Ontzilten
Spanje heeft meer dan 700 ontziltingsinstallaties om 8 miljoen mensen en vele duizenden hectare serres en landbouwgronden van water te voorzien. Ook het Verenigd Koninkrijk is gestart met de bouw van een ontziltingsinstallatie, in Oost-Londen. Daarnaast onderzoekt het Verenigd Koninkrijk de bouw van een zoetwaterpijpleiding van Schotland naar Engeland. Nederland boorde een 4.600 m lange waterleiding naar het wadden-eiland Texel op een diepte van 85 m.
Wereldwijd is 97% van al het water zout water. Van het 3% zoet water is 2,5% bevroren, waardoor slechts 0,5% van het water eigenlijk bruikbaar is.
Vele Zuid-Europese landen winnen meer en meer water uit de zee en ontzilten dit voor gebruik in de landbouw. Israël bijvoorbeeld, wint 40% van zijn waterbehoefte uit de zoute zee via ontziltingsinstallaties en Saoedi-Arabië al 70%. Ook Australië doet dit al. In België deed de Watergroep proeven om Noordzeewater te ontzilten voor drinkwaterproductie. Hierbij denkt men eraan om de overtollige windmolenenergie van de windmolenparken op zee te gebruiken. Ook Farys heeft een pilootproject om in Oostende brak kanaalwater te ontzilten.
Wereldwijd wordt nu 95 à 100 miljoen m³ water per dag ontzilt. Dat is ongeveer 1% van het totale verbruik op wereldschaal. Voor die ontzilting worden verschillende technieken ingezet. De nieuwste technieken van electrodialyse met membraanfiltratie beloven veel goeds. Het is echter een dure, energieverslindende techniek waarbij uit 1.000 l zeewater 500 l zoet water kan gehaald worden. Het energieverbruik zit tussen 2 en 3 kWh /m³ geproduceerd water, wat op een prijs van 0,8 euro/m³ komt. De helft van deze kostprijs is energiekost. Toch investeert men in verschillende landen fors in deze technieken. De grote kostprijs doet iedereen zuinig zijn op water.
Waterbesparende vloeidarmen
Moeten we ook evolueren naar waterwinning uit zeewater voor landbouwproductie? Omdat België aan zee ligt, bestaat immers deze mogelijkheid. Eigenlijk zijn nog meer inspanningen nodig om in deze periode te vermijden dat er zoet water naar zee loopt. Dat beseft onze over
Diepe en ondiepe grondwaterwinning
Het grondwater in onze Vlaamse ondergrond verschilt van streek tot streek, zowel naar debiet als naar kwaliteit toe. Grondwaterwinningen kunnen diep of ondiep zijn. De diepe grondwaterwinningen zijn gebonden aan strikte bepalingen naar bescherming van de diepe grondwatertafel toe. De ondiepe grondlagen bevatten ook veel grondwater waar we wel nog mogelijkheden hebben.
Op de term ‘ondiep’ staat geen wettelijke norm. Algemeen wordt aangenomen dat alle dieptes tot 40 m ‘ondiep’ zijn. Het merendeel van de boorputten zijn zelfs beperkt tot maximum 10 à 15 m diepte. In deze ondiepe grondlagen bevindt zich, naargelang de samenstelling klei, leem of zand is, veel of weinig water. We kunnen dit capteren met boorputten. Deze hebben het nadeel zeer pleksgewijs in een zone met diameter van 10 à 15 m het grondwater aan te trekken.
Diepdrainage
In uitzonderlijke gevallen kan men rechtstreeks aan een drain een beregeningspomp leggen, indien het debiet voldoet. De lengte van deze drain (en de streek) bepaalt het debiet en trekt het grondwater over de ganse lengte het water in een zone van om en bij de 15 m weg, als we het gravitair laten lopen. Indien we deze met vacuümpomp bemalen ,zuigen we een bredere strook droog en zullen we dus meer water genereren, maar stijgt ook de kostprijs. Deze pompen zijn immers duurder, en verbruiken meer energie.

