Mortellaro herkennen
De eerste stap om Mortellaro onder controle te krijgen, is de ziekte herkennen. De aandoening wordt ingedeeld in zes stadia. De infectiedruk is hoog als er veel gevallen met M2-stadium (M2 letsels zijn actieve Mortellaroletsels (roodgrijs) groter dan 2cm diameter) zijn of als het aantal gevallen met M2-stadium groot is ten opzichte van die met M1- en M3-stadium. Slechts 40% van de dieren met een Mortellaro-infectie mankt, maar melkveehouders kunnen letsels best visueel opsporen, bijvoorbeeld tijdens het melken in de melkput – met de klauwen op ooghoogte - of een visuele controle in de stal.
Koeien met Mortellaro hebben vaak een vervuilde, vochtig uitziende tussenklauwspleet met eventueel lange haren. Enige alertheid voor Mortellaro op minder evidente plaatsen - zoals de bovenkant van de klauwen, de huid rond de kootjes, een ander klauwletsel en de huid tussen de klauwen - is ook noodzakelijk.
Tips bij behandeling
Klauwbad, rugsproeier of sproeisysteem om Mortellaro te voorkomen
Met preventieve maatregelen raken de klauwen minder gevoelig voor infecties. Om de koeien en/of het jongvee in groep te behandelen, gebruiken veel melkveehouders een klauwbad, rugsproeier of sproeisysteem. Ze gebruiken die maatregelen het best tweewekelijks bij lage infectiedruk en bouwen de frequentie op of af volgens de infectiedruk.
Bij een sproeisysteem – bijvoorbeeld in de melkrobot - is het noodzakelijk om regelmatig na te gaan of de sproeimondjes niet verstopt zijn en of het sproeibeeld nog correct is. Omdat sommige actieve stoffen na verloop van tijd inactief worden, moet er telkens verse vloeistof aangemaakt worden.
De ideale afmetingen voor een klauwbad zijn 3 m tot 3,7 m lengte, 25 cm diepte en 50 tot 60 cm breedte. Zo kunnen de klauw én de bijklauwtjes voldoende met de vloeistof in contact komen én wordt vermeden dat er bij de laatste koeien onvoldoende vloeistof in het klauwbad zit. (Er wordt telkens een deel vloeistof uit het klauwbad gespat.) Afhankelijk van de vervuilingsgraad is het aangewezen om het voetbad na 150 tot 250 koepassages te verversen.
Melkveehouders plaatsen het klauwbad het best na en op een afstand van de melkput om het koeverkeer zo weinig mogelijk te hinderen en geen dampen in de melkput te veroorzaken. Een goed alternatief is een klauwbad in een aparte gang in de stal of net erbuiten, zodat de koeien vlot kunnen doorstappen. Zitten de koeien in groepen, dan moet iedere groep eens als eerste door het verse klauwbad gaan.
Alternatieven voor formol?
In het project GP MortellaroManagement voerden onderzoekers proeven uit om klauwbadwater te filteren en zo het kopersulfaat te recupereren. Succes bleef vooralsnog uit. En hoewel een praktijkproef in Australië veelbelovend was, is de bacteriële kwaliteit van het gefilterde water nog een kritiek punt bij de recuperatie van klauwbadwater.
Kosten-batenanalyse van preventie
Op bedrijven waar Mortellaro een probleem is, zijn vaak minstens 20% van de dieren aangetast. Uit onderzoek blijkt dat het kostenplaatje van iedere aangetaste koe al snel oploopt tot 100 euro en meer. Tweewekelijks een klauwbad met producten gebruiken, vullen en ledigen kost naar schatting 815 euro per jaar. Als de melkveehouder hiermee kan voorkomen dat acht koeien geïnfecteerd raken, dan spaart hij de preventiekost al uit. Bij een correct gebruik zal hij in werkelijkheid meer aantasting kunnen voorkomen.
De melkveehouder stelt een frequent gebruik van het klauwbad dus beter niet uit. Kleine ingrepen zorgen voor een groter gemak, zoals een waterkraan of -slang in de buurt voorzien en producten in de nabijheid van het klauwbad bewaren. Grotere bedrijven kunnen een automatisch voetbad aanschaffen om de arbeidsduur van het plaatsen van een klauwbad te beperken. Bij een afschrijvingsperiode van bijvoorbeeld zeven jaar is die kost per koe per jaar relatief beperkt.