Bioveiligheid bij

bezoekers garanderen

Ook hier wist expert van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) Stijn Hermans een antwoord op te geven tijdens de vorming van Inagro. Want draai het of keer het: zeker in veeteelt is bioveiligheid, zeker de laatste tijd, erg belangrijk. Er bestaan dan ook wel wat regels voor bezoekers op het landbouwbedrijf, inclusief als het over meewerken op de hoeve gaat. Alle stappen om dierenwelzijn te respecteren moeten genomen worden. Het respect voor dieren richt zich op drie belangrijke peilers: zo moet je de dieren gezond houden, materialen en lokalen goed reinigen, én de eisen i.v.m. bioveiligheid naar personen op het bedrijf en in de stallen respecteren. “Niet alleen de bezoekers, ook de FAVV-inspecteurs moeten die respecteren, alsook andere professionelen en transporteurs”, vertelt Hermans.

Let vooral op het aantal bezoekers dat toegang heeft tot het bedrijf, want infecties kunnen overgedragen worden van mens op dier. ”Dat staat echter haaks op het ontvangen van groepen op het bedrijf, onder andere voor de educatie over het boerenleven. “In die context laat men in een aantal gevallen toe om het mogelijk te maken om groepen te ontvangen, bijvoorbeeld bij plattelandsklassen of een klasuitstap. Bovendien halen steeds meer boeren extra inkomsten uit zo’n bezoeken. Ontvangt een landbouwer bezoekers, dan moet die daar wel rekening mee houden in het autocontrolesysteem.

Meehelpen op de hoeve

Meehelpen op de hoeve kan, maar er zijn enkele risico’s aan verbonden. Kinderen mogen wel meehelpen met het melken van een koe, maar enkel onder toezicht. “Probeer wel één koe te reserveren die er goed mee om kan qua gedrag”, tipt Hermans. “Zo wordt het risico naar bioveiligheid beperkt.” Ook helpen voederen en strooien mag, maar ook weer onder toezicht. “Kinderen mogen nooit in contact komen met gevaarlijke producten. Er moet steeds aandacht zijn voor goede hygiënepraktijken, ook tijdens het voederen.”

Meehelpen in de productie

Meehelpen in de productie kan ook, zoals bij het etiketjes plakken. “Belangrijk is wel om te weten dat je zelf finaal verantwoordelijk bent voor de juiste etikettering. Toezicht blijft dus nodig, want datums en namen moeten in orde zijn.” Ook hier geldt dat wanneer mensen in contact komen met niet voorverpakte producten de goede hygiëne- praktijken strikt moeten worden opgevolgd. “Bij het helpen verkopen en wegen in de winkel geldt hetzelfde verhaal.”

Beperkt bij kippen en varkens

Voor enkele sectoren is meehelpen moeilijk, omdat daar nood is aan een strikte toepassing van de bioveiligheidseisen. “Zo is in de pluimveesector quasi onmogelijk om daar bezoekers toe te laten. Kippen zijn niet gewend aan grote groepen bezoekers en zeker geen kinderen. De sanitaire voorschriften zeggen dat enkel bezoekers toegelaten zijn die er effectief noodzakelijk zijn, zoals de landbouwer, FAVV-controleurs, of de bedrijfsdierenarts. En ook dan moeten er zeer strikte hygiënemaatregelen toegepast worden en de looplijnen gerespecteerd worden.” Zelfs geautoriseerde bezoekers moeten zich melden aan de verantwoordelijke, anders is directe toegang niet mogelijk. Er moet een bezoekersregister bijgehouden worden met wie langskwam, van welke firma, datum en uur, en reden van bezoek. Moest er een probleem zijn, dan is de oorzaak traceerbaar.

Op het varkensbedrijf gelden door de dreiging van de Afrikaanse varkenspest nog op nationaal niveau extra eisen. “Hierdoor moeten bioveiligheidsmaatregelen zeer sterk toegepast worden. Preventieve maatregelen zijn de enige maatregelen die echt goed werken. Eén ervan is enkel toegang voor mensen die er effectief moeten zijn, en zelfs die moeten zich aan specifieke regels houden. Zo mogen ze 72 uur ervoor niet in een risicozone geweest zijn.”

Ontsmettingsvoetbad verplicht

Ook aan bioveiligheidmaatregelen bij personeelsleden en professionele bezoekers moet gedacht worden. “Afhankelijk van het bedrijf moeten er ontsmettingsbaden staan, en de plaatsing hangt af van het type bedrijf: aan de in- en uitgang van het bedrijf, de stallen, het omkleedlokaal, de hygiënesluis. Belangrijk om weten is dat na vulling de werking afneemt in de loop van de tijd. Zo’n bad werkt ook maar boven 15 graden, anders is de werking van de biociden minder optimaal. Ontvang je grotere groepen, dan is het aangeraden om voetmatten te gebruiken met ontsmettende vloeistof.”

Verder moet bedrijfskledij en -schoeisel aanwezig zijn, en die mogen enkel op dat bedrijf gebruikt worden door de externen. Voorbeelden zijn stofjassen of wegwerpkledij. “Die laatste geniet wel de voorkeur, want zo is er minder kans op overdracht. Ook naar schoenen toe zijn laarzen of gesloten klompen opties. Plastic overschoenen doe je ook het best niet aan vanwege het groter overdrachtsgevaar. Ten slotte moet er ook een lavabo voorzien zijn met stromend water voor de handen, zeep, handdoeken en een vuilbakje om die weg te gooien.”

Voorzorg bij kookworkshops

Op de hoeve is het mogelijk om met eigen primaire producten te koken. Wanneer de deelnemers van die workshop er in de eigen keuken de maaltijden daar klaarmaken en opeten, dan valt het onder privé. Er is dan geen extra registratie of toelating nodig bij het FAVV. “Dat is vergelijkbaar met thuis voor vrienden koken en eten. Het voedsel komt niet in voedingsketen terecht.”

Workshops geven in het atelier waar de verwerkingen doorgaan, is dan weer iets anders, want daar worden professioneel de producten klaargemaakt en verwerkt. “Dan moet het FAVV toezien op goede hygiënepraktijken. Het is zelfs educatief om de goede hygiëne- praktijken te laten zien in de keuken tijdens de workshop.” In het atelier moeten namelijk enkele voorzorgsmaatregelen getroffen worden, zoals keukenkledij of aangepaste kledij, handenwasgelegenheid bij het begin van het werk en een goede reiniging na de kookworkshop. “Verder is het tijdens de workshop niet de bedoeling dat bezoekers in kasten en schuiven snuisteren waar ze niet moeten zijn. Ook hier is er kans op contaminatie en dus problemen.”

MV

Meest recent

Meest recent