De maïswortelboorder is een kever van Amerikaanse oorsprong die in de jaren ‘90, hoogstwaarschijnlijk via internationaal luchtverkeer, in Servië is beland. De keversoort kon zich er vestigen en verspreidde zich geleidelijk binnen Europa. De larven zijn het schadelijkst; zij voeden zich met de wortels van de maïsplanten, waardoor de opname van water en voedingsstoffen en dus de verdere ontwikkeling van de plant verstoord wordt. In maïs-monocultuur kunnen de opbrengstverliezen op termijn oplopen tot gemiddeld 6,5 à 13%.
Omwille van zijn Europees statuut als quarantaineorganisme werd in 2003 door het FAVV een monitoringscampagne met feromoonvallen opgestart om de aanwezigheid in België na te gaan. In 2003 werden 69 kevers gevonden in de wijde omgeving rond de luchthaven van Zaventem, met verplichte Europese noodmaatregelen tot gevolg. In 2004 vond men zeven kevers meer. In 2014 werden terug enkele maïswortelboorders gesignaleerd in de wijde omgeving van Zaventem. Intussen had de Europese Commissie het quarantainestatuut van de kever evenals de Europese noodmaatregelen opgeheven. Toch bleven deze maatregelen na de nieuwe vaststelling van de kevers in België in 2014 behouden:
Sinds 2015 zit de bestrijding van de maïswortelboorder vervat binnen de IPM-richtlijnen voor een geïntegreerde aanpak van plagen. Binnen IPM werden er afspraken gemaakt over de verplichte maatregelen voor landbouwers met percelen maïs binnen een straal van 1km van de vindplaats van de kever .Voor het volgende teeltseizoen gelden verschillende maatregelen op de percelen waar het jaar van de vondst maïs stond. Zo is ploegen verplicht om de eitjes zo diep mogelijk in de grond te brengen, zodat de overlevingskansen van de ontluikende larven verkleinen.