Op die vraag had ik toch al wel gerekend. Ik ben momenteel bezig met mijn eigen Ronde van Vlaanderen - ik ga de afdelingen langs - en krijg die vraag vaak. Er is wel een beperkte actie geweest in de Vlaamse Ardennen, maar daar is weinig nationale pers-aandacht voor geweest. Maar daarbuiten moet je goed kijken naar de reden waarom men in het buitenland protesteerde. Deels worden Vlaamse boeren geconfronteerd met dezelfde problematiek: slechte prijzen, tekort aan respect, toenemende druk van wet- en regelgeving... een gigantische papierwinkel. De stikstofproblematiek zoals in Nederland speelt hier vandaag niet meer op dezelfde wijze, wij hadden die discussies en de grote protestacties in het voorjaar van 2015. In Nederland was de druppel die de emmer deed overlopen de opmerking van een politicus dat de veestapel moet worden gehalveerd. Hier heeft geen enkele politicus dat gezegd en ik denk ook niet dat iemand dat gaat zeggen. Bovendien speelt, in Frankrijk en in Duitsland, de verstrenging van de fytoregelgeving, wat hier momenteel eenvoudigweg niet aan de orde is.
Is er veel nodig om toch tot acties te komen?
Nee, niet veel maar de tijden zijn wel veranderd. De collegialiteit onder landbouwers is onder meer door de doorgedreven specialisatie in de sector toch minder geworden. Ik ben er ook van overtuigd dat je acties ook gericht moet inzetten en dus niet te vaak en tegen om het even wie. Toen ik in 2009 begon als voorzitter was het een tijd van diepe crisis in de landbouw, en we deden 5 of 6 acties in een jaar. Als het moet, doen we dat opnieuw.
U bent alweer even voorzitter van ABS. Welke evolutie heeft ABS de laatste jaren doorgemaakt, als organisatie, en staan nog veranderingen op stapel?
Voor ik in 2009 voorzitter werd, was ik geen lid van de raad van bestuur. Ik ben erin gesprongen en kon met een frisse en onbevooroordeelde kijk op de interne organisatie aan de slag. Het ABS had en heeft geen logge structuur en de lijnen tussen bestuurders, medewerkers en leden zijn kort. Dat is niet veranderd. Tien jaar later blijf ik er van overtuigd dat we dat moeten bewaken en dat de organisatie niet mag verworden tot een administratieve structuur die te ver van de praktijk afstaat. Onze werking is er voor en vaak ook door boeren, ondersteund door enkele vaste medewerkers. Die laten we veel vrijheid om hun ding te doen, binnen de visie van de organisatie. We haalden een paar jaar geleden een directeur aan boord om de organisatorische werking bij te sturen en de communicatie meer te stroomlijnen. We zetten daarbij steeds meer in op de digitale communicatiekanalen en sociale media. Alles moet vandaag veel sneller opgepikt worden en veel sneller buiten gaan dan pakweg 10 jaar geleden. Ik wil niet dat onze leden ergens anders nieuws, dat hen aanbelangt, moeten oppikken. De interne doorstroming tussen ons secretariaat en de afdelingen en omgekeerd werd bijgesteld. We organiseren nu ook een bestuurdersdag voor de lokale bestuursleden en gebruiken uiteraard hun inbreng om bij te sturen waar gewenst. In 2000 waren er nog 40.000 landbouwbedrijven in Vlaanderen, in 2009 nog 30.000 en vandaag nog een goede 20.000. Het gaat dus snel en als organisatie moeten we daarop inspelen. Dat moet onder meer door meer samenwerking tussen onze afdelingen, over de gemeentegrenzen heen en dat zal zich ook moeten vertalen in een herschikking van de bestuursorganen.
Zakelijk. Waar we het eens zijn, trekken we samen op richting politiek. Met een gespreide slagorde kun je beter niet aankomen op het kabinet of bij andere spelers in de keten. De landbouw heeft er baat bij dat de sector zoveel mogelijk met één mond spreekt. Maar, het ABS en BB blijven natuurlijk 2 erg verschillende organisaties en op nogal wat punten verschillen we van mening. ABS trekt meer de kaart van de familiale en gemengde landbouw, en niet de eindeloze schaalvergroting. Onze visie blijft onverminderd dat groei niet alles zaligmakend is en dat je beter een vorm van productieregulering hebt, privaat of van overheidswege, om impact te kunnen hebben op het na te steven evenwicht tussen vraag en aanbod. Daar komt bij dat bij ABS ook niet het financieel belang van de toelevering of verwerking speelt. Boerenbond zal het altijd ontkennen, maar ik blijf erbij dat het belang van de bedrijven die men bezit toch meespeelt als men zich meer of minder inzet voor een bepaald beleid.
U vindt dat de schaalvergroting is doorgeschoten?
Ik vind dat je moet weten voor wie je produceert. Er moet wel een markt voor zijn. Vandaag zien we dat in de zuivel de drang om te groeien zeer sterk aanwezig is. Is het dan goed dat een grote coöperatie als Milcobel, met grote invloed op de hele Vlaamse melkveehouderij, daar geen rem op zet en alles blijft verwerken? Als de zuivelprijs naar een diep dal zakt – we hebben in 2009 prijzen van 20 cent meegemaakt – dan weet je dat een aantal bedrijven gaat sneuvelen. ABS heeft altijd gepleit voor blijvende regulering van de markt. Als de politiek dan kiest voor liberalisering, en marktwerking, dan moet de sector zelf reguleren. Private Belgische zuivelaars en FrieslandCampina proberen er een stop op te zetten en misschien deed Milcobel dat beter ook.
Het is gezien de poederafhankelijkheid wel lastig voor Milcobel een meer performante onderneming te worden.
Terugkomend op Boerenbond. Ben je wel eens jaloers op de omvang van die organisatie? Men heeft er door de belangen in bedrijven wel geld voor allerlei initiatieven en een sterke studiedienst.
Maar ons model heeft als voordeel dat we maar één belang dienen, en onze bestuurders zijn landbouwers. Ik heb het gevoel dat we dichter bij de landbouwers staan. Een grote studiedienst hebben we natuurlijk niet, maar we hebben een sterk netwerk van wetenschappers, juristen en vakspecialisten binnen firma’s die ons goed gezind zijn en helpen. Voor de duidelijkheid: dat zijn bedrijven met wie we geen enkele financiële band hebben. maar die zich goed voelen bij wie en wat we zijn..Wij roeien met de riemen die we hebben en stoppen als bestuurders heel veel tijd in ons vrijwilligerswerk. We weten waarvoor en voor wie we het doen en merken ook dat veel ambtenaren en mensen in de politieke wereld dat ook naar waarde weten te schatten.
Wat vindt u van het regeerakkoord en de beleidsnota van Vlaams landbouwminister Hilde Crevits?
Inderdaad, en niet alleen zij. Datzelfde geldt voor de minister van Omgeving, Zuhal Demir, en voor Ben Weyts, die over dierenwelzijn gaat. In alle gevallen moeten we ook de invloed van de administratie, van de ambtenaren, niet onderschatten. Daar zitten jongens tussen die banden hebben met de milieubeweging. Ze zitten vaak veel langer op een departement dan de steeds wisselende ministers, en kunnen met dossierkennis voor elkaar krijgen dat de minister naar hen luistert. Die moet dan voldoende tegenwicht kunnen bieden als men een met ideologie doorspekt advies of decreettekst opdient.
Hoe lang denkt u nog voorzitter te blijven? Het moet toch een zware job zijn.
Statutair is 16 jaar de uiterste termijn. Ik ben nu halverwege mijn derde termijn, en denk me nog wel te gaan kandideren voor een vierde termijn. Het is inderdaad soms niet evident. Ik wil ook wel eens wat ontspannende momenten met mijn echtgenote. Vroeger had ik een abonnement bij Club Brugge maar daar heb ik gewoonweg de tijd niet meer voor. Mijn kinderen zijn 28 en 25 – al lang uit huis – en die trekken intussen meer dan hun plan. Het voorzitterschap kruipt soms wel onder je vel, maar ik sta elke dag vol goesting op om erin te vliegen, ook na een vaak te korte nacht. Wat wil je meer dan je kunnen inzetten voor je collega’s boeren en tuinders?
Minister Crevits ziet graag de onderzoekscentra meer samenwerken. In de wandelgangen wordt een totale fusie met ILVO en zelfs een fusie van ILVO en Inagro wel genoemd. Denkt u dat het binnen één structuur brengen van het praktijk
Ik denk dat we de laagdrempeligheid van de Vlaamse onderzoeksinstituten en vooral de praktijkcentra niet mogen onderschatten. Dat moet zo blijven. In welke structuur men werkt, is van secundair belang. Daarnaast moeten we onthouden dat praktijkonderzoek wel echt wat anders is dan de pure wetenschap. Beiden zijn belangrijk, maar de onderzoekers van de provinciale centra zijn vaak boer in bijberoep. Ze zijn bezig met problemen die een landbouwer dagelijks tegenkomt, en komen met oplossingen die praktijkrijp zijn. Ik vind het geen goed idee die centra onder te brengen in een groter geheel.
In 2020 moet het nieuwe GLB beklonken worden. Wat vindt u van de voorliggende plannen voor het GLB?
De Europese Commissie moet niet alleen de plannen beoordelen als ze binnen komen, bijvoorbeeld op de aanwezigheid van achterdeurtjes, maar ook de uitvoering. Maar dit is niks nieuws. De Italianen hebben nooit een euro betaald voor overschrijding van het melkquotum.
Timmermans komt uit een land met een reputatie op landbouwgebied, maar spreekt over de sector alsof alles slecht is. We weten dat de sector op het gebied van methaanuitstoot stappen kan zetten. Maar de Green Deal moet rekening houden met de inspanningen die landbouwers al hebben gedaan en nog gaan doen binnen het sterk vergroende GLB.
Als we even bij de EU blijven. Dit jaar moet het jaar van wel of geen handelsdeal met Mercosur worden... jullie zijn sceptisch?
Er liggen kansen voor de zuivel en de groente- en fruitsector, maar wat betreft rundvlees, kippenvlees en suiker zou een handelsakkoord dramatisch zijn. Het is onvoorstelbaar dat je zoveel eisen stelt aan de productie hier, om dan productie van daar met veel lagere standaarden toe te staan.
De Walen hebben alvast beloofd dwars te liggen. Ierland is mordicus tegen en het lijkt me dat Macron ook wel genoeg gele hesjes gezien heeft... de kans van slagen lijkt nihil...
De Waalse overheid heeft geen stem in de EU. Als Vlaanderen voorstander is, wat niet ondenkbaar is, dan zijn we als land voor noch tegen. Wat Frankrijk aangaat, zie ik felle kritiek. Maar de Duitse bondskanselier Angela Merkel heeft in niet mis te verstane bewoordingen gezegd dat maar een klein aantal landen tegen is. Ik ben er niet gerust op. We hebben op federaal niveau een doorrekening gevraagd van de cumulatieve effecten van een serie handelsakkoorden. Europees wordt hier ook aan gerekend. De sector mag niet als pasmunt gebruikt worden.
MAP6 werd halverwege het teeltjaar goedgekeurd. Veel boeren legden een vraag neer bij de Mestbank, zonder tijdig een antwoord te krijgen. Vreest u een harde afrekening als men achteraf niet voldoende binnen de lijntjes kleurde?
In Nederland wordt met tamelijk draconische maatregelen ingegrepen om de stikstofdepositie te doen aansluiten bij Europese afspraken. Bent u bang dat de discussie geïmporteerd wordt naar België en zou dit terecht of onterecht zijn?
Dit jaar zullen politieke knopen moeten worden doorgehakt over de bouwshift, zoals de betonstop tegenwoordig heet. De ambitie lijkt onder publieke druk omlaag te zijn gegaan. Hoe kunnen we wat u betreft het beste boerengrond beschermen?
Ten slotte dan: inmiddels zwerven diverse wolven door het land. De vzw Welkom Wolf wil graag dat de beesten beter beschermd worden. Vindt u dat de komst van wolven wenselijk is?
Als men het aantal wolven in de hand kan houden en boeren voldoende compenseert, dan heb ik persoonlijk geen probleem met de komst van de wolf. Als men kiest voor de benadering die is gekozen bij de everzwijnen, nee. Er zijn vandaag veel teveel everzwijnen, met alle schade en sanitaire risico’s van dien. Je zou bijna denken dat de groene jongens de everzwijnen zien als een middel om de varkensstapel te verkleinen. Dat probleem mag zich niet herhalen met de wolven. In andere landen is dat al wel gebeurd. In het Centraal Massief en op diverse plaatsen in Duitsland zijn inmiddels hele kuddes slachtoffer van wolven geworden. Wij zijn de eersten en enigen die leven met en door de natuur. Een beetje respect voor onze aanwezigheid op het platteland mag ook wel. Waarom niet ‘Welkom Boer’?
