Wie is OVM?

De Overleggroep Vlaamse Melkveehouders is opgericht in 2001, en telt leden van over heel Vlaanderen. “Er is een vzw met een kerngroep, maar voor de rest hebben we geen leden. Als het goed gaat zijn we met weinig, en als er een nood is, zijn we met veel”, aldus voorzitter Roger Masscheleyn. “We hebben ook geen ambitie om een landbouworganisatie te worden; we proberen er te zijn op momenten dat het nodig is.”

In 2002 trad de organisatie voor het eerst in het voetlicht toen de quotummobiliteit volledig aan banden lag. Mede door druk van OVM werd de 9 jaar-verplichting om elders te moeten melken teruggeschroefd naar vijf.

Hoewel de organisatie de media niet opzoekt, speelde ze naar eigen zeggen in de laatste jaren van het melkquotum een belangrijke rol. Het voorlaatste jaar kreeg de organisatie 275 melkveehouders zo ver om - met een dreigende superheffing in zicht - tien procent van de overschotmelk te laten wegvloeien. “In totaal vloeide er zo’n 6 tot 7 miljoen liter melk weg, waarmee we juist beneden het nationaal quotum kwamen en er geen superheffing was. Het luidde dat we een olifant door een sleutelgat hadden getrokken”, herinnerde Roger Masscheleyn zich.

Het daaropvolgende jaar was onder het quotum blijven een verloren zaak. OVM verzamelde bij melkveehouders middelen om de regelgeving op mazen in het net te controleren, maar zag zich genoodzaakt om tot een drastische en vindingrijke oplossing te komen.

“We beslisten melk te gaan afromen. Met zo’n 50 deelnemers waren we. We kochten afromers, en gingen na wat wettelijk kon. De eigen room moest op het eigen bedrijf blijven. We regelden diepvriescontainers en kochten tesamen voor 250.000 euro aan vriesemmers om de room in te vriezen. We overlegden met de bevoegde instanties zodat alles perfect traceerbaar en in overeenstemming met de regelgeving was. Na 1 april 2015 vonden we afnemers en vermeden de deelnemers opnieuw superheffing.”

Meest recent

Meest recent