Korrelmaïsvariëteiten onder de loep

Door de extreem moeilijke omstandigheden waren de korrelopbrengsten globaal genomen aan de lage kant, met zeer wisselende resultaten van streek tot streek en van perceel tot perceel. In het zuiden van het land stelde men gemiddeld gesproken veel minder terugval van de resultaten vast dan in Vlaanderen. De lichtpuntjes van het jaar waren de vroege oogst, die in goede omstandigheden op het veld afgerond kon worden. De vochtgehaltes daalden al in september of begin oktober tot zeer lage waarden zodat de droogkosten dit jaar lager waren dan verleden jaar. Ook de hogere prijs per ton hielp voor een deel om de lagere opbrengsten per hectare op te vangen.

Net zoals bij de kuilmaïsproeven bleef het Varmabel-korrelmaïsnetwerk niet gespaard van de extreem droge omstandigheden. Door de droogte zijn heel wat proeven in de loop van het jaar weggevallen door heterogeniteit binnen de percelen of door een slechte kolfontwikkeling. Finaal werden maar 3 proeven met betrouwbare resultaten weerhouden voor de synthese. Het beperkt aantal resterende proeflocaties maakt dat de resultaten met de nodige voorzichtigheid moeten benaderd worden en toont aan dat het belangrijk blijft om te investeren in een voldoende groot proefnetwerk. Een andere vaststelling is dat de synthese van 2018 enkel locaties op leemgrond bevat. Dit stelt geen probleem om het opbrengstpotentieel van de verschillende rassen in kaart te brengen. Wanneer de omstandigheden echter minder gunstig zijn - zoals bijvoorbeeld de aanhoudende droogte van 2018 - kan een ras met een hoog opbrengstpotentieel op leemgrond soms helemaal door de mand vallen op een zandgrond.

Opbouw van het proefveldnetwerk

In het kader van VARMABEL netwerk, werken – net zoals voor de voedermaïs - CIPF en LCV samen aan de post-inscriptie rassenproeven van het normaal netwerk korrelmaïs. De coördinatie van het netwerk en het synthetiseren van de resultaten gebeurt door het CIPF.

In het normaal netwerk worden de betere korrelmaïsrassen van de afgelopen jaren uitgezaaid samen met de koplopers van het CIPF voorlopig netwerk van 2017. Daarbij komen nog recent op de Belgische rassencatalogus ingeschreven hybriden en tenslotte nog een aantal goed presterende rassen die in 2017 hun eerste jaar meeliepen in de officiële rassenproeven. De proefvelden voor dit netwerk worden aangelegd op 8 locaties in Laag en Midden België (5 CIPF, 3 LCV). Hierbij wordt gestreefd naar een evenwichtige vertegenwoordiging van alle landbouwstreken.

Alle korrelmaïsrassen worden gerangschikt op basis van opbrengst per ha (aan 15% vocht van de korrel). Op de website van het CIPF en LCV kan U ook een sortering op basis van financiële opbrengst in Euro/ha terugvinden. De financiële opbrengst geeft de verkoopprijs van het graan weer met de droogkosten (berekend volgens de Synagra-normen) in rekening gebracht.

In het normaal netwerk van 2018 werden 45 korrelmaïsrassen getest. De resultaten van 3 locaties in Laag en Midden België werden opgenomen in de syntheses van 2018: Cortil-Noirmont en Naast (CIPF) en Tongeren (LCV). De verschillende rassen werden vergeleken ten opzichte van 4 standaardrassen (ES Metronom, Kompetens, Megusto KWS en RGT Chromixx). De standaardrassen zijn rassen die reeds meerdere jaren getest zijn en worden gekozen omwille van hun regelmatige en bevredigende eigenschappen voor de belangrijkste rascriteria.

Op basis van welke criteria steunt de rassenkeuze ?

Een goed rendement gecombineerd met een laag vochtgehalte van de korrel vormen de basiscriteria om rassen te kiezen. Andere parameters zoals gevoeligheid voor stengelrot, builenbrand en legervastheid zijn echter ook van belang samen met een stabiele opbrengst over meerdere jaren.

Hoge korrelopbrengst gekoppeld aan een laag vochtgehalte van de korrel

Een hoge korrelopbrengst is voor elk korrelmaïsras uiteraard van groot belang. Voor de aanwending als CCM of vochtig graan blijft dit de belangrijkste parameter. Dit wel in de veronderstelling dat het als korrelmaïsras onder normale omstandigheden een vochtgehalte van 30-35% moet behalen. Voor te drogen graan zou het vochtgehalte in het ideale geval lager dan 30% moeten zijn bij de oogst.

De financiële risico’s van de droogkosten moeten zo veel mogelijk beperkt blijven. Het vochtgehalte bij de oogst blijft dus een zeer belangrijke factor bij de keuze van een korrelmaïsras.

Na het vullen van de kolf en het verschijnen van het ‘zwarte puntje’ aan de navel van de korrel (rond 36% vocht, dan stoppen immers de transfers van suikers naar de korrel) komt de fase van de uitdroging. Sommige rassen zijn efficiënter in staat om deze reductie van het vochtgehalte uit te voeren. Hoewel rassen van het dent-type gemiddeld 4 tot 7 dagen later in bloei staan dan de vroegere flint-type rassen, kunnen de vroegste dent-type rassen doorgaans ook bij voldoende lage vochtgehaltes geoogst worden. Dit is zeker van toepassing als september en oktober aan de zonnige kant zijn.

Legervastheid

Gezien korrelmaïs tot in een vergevorderd rijpheidstadium op het veld moeten blijven staan, is deze parameter belangrijker dan voor voedermaïs. In 2018 kon men op een aantal locaties rasverschillen voor mechanische legering en stengelbreuk observeren. De 3 voorgaande teeltjaren traden nergens grote problemen op.

Resistentie stengelrot veroorzaakt door fusarium

Gevoeligheid voor stengelrot blijft een belangrijk criterium bij de rassenkeuze voor korrelmaïs. Elk jaar stellen we tussen de geteste variëteiten verschillen vast in gevoeligheid voor fusarium. Bij sommige gevoelige rassen komt de ziekte slechts in een laat stadium tot uiting. Als men zich van deze evolutie bewust is kan men eventueel het risico nemen op voorwaarde dat men een vroege oogst voorziet (bijvoorbeeld als CCM). Als men na de korrelmaïs tarwe wil inzaaien, moet men zeker kiezen voor resistente of toch slechts beperkt gevoelige rassen. Ook moet de nodige aandacht besteed worden aan het onderwerken van de gewasresten.

Resistentie tegen builenbrand

2018 was een jaar met een gemiddelde aanwezigheid van builenbrand. De builenbrand ontwikkelde zich voornamelijk op de stengels. Doorgaans bleef de aantasting beperkt tot enkele procenten van het aantal planten maar op sommige percelen met meer gevoelige rassen kwam de aantasting wel op grote schaal voor. Hoewel de builenbrand niet giftig is moet men toch best de meest gevoelige rassen vermijden. Er is duidelijk een raseigen gevoeligheid voor het ontwikkelen van de builenbrand op voornamelijk kolf of stengel. Het is evident dat bij korrelmaïs vooral de builenbrand op de kolf voor opbrengstverliezen zorgt. Bij de tellingen wordt dus enkel naar de aantasting op de kolven gekeken.

Welke rassen zaaien in 2019 ?

Bevestigende rassen: P8329, ES Inventive, P8333, ES Perspective, RGT Attraxxion, P8307, SY Telias, LG 31276, P8409, LG 30258, RGT Chromixx, ES Hubble en DKC3050.

P8329 werd een derde jaar getest in het normaal netwerk en herbevestigt zijn uitstekend opbrengstpotentieel met de eerste plaats in de rangschikking van opbrengst aan 15% vocht. Met een laag vochtgehalte bij de oogst weet P8329 zich ook op de eerste plaats te nestelen in de klassering van de financiële opbrengst. Het ras haalt over 3 jaar bekeken de beste resultaten wat betreft korrelopbrengst en financiële opbrengst.

ES Inventive en P8333 behalen net zoals P8329 een uitstekende korrelopbrengst. Beiden koppelen dit goed resultaat aan iets hogere vochtgehaltes bij de oogst zodat ze enkele plaatsen moeten prijs geven in de klassering voor financiële opbrengst. Uit financieel oogpunt blijven ze wel nog steeds één van de meest interessante keuzes. P8333 en ES Inventive staan voor het 2 jaar in het normaal netwerk. Beiden scoorden in de omstandigheden van 2018 merkelijk beter dan in 2017.

ES Perspective haalt eveneens een uitstekende graanopbrengst. Net zoals verleden jaar beschikt ES Perspective bij de oogst over zeer lage vochtgehaltes en het ras stijgt hierdoor naar de tweede plaats in het klassement van de financiële opbrengst. Ook over meerdere jaren heen bekeken is de uitstekende financiële opbrengst de grootste troef van het ras.

RGT Attraxxion heeft voor het tweede jaar op rij een uitstekende graanopbrengst. Net zoals vorig jaar stellen we vast dat het ras het meest geschikt is als vochtig graan want de vochtgehaltes bij de oogst liggen beduidend hoger dan het gemiddelde van de andere rassen.

P8307 beschikt in 2018 over een zeer goede graanopbrengst per hectare aan 15%. P8307 beschikt bij de oogst over zeer lage vochtgehaltes en dat helpt het ras om op te klimmen naar de derde plaats van het klassement voor financiële opbrengst.

Het ras SY Telias haalt zeer goede opbrengsten, zowel in korrelopbrengst per hectare aan 15% vocht en in financiële opbrengst. Het vochtgehalte bij de oogst ligt in de buurt van het gemiddelde.

LG 31276 stond in 2017 nog op de tweede plaats van het klassement met de graan-opbrengst per hectare. Het ras heeft in 2018 nog steeds een zeer goede opbrengst maar moet wel een tiental rassen boven hem dulden. Dat doet echter niets af van zijn eigen kwaliteiten want het ras haalt 3 jaar na elkaar zeer stabiele en zeer goede resultaten. In de klassering van de gemiddeldes over 3 jaar staat het ras dan ook op een tweede plaats bij de rassen die 3 jaar getest werden. Het ras behaalt een goede financiële opbrengst (Euro/ha).

De rassen P8409 en LG 30258 behalen in 2018 een goede opbrengst per hectare aan 15% vocht en ook een goede financiële opbrengst. LG 30258 had in 2017 en 2016 nog betere resultaten laten noteren maar in de droge en warme omstandigheden van 2018 had het ras waarschijnlijk moeite om het volledig opbrengstpotentieel te benutten.

Het ras RGT Chromixx was één van de 4 standaardrassen in 2018. Het ras haalt een goede graanopbrengst. Dank zij een laag vochtgehalte van de korrel bij de oogst stijgt het ras in de rangschikking voor financiële opbrengst.

ES Hubble heeft goede resultaten wat betreft de opbrengst per hectare aan 15% vocht en wat betreft de financiële opbrengst

Het ras DKC3050 heeft een gemiddeld tot goede graanopbrengst boven het niveau van de standaardrassen. Dankzij een zeer laag vochtgehalte bij de oogst wordt het ras zeer geschikt als te drogen graan wegens de lage droogkosten. Het ras klimt sterk in de klassering voor financiële opbrengst, uitgedrukt in euro per hectare.

Interessante nieuwigheden: RGT Maxxatac, P8642, Landlord, KWS Iconico, Volney, Anovi CS en P7515.

Een aantal uitstekende nieuwe rassen hebben in 2018 hun intrede gedaan in het normaal netwerk korrelmaïs.

Het ras RGT Maxxatac komt op een mooie tweede plaats het klassement van 2018 voor de graanopbrengst binnen. Het gemiddelde vochtgehalte van het ras bij de oogst is een beetje hoger dan het gemiddelde van de proef maar desondanks haalt het ras een uitstekende financiële opbrengst dankzij het hoge opbrengstpotentieel.

P8642 is een andere interessante nieuwkomer met een zeer goede korrelopbrengst. Net zoals RGT Maxxatac daalt het ras een beetje in de rangschikking voor financiële opbrengst door een hoger vochtgehalte bij de oogst dan het gemiddelde. P8642 haalde in het voorlopig netwerk van 2017 de tweede hoogste graanopbrengst.

Landlord is een nieuw ras met een zeer goede graanopbrengst en een goede financiële opbrengst.

KWS Iconico behaalde in 2018 een goede opbrengst. KWS Iconico wordt gemiddeld geoogst met een vochtgehalte dat hoger ligt dan het gemiddelde. Het ras realiseert hiermee een financiële opbrengst vergelijkbaar met de standaardrassen. Het ras komt dus het best tot zijn recht bij een oogst als vochtig graan.

Volney was een veelbelovend ras uit het voorlopig netwerk, waar het in 2017 de eerste plaats haalde voor graanopbrengst. De korrelopbrengst in de moeilijke omstandigheden van 2018 waren goed. Ook de financiële opbrengst van het ras komt uit boven het gemiddelde van de standaardrassen.

Anovi CS en P7515 halen een goede opbrengst, vergelijkbaar met Volney. Dank zij een laag vochtgehalte bij de oogst doen beide rassen een mooie sprong voorwaarts in het klassement voor financiële opbrengst. Beide rassen zitten bij de groep van de vroegste korrelmaïsrassen van het netwerk en zijn dus geschikt voor een (vroege) oogst als te drogen korrelmaïs.

De rassen LG 30258 en Landlord (vroege silomaïsrassen) en Agro Polis en ES Metronom (beiden halfvroeg) zijn geschikt al dubbeldoel-rassen aangezien ze ook interessant zijn voor een oogst als kuilmaïs.

In 2018 traden in de verwerkte proeven van het normaal netwerk korrelmaïs geen noemenswaardige problemen op voor wat betreft stengelrot, uitgezonderd voor het ras KWS Stabil. Alle geteste rassen hadden op de 3 proeflocaties eveneens geen problemen wat betreft stengelbreuk, legering of builenbrand.

Jurgen Depoorter, Michaël Mary en Guy Foucart (CIPF)

Geert Haesaert, Sofie Landschoot en Gert Van de Ven (LCV)

Meest recent

Meest recent