Wat vindt de docent?

Joachim is een man met een missie: “We gaan ongelooflijk ons best doen, zodat die gasten een brede kijk hebben wat landbouw betreft. De dag dat ze afstuderen moeten ze direct op de werkplaats aanvaard worden, en dat zal zo zijn”, sluit Joachim het interview af. Hij kan zijn enthousiasme voor de nieuwe graduaatsopleiding moeilijk wegsteken.

Waarom is die opleiding zo belangrijk?

Joachim Kerckhove: “In het werkveld zie je dat mensen niet enkel arbeiders nodig hebben, maar ook coördinatoren: denk aan een ploegbaas, een hoofdverzorger bij de varkens... Er is nood aan mensen die kunnen beheren, een planning kunnen opstellen, en dat in elke sector. Daar zijn nu ongelooflijk veel vacatures voor. Met deze opleiding mikken we ook op mensen van buiten de sector, want die heeft de sector hard nodig.”

In welke bedrijven zie je de hoogste nood?

“Ik kom zelf veel in contact met varkenshouders. Velen daarvan, ook op familiale bedrijven, zijn op zoek naar een bedrijfsverzorger. Het gaat dan niet om iemand die alleen moet kuisen of godganse dagen hetzelfde doet, maar om ondersteuning met beheer en planning. Daarnaast zien we een grote nood bij glastuinbouwers en in de mechanisatie.”

Wat mogen landbouwbedrijven die zich engageren als werkplek verwachten?

“We gaan ze heel goed screenen en begeleiden. Ten slotte zijn zij een belangrijke kennisbron voor onze studenten. Een bedrijfsleider zal tijd moeten vrijmaken voor zo’n student. Daar staat tegenover dat ze twee dagen per week een goede arbeidskracht kunnen inzetten, en dus tijd zullen winnen.”

Wat verwachten jullie van de studenten?

“Eerst en vooral de motivatie om zich te willen verdiepen in sectoren die ze misschien niet van het eerste moment kennen. Onze opleiding begint breed. Pas tijdens het werkplekleren specialiseren de studenten zich in een bepaalde sector. Zo kunnen we ook mensen aantrekken van buiten de sector. De vijver van landbouwzonen en -dochters is te klein om voldoende arbeidskrachten te hebben.”

Denk je dat er veel studenten op af zullen komen?

“Ja, afgaand op hoe de inschrijvingen verlopen schat ik een leuke groep van 20 tot 25 studenten. Mensen wéten soms niet wat landbouw is. Vaak hebben ze er een negatief beeld van. De link met landbouw versterken, daar maak ik een beetje mijn persoonlijke missie van. In de bachelor ‘Dierenzorg’, bijvoorbeeld, peper ik mijn studenten in dat ze in een productie-omgeving vaak meer dieren zullen behandelen dan in een zorg-omgeving.”

Waar legt Vives Roeselare het accent?

“Omdat we eerst een brede basis leggen, komen de studenten met veel verschillende dingen in aanraking. We werken rond drie grote polen: plantaardige productie, dierlijke productie en mechanisatie. Die krijgen alledrie een gelijkwaardige behandeling. Ze kunnen dan bewust kiezen voor een werkplek met de gewenste specialisatie.”

Wat is het grote verschil met de bacheloropleiding?

“Ondernemerschap komt hier minder aan bod. Bij ons sta je wél veel sneller op de werkplek, vanaf dag 0. Dat is echt een andere manier van stage lopen. Bij de bachelors dient je stage om je opgedane kennis toe te passen op een bedrijf. Werkplekleren in de graduaatsopleiding is echt nieuwe kennis opdoen op de werkplek.”

Wat leren de studenten hier meer dan in het secundair onderwijs?

“Ze moeten verantwoordelijkheid dragen, plannen, andere mensen motiveren en controleren, leidinggeven... In het secundair onderwijs doe je de technische kennis op die je nodig hebt om taken uit te voeren. Wij willen dat stapje hoger. Hoe ga je om met personeel? Op de werkplek leer je eerst samenwerken en op termijn ook aansturen. Je moet er goed communiceren, zelfs in andere talen, omwille van de vreemde arbeidskrachten op veel bedrijven. Om hen daarin te ondersteunen doceren we een paar specifieke vakken, zoals ‘sociale vaardigheden’ en ‘hr en teamwerking’. Bij ons is er gewoon heel veel afwisseling.”

DC