Het KMI berichtte dat de klimatologische lente van 2017 afsluit met neerslagtotalen die ruim onder de normale waarden liggen (volgens de situatie op 7 juni). Dit seizoenstekort versterkt zo de reeds lage gecumuleerde neerslagwaarden die in ons land waargenomen worden sinds juli 2016. Vanaf die periode wordt dit neerslagtekort hoofdzakelijk verklaard door het rustige weer in onze streken, dat vaak werd beïnvloed werd door hogedrukgebieden.
Indien dit neerslagtekort de volgende weken aanhoudt, zou de situatie - net zoals in 1976 - verontrustend kunnen worden voor verschillende sectoren.
Slechts zo’n 60 % neerslag
In het referentiemeetpunt te Ukkel registreerde de pluviometer afgelopen lente (maart tot mei) slechts 108,0 mm neerslag. Dat is minder dan 60% van de normale waarde voor dit seizoen (187,8 mm). Deze drie lentemaanden passen in een lange reeks van maanden die bijna allemaal een neerslagtekort kenden, een reeks die in juli 2016 begon. Vanaf dan waren alle maanden droger dan normaal, met uitzondering van november 2016. In totaal viel er deze elf laatste maanden slechts 506,7 mm; slechts 65% van de normale waarde (781,0 mm).
De huidige droogte volgt na een zeer natte eerste helft van 2016. Voor Brussel-Ukkel was dit het natste eerste semester sinds het begin van de waarnemingen in 1833. Dit heeft bijgedragen tot de aanvulling van de grondwaterstand, waardoor de schadelijke effecten van de droogte op de ondergrondse waterreserves tot nu toe nog vrij beperkt gebleven zijn.
Regionale verschillen
De lage neerslagtotalen die we reeds verschillende maanden in Ukkel meten, werden ook in de rest van het land waargenomen, maar met verschillende intensiteiten.
Het relatieve tekort in sommige streken is meer uitgesproken dan in andere. Vooral de tekorten in een deel van de provincie Luxemburg en in de Laars van Henegouwen vallen op. In deze regio’s werden neerslagtotalen geregistreerd tussen 45% en 50% van de normale waarden. In het westen en het noorden van het land daarentegen zijn de tekorten kleiner. Op sommige plaatsen werden daar totalen tussen 75% en 85% van de normale waarden gemeten.
Volgens de momenteel beschikbare informatie ziet het er niet naar uit dat de neerslag die in de nabije toekomst zou vallen ervoor zal zorgen dat het gecumuleerde neerslagtekort snel weggewerkt wordt.
Na het natte en winderige intermezzo van deze eerste junidagen, vertonen de voorspellingen een eerder stabiel en droog weer onder invloed van een hogedrukgebied dat zich regelmatig in de omgeving van ons land zal ophouden.
Het weer op langere termijn is veel moeilijker te voorspellen. De modellen voor de seizoensvoorspellingen voorzien een zomer die warmer zal zijn dan normaal. Voor de neerslag valt er momenteel nog geen enkele tendens te bespeuren. Het KMI benadrukt dat in het algemeen de seizoensvoorspellingen voor onze streken met alle mogelijke voorzichtigheid bekeken moeten worden.
Droogteschade volgens ABS
Volgens het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) is er door de droogte al een overduidelijke schade bij de landbouwgewassen. Berichten als zou de landbouw in Wallonië erger getroffen zijn dan in Vlaanderen worden door de organisatie sterk ontkracht. Er is al duidelijke schade bij landbouwgewassen in Vlaanderen. Bij een eerste oplijsting van gewassen die sterk lijden onder de droogte wordt dit overduidelijk. ABS somt ze even op:
Aardappelen
Vroege aardappelen: zij die niet kunnen beregenen krijgen te maken met kleinere opbrengsten.
Ook voor het pootgoed, waar voor een goede knolzetting veel water nodig is, vreest men voor ernstige verliezen.
De late aardappelen hebben vanaf nu veel water nodig. Na de slechte oogsten is massaal gekozen voor contractteelt voor 2017 teneinde iets meer inkomenszekerheid te bekomen. In Vlaanderen ligt op 70 % van het aardappelareaal een contract. Als de opbrengst tegenvalt, is het inkomen zeer mager en kan men niet genieten van eventuele hogere marktprijzen.
Groenten
Vooral veel groenten lijden erg. Omwille van de droge ondergrond geraken de plantjes maar niet aan de groei en kwijnen stilaan weg. Niet alle groentetelers beschikken over de mogelijkheid om te beregenen.
Gras en ruwvoer
Veehouders stellen vast dat de hergroei van het gras na de eerste snede zeer zwak verloopt. Men vreest voor tekorten bij de ruwvoedervoorziening en de noodzaak om ruwvoeder bij te kopen.
Voorjaarsgewassen
Voorjaarsgewassen zoals vlas en zomergranen geraken maar niet aan de groei en hebben reeds een onoverbrugbare groeiachterstand met alle gevolgen van dien. Vlas zal op vele percelen niet eens kunnen getrokken worden omdat het te kort is. Vooral de zwaardere gronden hebben te lijden onder de aanhoudende droogte en vertonen nu reeds droogtescheuren in de bodem. Dit verschijnsel manifesteert zich in normale jaren pas eind augustus.
Het ABS concludeert dan ook dat er reeds ernstige waar te nemen schade opgelopen is bij diverse gewassen. We denken hierbij aan spinazie, vlas, knolselder, vroege aardappelen, pootgoed, grasland, … Het is natuurlijk nu nog te vroeg om verliezen te kunnen bepalen, maar het ABS wil nu reeds aan de alarmbel trekken om toch op tijd de procedure van natuurramp (landbouwramp) te kunnen opstarten.
Voorlopig gaat het nog niet over totaalverlies, maar wel over aanzienlijke schade. Wat de weerslag zal betekenen op de marktprijzen, valt nog af te wachten, maar het ABS verwacht prijsstijgingen!
Vanuit deze bezorgdheid zal de organisatie Vlaams minister Joke Schauvliege dan ook snel aanspreken om zeker de mogelijkheid tot een erkenning van een natuurramp (landbouwramp) te onderzoeken en de gemeentebesturen op te roepen om hun schattingscommissie aan het werk te zetten.
Niet panikeren
Navraag bij landbouworganisatie Boerenbond leverde op dat ze er nog niet willen panikeren “Het seizoen is nog niet voorbij”. Ze geven effectief toe dat het droog is en dat er schade is, maar ze wijzen ook op het regionale verschil. Waar men geen of amper neerslag kreeg, is de situatie zorgwekkend. Ook ontkennen ze niet dat de vlasteelt effectief al schade leed door de droogte. Maar ze nuanceren: “Vlaanderen staat niet vol met vlas”.