Startpagina Tuin

Waarom en hoe zeekool kweken?

Veel tuiniers beperken zich in de moestuin tot het kweken van courante groenten, waarvan in de handel volop plantgoed en zaad verkrijgbaar is. Vaak zijn dit relatief korte teelten, met bovendien een grote kans op succes, omdat de rassen goed aangepast zijn aan ons klimaat. Waarom zou een mens dan zeekool willen kweken? En kan men dat eigenlijk wel kweken in het binnenland?

Leestijd : 5 min

We geven je in dit artikel graag een antwoord op al jouw vragen over zeekool. Dat er heel wat vragen – en gelukkig ook antwoorden – zijn over zeekool en de zeekoolteelt, mag blijken uit de literatuur.

Vaak heeft men het over een relatief nieuwe groente, of al even vaak over een vergeten groente. Zeekool wordt ook vaak vermeld als sierplant (vaste plant) zonder melding te maken van zijn culinaire deugden: de typische, zilte koolsmaak voor zeekool gekweekt op zilte gronden en de ietwat bittere smaak die het midden houdt tussen broccoli en asperge van de in vruchtbare moestuingrond geteelde zeekool. De oude koolbladen zijn bitter en oneetbaar, maar de gebleekte jonge scheuten, te bereiden volgens de klassieke recepten van bloemkool en asperges, en de ongebleekte jonge blaadjes, ideaal om in salades te verwerken, zijn culinaire topproducten. En omdat de (gebleekte) zeekoolbladeren moeilijk te vinden zijn in de handel, zul je ze zelf moeten kweken om die culinaire kwaliteiten van deze primeurgroente (oogstbaar maart en april) te ontdekken.

Botanisch

Zeekool (Crambe maritima) is een van die zeldzame planten die we rechtstreeks, zonder veredeling of selectie, in de tuin geïntroduceerd hebben. Zowel de Nederlandse naam ‘zeekool’ als de wetenschappelijke benaming 'maritima' wijst in de richting van de zee, de natuurlijke biotoop van deze plant.

Zeekool, een zouttolerante plant, groeit in het wild langsheen Europese kusten. Ook in België komt zeekool heel sporadisch en beperkt voor langsheen de kustlijn (bijvoorbeeld in het Zwin).

Crambe is een geslacht uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae) en is dus verwant aan de meer bekende koolsoorten. Het is een winterharde, lang levende, vaste plant. Ook in de moestuin kan hij, mits regelmatige verjonging, tot 20 jaar oud worden. Zeekool lijkt een beetje op ongekropte kool en wordt ongeveer 60 cm hoog. De plant vormt een breed rozet met grijsblauwe, dikke en vlezige bladeren, die langs de rand sterk gegolfd zijn en die een opvallend lange steel hebben.

In het late voorjaar verschijnen stevige bloeistengels waaraan de spectaculaire, brede bloemschermen verschijnen met honderden 1 cm grote, zuiver witte bloemen. De bloemen hebben een zoete, honingachtige geur en worden druk bezocht door allerlei insecten. Later verschijnen massaal de ovale tot bolvormige 1 cm grote zaaddoosjes, met daarin telkens 1 zaadje. Die zaaddoosjes worden in hun natuurlijke habitat door de zee meegenomen en verspreid.

Historisch

Eigenlijk is er weinig spectaculairs terug te vinden over het verleden van deze plant. Ze werd niet geïntroduceerd door een ontdekkingsreiziger en er was geen koninklijke kok die ervan in de ban geraakte. Dit kan verklaard worden door het feit dat deze wilde groente, op de plaatsen waar ze van nature voorkwam, gemeengoed was, zeker onder de armere bevolking, die haar voedsel vaak gewoon uit de natuur moest halen.

Vanaf de 17e eeuw, op het moment dat de planten voor het eerst in de moestuinen werden geïntroduceerd, ontstond er een bloeiende handel in het dure en zeldzame zaad. In de 18e eeuw was zeekool een populaire moestuinplant die in diverse botanische werken vermeld werd. Zeekool paste perfect in de moestuinen van kastelen en grote landhuizen, waar tuiniers met geduld en veel toewijding deze exclusieve groente de nodige aandacht konden schenken.

Later overleefde de teelt vooral in liefhebberstuintjes, om dan in de jaren 70 van de vorige eeuw, onder invloed van de hernieuwde interesse voor autochtone gewassen en bijzondere eetbare planten, opnieuw op te bloeien.

Opkweek

Het telen van zeekool, een wilde plant die onder de juiste omstandigheden gewoon als 'onkruid' groeit, is vrij eenvoudig, zolang we maar zorgen voor de juiste groeiomstandigheden.

Er wordt meestal uitgegaan van wortelstekken (lengte 5 à 10 cm) die in maart-april genomen worden van 1 tot 1,5 cm dikke wortels van bestaande planten. Soms worden die ook in de handel aangeboden of kan men via andere tuinliefhebbers wel enkele wortelstekken op de kop tikken. De wortelscheuten kunnen gedurende enkele weken in potten (12 op 15 cm potten voldoen uitstekend) worden voorgekweekt op een beschutte, warme plek (zorg ervoor dat het bovenste deel van de wortelstek nog net zichtbaar is). Daarna kan je ze eind mei, als ze 4 tot 5 blaadjes hebben, uitplanten op een onderlinge afstand van 50 à 60 cm, in de volle grond.

Zeekool kan ook worden opgekweekt uit zaad, maar dan duurt het een jaar langer alvorens men kan oogsten. Kras de kurklaag op de zaden wat los om de kieming te versnellen. De kiemkracht van zeekoolzaden is niet altijd gegarandeerd, leg daarom 4 tot 5 zaadjes samen (april is de ideale zaaimaand) in putjes van ongeveer 2 cm diep.

Pas na een maand komen de eerste plantjes boven en als ze 2 tot 3 blaadjes hebben, kunnen ze worden gedund, zodat er telkens slechts 1 sterk plantje overblijft. Het eerste jaar volstaat het om het kweekbed onkruidvrij te houden. De eerste 2 jaren wordt er niet geoogst, zodat de planten voldoende reservestoffen kunnen opbouwen, om ze de daaropvolgende jaren met succes te kunnen forceren en bleken.

Oogsten: forcerie en bleken

Bij zeekool worden, naast de jonge blaadjes, omzeggens alleen de jonge, gebleekte bladeren geoogst als groente. In hun natuurlijke habitat worden de planten gebleekt door ze in de herfst te bedekken met 30 cm (strand)kiezels. In de tuin volstaat het om de struiken vanaf het derde groeijaar in februari, na het opschonen van de planten, af te dekken met een lichtdichte emmer, pot of kist. Door de planten met een week tussentijd af te dekken van begin tot eind februari kan de oogst enigszins gespreid worden. Na 4 tot 7 weken, wanneer de scheuten ongeveer 20 cm lang zijn, kan er geoogst worden en dan... kan je eindelijk zelf vaststellen waarom zeekool zo gegeerd wordt in culinaire middens.

Tips voor de teelt

Zeekool, met zijn blauwgrijze bladeren en grote, witte bloemschermen, is ook een sterke en gewaardeerde tuinplant. Wie op zoek is naar uitgangsmateriaal (ook geschikt voor de moestuin) kan terecht bij de talrijke vaste plantenkwekers die deze plant in hun assortiment hebben opgenomen.

Deze groente gedijt het best in een voedzame, humusrijke, lichte grond met een vrij hoge pH (kalkrijk), op een zonnige luchtige plaats. Aangezien het hier gaat om een doorlevende plant wordt de grond bij aanplant het best voldoende diep bewerkt en aangerijkt met een grote hoeveelheid compost (10 l/m²).

Omdat zeekool niet diep wortelt, wordt het onkruid rond de plant beter gewied dan geschoffeld. Om de opbrengst in de moestuin te verhogen, worden de bloemstelen het best verwijderd, zodat de plant alle energie kan stoppen in de groei en niet in de vorming van zaad.

Geert Brantegem

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken