Startpagina Korte Keten

De boerderijmarkt: voor al je voeding één vaste verkoopplaats

Eenmaal per week op vrijdagavond zet het Moeninckhof in Kanegem (Tielt) de deuren open voor het publiek. Mensen zijn namelijk tuk op hun concept, de Boerderijmarkt. “Het is een indoormarkt die werkt als een supermarkt. Mensen kiezen hun producten bij de producent en betalen doe je aan de kassa”, vertelt oprichter Baziel.

Leestijd : 6 min

B aziel en Veronique zijn stevig in de weer als we ze ontmoeten op de boerderijmarkt aan het Moeninckhof. Het is een gezellige bedoening. De klanten kiezen hun producten uit, de producent scant de rekening en zet het op een soort klantenkaart. Aan de kassa staat er een rij met klanten met volle zakken. Een feilloos systeem, lijkt het. “We hebben dit systeem ontwikkeld samen met een IT’er. Elke klant heeft zijn eigen klantenkaartje en kan dit telkens opnieuw gebruiken. Een soort van klantenbinding dus”, lacht Baziel. En ook aan de kassa staan nog wat producten uitgestald: zakjes bintjes, Waltson-chips… streekproducten die elk hun plaats verdienen op de boerderijmarkt. Een mooie invulling van een oude schuur van het ouderlijke bedrijf Moeninckhof, dat hij 31 jaar geleden overnam.

Baziel kwam eigenlijk een 10-tal jaar geleden toevallig te weten dat er iets over te nemen was in Tielt. “Eigenlijk zochten we niets. Mijn vrouw Veronique werkte in het ziekenhuis en naast het akkerbouwbedrijf ben ik loonkalker. Ik had geen melkkoeien, wel vleesvee. Door de overname van een zuivelverwerking stootte ik het vleesvee af en koop ik melk in van mijn buurman. Van die melk maken we yoghurt en daarmee gaan we naar de markt.” Hij herinnert het zich nog als gisteren. “Mijn vrouw was direct enthousiast toen ik vertelde dat ik wou beginnen met zuivelverwerking. Haar ‘stuutje’ viel uit haar mond toen ik haar het idee vertelde”, lacht hij.

In een oude schuur

“Aanvankelijk dachten we een vergunning nodig te hebben. Na inlichtingen te nemen bleek dat de boerderijmarkt viel onder hoeveverkoop. Hiervoor is geen vergunning nodig. Gezien de boerderijmarkt in onze oude gerestaureerde schuur is, was alles administratief vlug rond. De schuur was komen leeg te staan door het bouwen van een nieuwe aardappelbewaar- en sorteerloods.

Dat de oude schuur nu gebruikt wordt als hoevewinkel, biedt verschillende voordelen. De schuur wordt 50 keer per jaar gebruikt en wordt geen verzamelplaats van spullen die je niet meer nodig hebt; in de winter is het er warm en in de zomer aangenaam koel. Doordat de boerderijmarkt maar 2,5 uur per week open is, moet de koeltoog maar enkele uren aan liggen in plaats van 7/7 en het belangrijkste is dat we nooit overschotten hebben. Wekelijks is alles vers.”

Landelijk, maar toch commercieel gezond

“De locatie is natuurlijk belangrijk als je met zo’n concept als een boerderijmarkt start. Onze boerderij ligt op 1 km van de baan Aalter-Tielt. Zeg maar ‘van Brussel naar West-Vlaanderen’. Een houten kar met houten wielen langs deze weg met daarop een groot reclamepaneel is onze grootste promotie. Zo willen we aantonen dat er elke vrijdagavond tussen 16 uur en 18.30 uur iets te doen is”, vertelt Baziel.

Hij en zijn vrouw beslisten namelijk dat ze niet elke namiddag wilden open zijn. “We wonen veel te landelijk, je moet niet open blijven voor een handvol mensen die langs zouden komen. We zijn daarenboven ook nog boer en hebben daarmee onze handen vol. Nu komt het publiek geconcentreerd. En dat draait goed.”

Klanten van overal

Ruchtbaarheid geven aan de boerderijmarkt was in het begin wel cruciaal. “In het begin hebben we bij elk huis in Kanegem een briefje gestoken dat we startten. Daarnaast hebben we een Facebook-pagina en een eigen site. Maar de beste promotie is natuurlijk onze eigen zuivel met het systeem van statiegeld: je moet die binnenbrengen en dat zorgt voor klantenbinding.

De klanten komen van overal. De boerderijmarkt trekt een heel nieuw publiek aan. We merkten dat op doordat we met statiegeld werken voor de yoghurtpotjes. De klanten van de boerderijmarkt hadden in het begin nog geen lege potjes, wat bewijst dat het nieuwe klanten waren. Onze andere markten lijden in geen geval niet onder ons concept, eerder integendeel. Het IT-systeem toont aan dat we meer dan 300 klanten hebben die we ook op onze andere markten zien. Velen leerden markten (her)ontdekken.”

Van enkel zuivel naar boerderijmarkt

“In 2016 startten we onze kleine zuivelwinkel. Dit was op 18 maart. Ik wilde niet beginnen in januari. Daarvoor wonen we te landelijk en is het in de winter pikdonker. Je kunt maar één keer een eerste indruk nalaten”, geeft Baziel mee. “In het donker starten zou dus geen goede eerste indruk hebben gegeven. Eens de klanten de weg gewoon zijn, stoort het niet dat het donker is in de winter. Maar al van in het begin dacht ik ‘de klanten komen van overal, en ze kunnen hier enkel terecht voor zuivel. Voor de andere producten moeten ze naar een andere winkel.’ Al in 2016 liet ik de domeinnaam www.boerderijmarkt.be vastleggen. Ooit zou ik een groter aanbod hebben.”

De boerderijmarkt is uiteindelijk gestart op 7 oktober vorig jaar. “Nu kan je eten kopen voor een hele week als je wilt.” Elke vrijdag komen er tussen de 70 en 90 klanten op de boerderijmarkt hun inkopen doen. “Dat is wel mooi voor die 2,5 uur. Dat betekent dat er om de 2 minuten iemand langs de kassa passeert. Het eerste uur, tussen 16 en 17 uur, is het altijd een overrompeling. Erna is het altijd wat rustiger. Maar op een gewone markt merken we dat ook natuurlijk”, aldus Baziel.

Vaste producenten

De boerderijmarkt vult de markten ook aan, en zorgt voor een verhoging van de rendabiliteit voor het Moeninckhof. “De omzet van zuivel is op vrijdagavond toch zeker maal 3 gegaan in vergelijking met vroeger”, geeft Baziel aan. Er kruipt wel wat tijd in de voorbereiding. “Tijdens de hele namiddag zijn we bezig met de voorbereiding, en we zijn uiteindelijk bezig tot 20 uur.” Alles om de klant én de producent gelukkig te houden.

Het zijn ook altijd dezelfde producenten, want het is mijn grootste uitdaging dat deze tevreden vertrekken. “Ik wil dat de boerderijmarkt ook voor hen rendabel is. Het geeft structuur naar de klant toe, maar ook respect. Naast onze zuivel en eigen bintjes hebben we een groente- en fruitboer, een bakker en er is een aanbod van vlees van een keurslager. Het is ideaal: er is nooit overschot. Om 18.30 uur vertrekken de producenten met hun waar en de volgende week komen ze met een vers product terug.”

Beperkte bijdrage

De standhouders betalen slechts 5% standgeld. Bij vergelijkbare initiatieven kan dat oplopen tot het viervoudige. Zoiets is onhoudbaar. Dit standgeld is eerder werkingsgeld, niet om hieruit munt te slaan, maar het is wel een bijdrage voor de verwarming en dergelijke. “Ons inkomen komt uit de grotere omzet van onze eigen zuivel en bintjes. Naast het standgeld is er ook 5% reclamegeld, waar ook wijzelf aan bijdragen. Met deze reclamespaarpot zetten we wekelijks een actie op poten. Wanneer de klanten bij 4 (van de 5) standhouders aankopen doen, krijgen ze een cadeautje uit de boerderijmarkt, bijvoorbeeld een zakje bintjes, een zakje grondwitloof of een ovenkoek… Dit geschenkje wordt betaald uit de reclamespaarpot aan de standhouder. De gratis ovenkoek bijvoorbeeld moet op die manier niet door de bakker bekostigd worden. Zoiets zou niet blijven duren”, klinkt het.

“Dankzij de spaarpot zitten we nu volop in onze lenteactie. Tot en met 12 mei maken klanten – door middel van spaarkaarten – kans om een elektrische fiets te winnen. Toch een mooie prijs. De trekking is op 19 mei. Het reclamegeld levert dus mooie acties op. Dit zorgt voor tevreden klanten én voor tevreden standhouders. That’s the spririt”, besluit Baziel.

Marlies Vleugels

Lees ook in Korte Keten

Meer artikelen bekijken