Winterbloeiers geven voorsmaakje van de lente
Winterbloeiende planten bloeien in het putje van de winter, op het moment dat andere planten nog volop in winterrust zijn. Ondanks de stevige winterprik halfweg december, bloeien ze ook dit jaar uitbundig. Bovendien bloeien bladverliezende struiken en bomen op hun naakte hout, waardoor de rijke bloei nóg meer opvalt.

Wanneer het gaat vriezen, trekken de meeste winterbloeiers het vocht terug uit hun bloemen, waardoor de ontwikkeling van nieuwe bloemen tijdelijk stilvalt. Van zodra de temperatuur echter weer hoger wordt, gaat het vocht retour en bloeien ze vrolijk verder.
Twee soorten winterbloeiers
Grofweg vallen de winterbloeiers op te delen in 2 soorten:
Windbestuivers De windbestuivers bloeien met eerder onopvallende katjes. De mannelijke katjes produceren heel veel stuifmeel, dat in grote hoeveelheden meegevoerd wordt met de wind en dat zo de vrouwelijke katjes zal bestuiven. Voor deze planten is het een groot voordeel als er op dat moment nog geen bladeren aan de bomen zitten, omdat het stuifmeel dan makkelijker de vrouwelijke bloemen kan bereiken. Hazelaars – waarvan de eerste exemplaren nu al in bloei staan– elzen, berken en de zeldzame iepen, zijn bekende windbestuivers.
Insectenbestuivers Een tweede categorie winterbloeiers zijn de insectenbestuivers. Om de kans op bevriezing te verkleinen, zijn hun bloemen vrij klein en eerder onopvallend. Vaak staan deze bloemen echter in grote aantallen samen en zijn ze fel (vaak geel) gekleurd om toch de aandacht van de zeldzame, winteractieve insecten te trekken. Dikwijls worden insecten ook gelokt met zoete geuren, een eigenschap die hen in de wintertuin extra attractief maakt.
Om de kans op bevruchting nog te vergroten, bloeien ze langer, vaak verschillende maanden. Tot deze groep behoren ook de bladhoudende winterbloeiers. Dikwijls zijn dit planten die bij ons niet inheems zijn, maar die toch voldoende winterhard zijn. Zij hebben vaak grotere, meer opvallende bloemen. Graag stellen we enkele minder bekende winterbloeiers aan jullie voor.
‘Prunus subhirtella ‘Autumnalis rosea’’
De naam zegt het al, dit is een echte winterbloeier. Deze sierkers bloeit met tussenpozen van november tot en met maart. In periodes met strenge vorst stopt de bloei, om te hernemen bij milder winterweer. De half gevulde, zachtroze getinte witte bloemetjes verschijnen in groepjes van 2 tot 5 aan de kale takken. Het is niet echt een uitbundige, korte bloei, zoals we die kennen bij de voorjaarsbloeiende sierkersen, maar eerder een langgerekte subtiele bloei die een hele winter lang doorgaat.
Dit bladverliezende boompje heeft een brede, omgekeerd piramidaal uitgroeiende kroon, die nooit echt veel schaduw geeft in de tuin, omdat hij geen dicht takkenstelsel vormt. Dit maakt hem geschikt voor bijna elke tuin. Hij wordt maximum 8 m hoog (meestal blijft hij kleiner) en doet het goed op elke grond. In de zomer is het een minder opvallende verschijning, maar in de herfst steelt hij alweer de show met zijn prachtige geel en oranje gekleurde herfstbladeren.
Nog een bijkomend voordeel is dat de plant geen onderhoud vraagt. Snoei is uit den boze, omdat de gesnoeide takken uitlopen in een rechte hoek, waardoor er kruisende takken ontstaan en de boom gevoeliger wordt voor ziektes. Moet er omwille van beschadiging toch gesnoeid worden, dan moet de tak in zijn geheel worden weggesnoeid op het einde van de zomer. Kortom, het is een boompje dat zijn plaats verdient in elke tuin.
Viburnum-soorten
Viburnum is een groot geslacht uit de muskuskruidfamilie (Adoxaceae), dat voornamelijk bestaat uit half grote tot grote bladverliezende en bladhoudende struiken. Heel wat soorten uit dit geslacht hebben niet echt een Nederlandse naam en worden dan vaak foutief benoemd als ‘sneeuwbal’. Dit komt doordat een aantal Viburnum-soorten inderdaad in de winter bloeien. De meeste planten uit dit geslacht bloeien echter in het voorjaar of de zomer.
‘Viburnum farreri’
’Viburnum bodnandentse ‘Dawn’’ Deze Vibernum-soort is de enige echte ‘sneeuwbal’ die ontstond door kruising van bovengenoemde soort met Viburnum grandiflorum. Deze struik bloeit van begin december tot eind maart met in trosjes staande bloemen. Bij het uitlopen is de buitenkant van de bloem overwegend roze. Na het openen verkleuren de heerlijk ruikende bloemen langzaam van roze naar wit. Het is een traag groeiende struik, die weinig onderhoud vraagt en die tot 3 m hoog wordt.
’Viburnum tinus’
De bloeiperiode kan, afhankelijk van jaar tot jaar, al zeer vroeg in de herfst (eind oktober) beginnen en met tussenpozen doorgaan tot wel eind mei. De bloemknoppen zijn roze van kleur en groeien samen in lichtjes bolvormige schermen, de bloemetjes zijn crèmewit van kleur. De plant hoeft niet gesnoeid te worden, wel kan na de bloei de plant, indien nodig, in vorm gesnoeid worden.
Hamamelis (toverhazelaar)
Nog zo'n echte winterbloeier is de toverhazelaar. Midden in de winter toveren de Hamamelis-struiken heerlijk geurende bloemen aan de kale twijgen. De lintvormige bloemblaadjes gaan bij strenge vorst hangen, maar richten zich daarna weer op en bloeien door. De bloeiperiode begint half december. Elke kweekvorm bloeit ongeveer 1 maand, maar omdat er vroege en late soorten zijn, gaat de bloei door tot in maart. Na de bloei verschijnt het blad, dat veel weg heeft van dat van de hazelaar (Corylus).
In de natuur komen 4 soorten toverhazelaars voor: 2 in Amerika, 1 in China en 1 in Japan.
‘H. virginiana’ De Amerikaanse soort H. virginiana bloeit in de herfst.
‘H. vernalis’ De andere Amerikaanse soort, H. vernalis, bloeit in de winter, waarbij hij verrukkelijk geurt.
‘H. mollis’ De bekendste toverhazelaar is ongetwijfeld de Chinese H. mollis, met heldergele bloemen. De bloemblaadjes van de H. japonica lijken sterk op die van de H. mollis, maar zien er meer ‘verfrommeld’ uit
De winter mag dus gerust nog wat aanhouden, dankzij deze winterbloeiers krijgen we alvast een voor-smaakje van de lente.