Landbouw en natuur trekken samen

de kar in het Schulensbroek

Piet Rymen is voorzitter van die Vrienden van het Schulensbroek. Hij stond mee aan de wieg van deze samenwerking tussen natuur en de gemeenschap. “Het Schulensbroek is eerder een cultuur- dan een natuurgebied. De waarde van het broek is er gekomen door het eeuwenoude beheer van de landbouwers uit de omgeving die hier hun koeien en schapen lieten grazen. Het is niet meer dan normaal dat we ook nu met hen samenwerken.”

Boeren doen het beter

De vzw sluit contracten af voor één of twee jaar, die telkens hernieuwd kunnen worden. Ze werken samen met schapen- en veehouders, maar ook met landbouwers die enkel hooien en manèges die weidegebied nodig hebben. “Vroeger hadden we zelf een kudde schapen en Blonde D’Aquitaine koeien die de weiden begraasden. Maar ik ben er heilig van overtuigd dat een boer beter kan boeren dan een natuurvereniging. Dat werd onder andere duidelijk wanneer de tamelijk wilde koeien een veeartscontrole moesten ondergaan. Eén foute beweging en de hele kudde liep 2 kilometer verder het weideland in. Nu hebben we een heel bekwame veehouder die hier zijn koeien laat grazen. Wanneer de boerin langskomt met haar witte 4x4 en een oranje kom met snoepjes, staan de koeien meteen naast haar. Die band met de dieren en vakkennis konden wij nooit evenaren.”

Ook op vlak van werkethiek en materiaal zijn de landbouwers een verrijking voor het Schulensbroek, vertelt Piet: “Als we hooien met een ploeg van natuurpunt, mag je er zeker van zijn dat we er drie keer zo lang over doen dan wanneer een landbouwer langskomt met zijn grote en efficiënte machines. Als het hooi ingehaald moet worden staat die landbouwer 24 uur op 24 klaar, ook in het weekend. Dat is bij een team van de vereniging niet mogelijk.”

Wederzijdse flexibiliteit

Landbouwers mogen dan nog zo hard hun best doen, soms is er toch sturing nodig. “De beheerders krijgen bij het afsluiten van het contract een symbolische euro voor het werk dat ze doen om het gebied te onderhouden. Dat maakt natuurlijk dat dit een heel voordelige situatie voor hen is. De vruchten van het land zijn voor degene die het bewerkt en in beheer heeft, zonder dat deze hiervoor pacht moet betalen. Maar dit is en blijft wel natuurgebied. Distels behandel je bijvoorbeeld niet met gewasbestrijdingsmiddelen, maar moeten gemaaid worden. Voor het hooien hebben we de afspraak gemaakt dat er gewacht wordt tot 1 juli”, aldus Piet. “Als de weersvoorspellingen de laatste week van juni ideaal zijn en vanaf juli veel regen op ons af komt, vragen landbouwers of ze wat vroeger mogen maaien. Meestal stellen we ons dan flexibel op. Tenzij er op die plaats een belangrijk broedgeval is. Dat zijn de beperkingen waarmee men rekening moet houden.”

Welkom weidevogels

Het Schulensbroek is nog constant in verandering. Bomen (vooral populieren) worden zo veel mogelijk gerooid om het landschap opnieuw open te maken. Dit is nodig om weidevogels als de kievit, roodborsttappuit, grutto, wulp, paapje, kwartelkoning en watersnip aan te trekken. Sommige weidevogels maken hun nesten in het gras en hebben meer plaats nodig om op te stijgen en te landen dan andere vogels. De vzw probeert hooilanden zo veel mogelijk af te wisselen met permanent weidegebied. De hagen die het landschap doorbreken worden wel behouden, en er is ook een hoogstamboomgaard. Vroeger bewerkte de vzw ook zelf enkele akkers. “Daar gaan we mee stoppen omdat we de kennis en middelen niet hebben om dit op de juiste manier te doen. Het heeft ook geen zin om akkervogels proberen aan te trekken in een regio die geschikt is voor weidevogels. We gaan ons dus enkel op deze laatste groep focussen.”

Win-win

Of er dan nooit problemen zijn tussen ‘de groenen’ en de landbouwers die de beheersovereenkomst ondertekend hebben? “Wij zitten natuurlijk in een machtspositie, want we hebben het recht om geen nieuw contract aan te bieden nadat het vorige verlopen is en de landbouwers dus de grond afnemen. Tot nu toe verlopen de samenwerkingen heel goed. We hebben nog maar een keer gekozen om een landbouwer geen nieuw contract aan te bieden. Dat was een geval waarin de beheerder het gebied dat hij gratis ter beschikking kreeg verder onderverhuurde voor veel geld”, vertelt Piet. “Zo’n praktijken kunnen we uiteraard niet toelaten. Maar goed, kwibussen heb je overal, zowel bij landbouwers als in de natuurverenigingen. Sommige mensen zijn op elke administratie bekend omdat ze het te bont maken.”

Piet merkt wel dat het IHD/PAS-verhaal ervoor zorgt dat landbouwers er minder graag mee te koop lopen dat ze samenwerken met ‘de groenen’. “De contacten tussen ons verlopen vlot, maar onderling praten landbouwers er weinig over. Het gebeurt wel regelmatig dat ik telefoon krijg van iemand die me laat weten dat er in de buurt een stuk land te koop is. Als we dit kopen, weet de beller dat hij het meeste kans heeft om dit perceel van ons in beheer te krijgen. ”

Tekst / foto’s

Nele Kempeneers

Meest recent

Meest recent