederopbrengsten. Geconfronteerd met zwakke ruwvoedervoorraden en/of hun matige kwaliteit, hebben zij het rantsoen van hun melkvee verlaagd. Ruwvoeder aankopen was in veel gevallen geen optie wegens de beperkte liquiditeit en de daaropvolgende schulden bij leveranciers.
Over het geheel bekeken houden ze hun kudde zoals die is in afwachting van betere tijden. Eind 2016 bedroeg het aantal melkkoeien nog altijd 0,7 % minder dan 2015. Er zijn vrij veel reforme koeien, maar ook nog altijd een hoog aantal vaarzen.
De melkprijs stijgt heel langzaam, met over zes maanden bekeken slechts 2 euro/100 l. De gemiddelde Franse basisprijs situeerde zich voor december om en bij de 30,5 euro/100 l na de kaap van de 30 euro in oktober bereikt te hebben. Voor het eerste trimester van 2017 zou de melkprijs naar 33 euro/100 l kunnen gaan.
De prijsstijging is uitgesprokener in regio’s waar de verwerking tot melkingrediënten hoger is dan elders.
Ook in het Verenigd Koninkrijk
Ook in het Verenigd Koninkrijk is de productiedaling sterk, met een daling van 6 tot 7 procent in het vierde trimester van 2016 in vergelijking met dezelfde periode in 2015.
De melkveehouders hebben er de voet van het gaspedaal gehaald en geherstructureerd maar het aantal opzeggingen aan de melkfabriek blijft met jaarlijks 2 % eerder zwak.
De melkprijs is sedert juni opnieuw met 20 % gestegen tot 24,2 pond per 100 l in september, maar blijft weinig stimulerend. De prijsniveaus van 2013 (33,6 pond) en 2014 (29,7 pond) zijn immers nog ver weg. Uitgedrukt in euro’s is de melkprijs minder snel gestegen tot 27 euro/100 l, met als oorzaak de koersdaling van het pond ten opzichte van de euro.
De melkophaling is evenzeer zeer vertraagd in Denemarken, Zweden en zelfs Ierland, waar de melkveehouders hun koeien vroeger hebben drooggezet om zo te kunnen genieten van de tegemoetkoming voor vrijwillige melkproductiebeperking. De groei in de Ierse melkveestapel is gestopt. Het aantal reforme koeien bleef hoog tot aan het begin van de winter.
Nederland
In Nederland is de melkophaling eind vorig jaar gestabiliseerd na een lange periode van uitbreiding. De jaarlijkse productie is volgens Tendances Lait et Viande zo met 7 % gestegen in vergelijking met 2015, wat hetzelfde is dan het jaar voordien.
Ondanks het herstel van de melkprijzen, zullen Nederlandse melkveehouders toch hun productie in 2017 moeten remmen. Zonder dreigen ze op het einde van dit jaar het voordeel van de derogatie te verliezen, waardoor ze tussen de 230 en 250 kg/ha organische stikstof kunnen toedienen. Om dit te kunnen bewaren, moeten ze snel een fosfaatoverschot afbouwen.
De - in Nederland - coöperatie FrieslandCampina is met de basis-melkprijs omhoog gegaan van 25 euro per 100 l in augustus tot 34,5 euro per 100 l in januari 2017 voor zijn leverancier-eigenaars.
In landen zoals Polen, Spanje en Italië blijft de melkproductie eerder overeind. In die landen was de melkproductie ook relatief weinig gestegen na de afschaffing van de melkquota.
Verwachte herneming
Over heel Europa is de melkophaling voor het vierde trimester met 3,5 % gedaald in vergelijking met 2015. Terzelfdertijd hebben andere grote melkveemogendheden dezelfde trend doorgemaakt, met uitzondering van de Verenigde Staten waar de groei in productie zich in de herfst nog versneld heeft (+2,4 % in vergelijking met 2015).
In 2017 moet het herstel van de melkprijzen de Europese productie opnieuw revitaliseren. Op die manier zou die stelselmatig de productiekloof met de cijfers uit 2016 moeten kunnen dichten om die volgende herfst in te halen. De Amerikaanse productie zal dynamisch blijven (+1,7 % in vergelijking met 2016 volgens het Departement Landbouw). Anderzijds zal de productie in Nieuw-Zeeland vertraagd blijven voor de resterende campagne 2016/2017 die afloopt in mei. Dairy NZ en Fonterra voorspellen respectievelijk een daling met 5 en 7 % voor de gehele campagne.
Naar: Tendances Lait et viande (Idele)