Wat is me dat toch voor een gesjoemel, die verkoop door het Gentse OCMW aan Fernand Huts. Het OCMW verkoopt voor een bagatel 450 ha (39.000 euro per ha!).
Een dergelijke verkoop aan die lage prijs is op basis van maar liefst drie artikelen van het Burgerlijk Wetboek vernietigbaar. Art. 1658 BWB: ontbinding wegens het bedingen van een te geringe prijs. Art. 1674 BWB.: Vernietiging van de koop wegens benadeling van meer dan zeven twaalfden, en ten slotte vernietiging van de koop wegens het verbergen van de juiste prijs om de registratierechten te ontduiken (Cass. 18.3.1988, in R.W. 8.8.1989).
Het OCMW heeft voor een habbekrats gemeenschapsgoederen van de hand gedaan, goed wetende dat die gronden haar zijn toegekomen dankzij het belastingszweet van de hardwerkende Vlaming. Het OCMW overtrad haar reglement van inwendige orde plus bezondigde zich aan onrechtmatig, minstens ondoordacht bestuur.
Voorts werden de algemene rechtsbeginselen van het rechtsmisbruik en van de verrijking zonder oorzaak met de voeten getreden en de notaris liet na de partijen te verwittigen van de aanwezigheid van onevenwichtige bedingen. Deze verkoop had gewoonweg niet mogen doorgaan. Het voordeel Huts is niet in evenwicht met het nadeel door de gemeenschap geleden.
Het OCMW had er veel beter aan gedaan de gronden in eigendom te houden en voor de bouw van haar rusthuis in Mariakerke een lening afgesloten bij een bank, nu de intrest zo laag is, en een deel van de gronden inhypotheek gegeven.
Hadden ze niet verkocht en gewoon een tijdlang gewacht totdat hun gronden industriegrond werden, dan was het Gentse OCMW ineens verreweg het allerrijkste van gans Vlaanderen.
Katoen Natie zal geen last krijgen van Europa want speculeren mag. De grote benadeelde is het OCMW - de gewone Gentenaar - die niet meer rondkomt. Het is dus het OCMW dat op grond van de hierboven vernoemde wetsartikels naar de rechtbank moet gaan.
Gaat het stadsbestuur van Gent haar OCMW verplichten om de koop te doen vernietigen voor de rechtbank, ik geloof er niets van, nog nooit zag ik een stad het opnemen voor haar armsten.
Noch voor haar boeren.