Stagnering in verbetering

Het ‘Mestrapport 2016’ is digitaal beschikbaar op de website van de Vlaamse Landmaatschappij (www.vlm.be).

Vlaanderen kende de afgelopen 15 jaar een gestage verbetering van de waterkwaliteit, maar de laatste drie winterjaren schommelt het percentage MAP-meetpunten met een overschrijding van de drempelwaarde (50 mg nitraat per liter oppervlaktewater) rond de 20%. De afstand tot de doelstelling uit MAP5 (maximaal 5%) blijft groot.

Er zijn ook grote regionale verschillen. Zo haalt het Denderbekken momenteel reeds de doelstelling van MAP5 voor 2018 (maximaal 5%). Zes bekkens halen de doelstelling voor 2014 (maximaal 16%), namelijk de bekkens van de Gentse Kanalen, Nete, Beneden-Schelde, Demer, Dijle-Zenne en Brugse polders. De bekkens waar de grootste problemen zich situeren, zijn de bekkens van de Boven-Schelde, IJzer, Leie en Maas.

De grote regionale verschillen in oppervlakte- en grondwaterkwaliteit liggen aan de grondslag van de gebiedsgerichte aanpak van MAP5, waarbij strengere maatregelen worden opgelegd voor de bedrijven in focusgebieden met een onvoldoende waterkwaliteit.

Een apart geval is het fosfaat in de bodem. Sedert de start van het MAP-meetnet 1999-2000 is er nog geen duidelijke trend vastgesteld. Met het vijfde MAP wordt versterkt ingezet of een aanpak van de fosfaatproblematiek. “Maar door de historisch opgebouwde fosforvoorraad in de bodem kan het nog jaren duren vooraleer de fosfaatgehalten in oppervlaktewater dalen. Verder onderzoek naar het transport van fosfaat in de bodem zal beter inzicht geven in de uitspoeling van fosfaat”, aldus het rapport. Het is uitkijken naar de resultaten van winterjaar 2016-2017 en de daaropvolgende winterjaren, om de eerste effecten van MAP5 te evalueren.

Kunstmestgebruik onderschat

Het ‘Mestrapport 2016’ wijst op een aantal verbeterpunten. Zo blijkt dat een niet-afgestemde bemestingsstrategie in vele gevallen aan de oorzaak ligt van een te hoog nitraatresidu. Verder worden er relatief veel knelpunten gedetecteerd bij de mestopslag van landbouwbedrijven en mestverwerkingsinstallaties. Uit de resultaten van de mestanalyses blijkt ook dat er op het vlak van de mestsamenstelling verbetering mogelijk is. Daarnaast wordt aangetoond dat de door de VLM geïnventariseerde gegevens over het kunstmestgebruik een onderschatting zijn van het werkelijke kunstmestgebruik.

Evaluatie in najaar

In het najaar van 2017 zal Vlaanderen samen met de Europese Commissie een eerste evaluatie maken van de resultaten van MAP5 (en de voorbereidingen starten voor een MAP6). Op basis van de resultaten uit het ‘Mestrapport 2016’ neemt de minister nu reeds initiatieven ter verbetering van de waterkwaliteit.

Vlaams minister voor landbouw en leefmilieu Joke Schauvliege wil via het mestdecreet sneller resultaat in de focusgebieden waar de waterkwaliteit niet snel genoeg verbetert afdwingen. “Ik zal aan de Vlaamse Regering voorstellen om via het mestdecreet een nieuwe, structurele maatregel te ontwikkelen in de focusgebieden. Langs alle waterlopen en afwateringsgrachten zal men een strook van 1 meter breed moeten aanleggen, waarop een ander gewas wordt verbouwd dan op de rest van het perceel en waarop geen meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen zijn toegestaan. Zo kan het oppervlaktewater er beter beschermd worden. Daarnaast wil ik alle actoren – de land- en tuinbouwers, maar ook de verwerkers, vervoerders, veevoederleveranciers, landbouwconsulenten, …. – oproepen om hun verantwoordelijkheid op te nemen, zodat wij samen opnieuw een kantelmoment kunnen teweegbrengen.”

Meest recent

Meest recent