Startpagina Tuin

Het belang van een goede bodem

Een goede bodem heeft de juiste balans nodig van mineralen en organische stoffen die planten nodig hebben om goed te kunnen groeien. Een goede bodem houdt ook voldoende water vast – zonder in de winter te nat en in de zomer te droog te zijn –en moet ook voldoende zuurstof bevatten om de wortelgroei mogelijk te maken.

Leestijd : 5 min

Ook de micro-organismen, zoals bacteriën en bodemschimmels, en bodemdiertjes zijn onmisbaar voor een goede plantengroei. Wij geven hier bij het begin van het tuinseizoen graag een woordje uitleg over. Ervaren tuiniers weten maar al te goed hoe belangrijk de bodem is om succesvol te kunnen tuinieren.

Bodemanalyse aan te raden

Eigenlijk zou iedereen die een nieuw stukje grond wil omvormen tot een tuin, het best kunnen starten met een bodemanalyse. Hiervoor kan je onder andere terecht bij de Bodemkundige Dienst van België (BDB), die speciaal voor particulieren het 'tuindoosje' ontwikkelden.

Het standaardonderzoek omvat een analyse van de belangrijkste bodemparameters: zuurtegraad, grondsoort, humusgehalte en de hoeveelheid van de diverse voedingselementen die in de grond aanwezig zijn. Op basis daarvan krijg je een uitgebreid bekalkings- en bemestingsadvies voor gazons, siertuinen en moestuinen.

Bovenop het advies krijg je nog een hele reeks tips gratis meegestuurd op maat van het bodemonderzoek van je eigen tuin. De kostprijs voor de analyse, het advies en de tips bedraagt 87 euro (meer info via www.bdb.be).

Wat zit er in de grond?

De bodem is verre van een inerte massa van geërodeerd gesteente. Grond bevat ook rottend materiaal van planten en dierlijke resten die op de grond vallen en een krioelende massa levende insecten, larven en micro-organismen. Zij zorgen ervoor dat de gesteenten en het organisch materiaal worden omgezet in opneembare voedingsstoffen voor de plant en zo uiteindelijk ook in voedsel voor mens en dier.

Een van de elementaire manieren om een supergrond te krijgen is het ecosysteem van levende bodemorganismen koesteren, beletten dat het uit evenwicht geraakt en het verder stimuleren door toevoeging van voldoende, al dan niet verteerd, organisch materiaal. En hoewel de aarde onder onze voeten behoorlijk vast lijkt, bestaat slechts de helft ervan uit vaste deeltjes. De andere helft is een combinatie van lucht en water.

In goede grond is ongeveer de helft van de poriën gevuld met water. In dat water zijn tal van chemische stoffen opgelost, waaronder de voedingsstoffen die essentieel zijn voor de groei van de planten. De overige poriën zijn gevuld met lucht, zodat de plantenwortels ook kunnen ademen.

Bodemsoorten - textuur

De bodemsoort wordt bepaald door de grootte van de minerale deeltjes waaruit hij opgebouwd is. Zanddeeltjes zijn zeer grof (0,05 tot 2 mm groot), zijn goed waarneembaar in de bodem en voelen korrelig aan tussen de vingers. Doordat er veel lucht tussen de korrels zit, zijn zandgronden licht en gemakkelijk te bewerken. Anderzijds houden zij moeilijk water en voedingsstoffen vast.

Leemdeeltjes zijn kleiner dan zanddeeltjes (0,002 tot 0,05 mm) en niet meer zichtbaar met het blote oog. Leemgronden zijn doorgaans zeer vruchtbare gronden, die voldoende water en meststoffen vasthouden.

Kleigronden zijn opgebouwd uit nog fijnere minerale deeltjes (< 0,002 mm) die zeer glad en kleverig aanvoelen tussen de vingers. Kleigrond is heel vruchtbaar, maar moeilijk te bewerken, omdat er zo weinig lucht tussen de fijne gronddeeltjes aanwezig is. Kleigrond houdt water en voedingsstoffen zeer goed vast, waardoor het in natte winterse omstandigheden vaak een plakkerige massa wordt en waardoor deze grond pas laat in het voorjaar te bewerken is.

Natuurlijk bestaat geen enkele bodem alleen maar uit zand, leem of klei, maar uit een mengeling van verschillende korrelgroottes. Het is de materie die de overhand heeft, die de bodemsoort bepaalt. Onthoud dat geen enkele bodemsoort echt ongeschikt is om in te tuinieren, ze hebben wel elk hun eigen specifieke voor- en nadelen.

Toevoeging van compost verbetert de eigenschappen van zware én lichte gronden. Lichte zandgronden zullen door toevoeging van compost beter in staat zijn om water en voedingsstoffen vast te houden, omgekeerd zullen zware kleigronden luchtiger en minder nat worden door toevoeging van compost.

Bodemstructuur

‘Bodemstructuur’ is een vrij vaag begrip, het geeft aan hoe de mineralen- deeltjes in de bodem verspreid zijn of net samenklonteren tot kruimels of kluiten. Losse kruimels en kluiten zorgen voor veel poriënruimte en dus voor veel zuurstof en voor een goede waterhuishouding. Wortels en bodemorganismen dringen gemakkelijker in de bodem door en grondbewerkingen gaan een stuk vlotter.

Een goede bodemstructuur geeft een goede tuin. De bodemstructuur is gemakkelijker te beïnvloeden dan de textuur, zowel in positieve als negatieve zin. Zo kan structuurverval ontstaan door te grote druk (zware machines) of door de tuin te betreden in natte omstandigheden. Organische bemesting (toevoegen van organisch materiaal) zal de structuur dan weer verbeteren. Kalk heeft een positieve invloed op de structuur van zware gronden en een voldoende hoog humusgehalte zal de structuur verbeteren, ongeacht de textuur van de bodem.

Humus, humus, humus

Goede bodems zijn rijk aan humus, een organische stof die achterblijft als organisch afval (dierlijke resten en plantaardige resten) omdat in de bodem levende micro-organismen omgezet worden tot koolzuurgas en mineralen. Humus zorgt ervoor dat de micro-organismen in de bodem kunnen overleven, wat de bodemstructuur ten goede komt. Dankzij de donkere kleur bespoedigt humus de opwarming van de bovengrond, waardoor die vroeger zaaiklaar is.

Humus is een kleverige (colloïdale) substantie die de bufferende eigenschappen van de bodem sterk verhoogt, die er met andere woorden voor zorgt dat de bodem beter water en vooral voedingsstoffen kan vasthouden om ze op het geschikte moment weer af te geven. Kortom humus speelt een – vaak nog onderschatte – zeer belangrijke, positieve rol voor de microbiologische, scheikundige en fysische eigenschappen van de bodem.

Compost

De huidige manier van tuinieren put de grond vaak uit. Het gras wordt gemaaid en afgevoerd, bladeren worden opgeruimd, vaste planten teruggeknipt, groenten en fruit geoogst. Telkens worden voedingsstoffen en organisch materiaal afgevoerd. In de landbouw wordt dit grotendeels ondervangen door het gebruik van stalmest en groenbemesters.

In de tuin kan dit het best gebeuren door jaarlijks een flinke laag compost aan te brengen in de borders, rond de bomen, onder de hagen en in de moestuin. En ook in het gazon kan compost gebruikt worden om het organischestofgehalte op peil te houden. Dit kan het best in het najaar gebeuren door de compost in kleine hoopjes te verdelen over het gazon, om hem daarna met een hark gelijkmatig te verdelen. Na enkele regenbuien zie je de compost nog amper en na de winter zal de compost door de bodemorganismen volledig in de bodem ingetrokken zijn.

Geert Brantegem

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken