Witloof : een kleine sector in een wereld in crisis

De vraag rijst of de stijgende kosten van de witloofteler moeten doorgerekend worden naar de consument.
De vraag rijst of de stijgende kosten van de witloofteler moeten doorgerekend worden naar de consument. - Foto: MV

Hét witloofevent bij uitstek is zonder twijfel de witloof- biënnale. Na een geslaagde editie in Etten-leur in Nederland, kon het event 4 jaar niet doorgaan vanwege de coronapandemie. Dit jaar werd het opnieuw georganiseerd, in Cultuur- en beleefcentrum De Krop in Kampenhout. Dat was een logische keuze, aangezien zich hier ook het Witloofmuseum bevindt. Witloof, en zeker grondwitloof, blijft het witte goud van België.

In een tijd van crisissen

“We dachten dat we met Covid-19 de crisis onder de crisissen gehad hebben. We kregen ook te maken met brexit. De Oekraïne-crisis was wel de game changer. Ook het belang van klimaat neemt toe. In de landbouw hebben we al heel wat crisissen gehad. We moeten voortdurend aanpassen”, vertelt Luc Vanoirbeek, algemeen secretaris van het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties (VBT).

Hij geeft aan dat alles veel duurder is geworden door die 'polycrisis'. Covid maakte de operationele kosten 500 miljoen euro duurder. Er was sprake van logistieke verstoring: containers die niet op tijd komen en duurder worden, havens die geblokkeerd waren, enzovoort. Daarnaast wordt de input voor de landbouwer duurder. Die betaalt meer voor gewasbescherming en verpakking, maar zeker ook voor bemesting. Dat is verdubbeld in prijs. "Soms gaat het zelfs niet om de prijs, maar over de beschikbaarheid", klinkt het. Gas, water, bewaring, elektriciteit... die prijzen stijgen. "In witloof gaat er veel energie naar bewaring. Dat wordt moeilijk voor onze Belgische witloofsector", aldus Vanoirbeek. "Het probleem is dat we niet kunnen doorrekenen."

De vraag rijst of die stijgende kosten toch moeten doorgerekend worden naar de consument. Hij geeft ook aan dat er wel wat competitie is tussen de landen vanwege de inflatie. "Franse en Duitse witloof wordt competitiever door de energie. Frankrijk gebruikt meer kernenergie." "De prijs voor ander voedsel stijgt wel, zoals voor rundvlees."

In Europa

De witloofsector zit vooral gebald in Europa, in 4 landen. Nederland is koploper, met een economische waarde van bijna 29 miljoen euro in 2021. België en Frankrijk zijn ook belangrijke landen, met een handelswaarde van respectievelijk 18 miljoen euro en 8 miljoen euro. Duitsland is het vierde land met een belagrijke witloofsector, maar zijn handelswaarde is slechts 1 miljoen euro. “We eten vooral ons eigen witloof”, vertelt Luc Van Bellegem, marketing adviseur van Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM). In België wordt per persoon het meeste witloof gegeten. Fransen en Nederlanders eten ook jaarlijks veel witloof, in vergelijking met andere landen.”

De handelswaarde per kg witloof binnen de EU is erg verschillend, en varieert van 0,75 euro voor Belgisch witloof tot 2,31 euro voor Duits witloof. In het export naar derde landen zijn vooral Nederland en België actief. Het witloof is dan vooral bestemd voor Zwitserland, de UK, de US en Wit-Rusland. Dat export kent echter een dalende trend. België exporteert minder en minder, terwijl het export vanuit Nederland licht stijgt.

België versus Nederland

Per land ziet de witloofsector er best anders uit, hoewel de hydrocultuur wel blijft overheersen. In België en Nederland is het aantal ha hydrocultuur wel dezelfde, maar België produceerde zo’n 30.000 ton en Nederland meer dan 55.000 ton in 2021. Verder is er weinig tot geen grondwitloof te vinden in Nederland, terwijl er in België toch zo’n 200 ha aanwezig is. Dat areaal is goed voor de productie van bijna 1.900 ton grondwitloof.

Nederland heeft dan weer meer areaal biowitloof en rood witloof. 250 ha is gewijd aan biowitloof in Nederland, terwijl dat in België slechts 80 ha is. In verhouding produceert Nederland ook meer biologisch witloof. In 2021 produceerde Nederland 2.400 ton biologisch witloof, en België 410 ton. Als het gaat om rood witloof, wordt in Nederland op 60 ha zo’n 800 ton geproduceerd. In België werd op 4 ha zo’n 30 ton rood witloof geproduceerd.

Een trend die bij beide land wel geldt, is het dalend aantal telers. In 2021 waren er 200 witlooftelers in België, en in Nederland 55. Tien jaar geleden waren dat er in België nog 318, en in Nederland 100. Ook is het zo dat de retailprijs doorheen de jaren licht stijgt. Zowel in Nederland als België kwam in 2021 65% in de retail terecht. Een tweede belangrijk verkoopkanaal in België is de verkoop rechtstreeks bij de landbouwer.

Energie: een belangrijke uitdaging

In het panelgesprek werden de uitdagingen van de sector pas echt duidelijk. De stijgende energieprijzen waren een zeer aanwezig topic. De meeste telers zitten immers niet meer onder contract, maar in de vrije markt qua energie. Marnick De Visschere van REO Veiling, die ook teler is, geeft aan dat het moeilijk werken is met het systeem van vraag en aanbod. “We kunnen niet werken in periodes wanneer energie goedkoper is. Zo werkt het niet. Een teler kan misschien wel energie halen van windmolens en zonnepanelen, maar ze willen steun van de overheid.” Nederlandse teler Koos Groot treedt hem bij: “Ik denk dat de ontwikkelingen inzake energie nu wel snel moeten gaan, want anders is het voor onze sector te laat. Zonne- en windenergie zijn kortetermijnoplossingen, we hebben nood aan langetermijnoplossingen. Voor een betere prijs zou ik bijvoorbeeld wel kunnen communiceren met mijn afnemers, zo kan ik in bepaalde periodes de prijs verhogen.”

Mia Demeulemeester, die Inagro vertegenwoordigde in het panelgesprek, geeft aan dat in het onderzoek zeker wordt ingezet op efficiënt werken. Teelttechnisch kan er geoptimaliseerd worden, maar energiebesparing is zeker ook een belangrijk onderwerp. “Witloof is op dit punt al een zeer duurzaam product, maar we werken steeds aan beter. Telers kunnen bij Inagro alvast terecht voor 1 op 1 advies”, geeft ze mee. Ze geeft aan dat ook over de sectoren heen over de energiekwestie gepraat moet worden. “Over de verschillende sectoren kunnen we immers leren van elkaar, en dat kan ook over de verschillende landen heen.” Ze pleit er wel voor dat de overheid de telers tegemoet moet komen. “Windmolens plaatsen is mooi, maar het beleid moet dat ook kunnen faciliteren. Zo is er een degelijk vergunningenbeleid nodig.”

Bitter wordt gesmaakt

Witloof is zoals gezegd momenteel vooral bekend in de EU. “In de rest van de wereld is witloof praktisch onbekend”, aldus Van Bellegem. Een Belg eet sowieso in vergelijking met andere nationaliteiten het meeste witloof, en bitter wordt gesmaakt. Grondwitloof wordt doorheen de jaren ook meer en meer verkocht. “Bij het ouder worden kunnen mensen de bitterheid van een product ook meer appreciëren. Bijna 4 op 10 mensen gaf echter al aan witloof graag te eten sinds hun kindertijd of in hun middelbareschooltijd.”

De consumptie van witloof per persoon in de wereld.
De consumptie van witloof per persoon in de wereld. - Bron: VLAM

We mogen trots zijn op het Belgische witloof, en ook in de toekomst heeft witloof een belangrijke plaats in ons dieet. Van Bellegem stelt wel dat we in moeten zetten op de trends in de marketing. “Er zijn 5 belangrijke factoren bij de aankoop van een product: gemak, lage prijs, gezond, genieten, en het feit dat mensen bewuster kopen. Daarop kunnen we inspelen. Witloof heeft heel wat voordelen. Zo kan het op verschillende manieren worden klaargemaakt: het kan rauw gegeten worden en warm. Je kan er creatief mee omspringen, ook op een feest. De smaak is niet saai en specifiek. Dat kan echter ook een nadeel zijn”, geeft hij mee.

Jongeren meekrijgen

In februari werd alvast de campagne ‘Week van het witloof’ georganiseerd, en die wierp zijn vruchten af. “In de meeste retail gaf dit een tijdelijke stijging in de verkoop, maar dat normaliseerde terug.” De afzet mag echter altijd beter. Teler Koos, die vooral inzet op de thuismarkt, kent de problematiek van afzet al jaren. “We zoeken naar een nieuw elan voor de verkoop en de marketing van witloof.” Teler Marnik ziet er heil in om het imago van witloof te veranderen. “Met het steeds warmer worden van de zomers kunnen we witloof vooral rauw promoten, zoals in een salade. Witloof klaarmaken voor in een salade kan snel. Dat gemak trekt de jongere consument aan. Zo kunnen we onze dertigers ervoor warm maken.”

Het effect van ‘Week van het witloof’ op de verkoop in de retail, in België, is tijdelijk.
Het effect van ‘Week van het witloof’ op de verkoop in de retail, in België, is tijdelijk. - Bron: GfK Belgium voor VLAM

Jo Lambrecht van BelOrta geeft hem gelijk. “We moeten de kwaliteiten blijven promoten. Naar marketing toe moeten we inderdaad de mindset van kinderen en jongeren veranderen. Dat kan bijvoorbeeld door meer witloof te serveren in studentenrestaurants.” Koos gelooft dat er genoeg mogelijkheden zijn: “De consument moet warm blijven lopen voor witloof, de teler volgt wel.”

Witloof in de Green Deal

In de Green Deal wordt geijverd voor meer bio, minder gewasbeschermingsmiddelen en minder bemesting. Marnik geeft aan dat het werken met minder meststoffen geen probleem hoeft te zijn. Het gebruik van minder gewasbeschermingsmiddelen is dat volgens hem wel. “Probleemonkruiden worden zo moeilijker om aan te pakken. Er komen ook steeds meer nieuwe onkruiden, en ook die moeten worden aangepakt. Er vallen middelen weg, en daar moet een goede oplossing voor gevonden worden.”

Er wordt veel hoop gelegd in het onderzoek om de Green Deal mogelijk te maken. Demeulemeester: “De uitdagingen zijn inderdaad gigantisch. Met technologie – zoals sensoren en precisielandbouw – kunnen we wel sprongen maken. Op die manier kunnen we bijvoorbeeld doeltreffender gewasbeschermingsmiddelen toepassen. Of die doelstelling van de Green Deal haalbaar is, moet echter de toekomst uitwijzen. De praktijk komt immers niet steeds overeen met de theorie. Ook op dit punt moeten we het beleid aanspreken.” Voor haar moet biowitloof echter ook wel mogelijk blijven. “Er is vraag naar, maar de consument moet er wel voor willen betalen. Ik vind het alvast niet verstandig om percentages als doel naar voren te schuiven.”

Tim De Clercq van het Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant springt Demeulemeester hierin bij. “We moeten inderdaad blijven inzetten op precisielandbouw en op alternatieven. Nieuwe middelen voor de witloofteelt zijn echter zeker niet evident, omdat het een kleine teelt is. Mechanische onkruidbestrijding, zoals schoffelen of branden, kan in een goed bedrijfsmanagement, maar ook hier is er arbeid nodig. We denken ook na over het inzetten van nuttige insecten om zo minder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken.”

Over ggo en automatisatie

Teler Koos oppert dat het inbrengen van resistenties in zaden gedeeltelijk een oplossing kan bieden. “Het lost natuurlijk niet alles op”, klinkt het. Demeulemeester staat alvast niet weigerachtig ten opzichte van technieken zoals Crispr-Cas. “Daar zit potentieel in. Als dat toegelaten wordt, nemen we dat op en kan daar over nagedacht worden.” Ook De Clercq is daar voorstander van. “Het inkruisen van resistenties kan, maar met ggo-technieken kan dat sneller en komt het dus ook sneller op de markt.”

Teler Koos Groot gelooft dat telers op een bepaald moment niet meer zonder automatisatie kunnen.
Teler Koos Groot gelooft dat telers op een bepaald moment niet meer zonder automatisatie kunnen. - Foto: DD Automatisation

Moderne technieken zijn in ieder geval niet meer weg te denken in de bedrijfsvoering van de toekomst. Arbeid – en dus personeel – blijft een heikel punt. Marnik ziet in de toekomst alleen nog grotere bedrijven met vast personeel. Toch zijn er al grote stappen in de automatisering gezet. Koos gelooft alvast dat telers op een bepaald moment niet meer zonder automatisatie kunnen. “Maar daarvoor zijn investeringen nodig. We zullen met meerdere telers moeten samenwerken. We zullen als teler voor een deel onze eigen identiteit moeten loslaten en met verschillende telers een bedrijf van de toekomst vormen.” Zowel Demeulemeester als De Clercq geven aan in het onderzoek in te zetten op automatisatie. De Clercq: “Er is op het vlak van automatisatie al veel gedaan in het verleden. Ik weet dat de stapelrobots een heuse sprong waren: daardoor was er een heel pak minder arbeid nodig.”

Marlies Vleugels

Meest recent

Meest recent