1. De vestiging, hervestiging of voortzetting van een landbouwbedrijf.
2. Het samenvoegen van landbouwbedrijven met het oog op het creëren van een financieel duurzaam landbouwbedrijf. Daarbij kan ook de optimalisatie van de spreiding van de percelen in rekening gebracht worden.
3. Het beschermen van landbouwbedrijven wanneer deze omwille van projecten van publiek belang in het gedrang komen.
4. Het beschermen van het familiale karakter van een landbouwbedrijf.
5. Het tegengaan van speculatie op de vastgoedmarkt.
6. Het beschermen van de financiële leefbaarheid van een landbouwbedrijf wanneer deze in het gedrang komt door de afzonderlijke verkoop van de landbouwgronden en landbouwgebouwen.
7. Het beschermen en ontwikkelen van bossen en het optimaliseren van bosbouwactiviteiten.
8. Bescherming van de natuurlijke omgeving in eerste instantie door het implementeren van aangepaste landbouwmethodes.
9. Het behoud van peri-urbane landbouwgronden en groene zones.
10. De vrijwaring van aan landbouw en open ruimte gerelateerde publieke onderzoeksinstellingen.





