Startpagina Varkens

“In Noorwegen is er wel nog respect voor landbouwers”

De passie voor de duurzame en kleinschalige veeteelt laait hoog op als startende boer Niels Van Hoenacker (27) uit Lokeren het woord krijgt. Na enkele jaren ploeteren om ‘De Veldhoeve’ van de grond te krijgen in Vlaanderen, zoekt hij nu zijn heil in Noorwegen.

Leestijd : 13 min

Niels komt niet uit een familie van landbouwers, maar had al vroeg een passie voor dieren. Hij doorliep zijn middelbare carrière op hetVrij Agro- en Biotechnisch Instituut (VABI) in Roeselare waar hij ook op internaat zat. Zijn eerste 3 jaar volgde hij biotechnische wetenschappen maar door zijn vele vrienden op internaat die allen boerenzonen waren raakte hij als snel geïnteresseerd in de landbouw.

Die interesse werd een passie en hij veranderde van studierichting, de landbouwrichting. Na zijn school startte hij als werknemer bij verschillende bedrijven, maar hij begon meteen te sparen voor zijn droom: een eigen veeteeltbedrijf.

Niels heeft nog altijd de eerste beer die hij zelf in Friesland ging ophalen.
Niels heeft nog altijd de eerste beer die hij zelf in Friesland ging ophalen. - Foto: FVDL

Die droom kwam in 2019 uit met een klein varkensbedrijf in bijberoep. Niels werkt bewust in ploegen om zo zijn hoofd- en bijberoep zo goed mogelijk te kunnen combineren. “Mijn hart en ziel zitten in dit bedrijfje, maar als ik zuiver naar het financiële kijk, moet ik stoppen met ‘De Veldhoeve’. Ik verhuis meer dan waarschijnlijk naar Noorwegen. Daar hebben ze meer respect voor landbouwers en kleinschalige landbouw. En financieel liggen mijn kansen daar beter.”

Waasland

“Ik heb hier in Vlaanderen heel lang moeten zoeken naar een geschikte hoeve. Mijn middelen zijn beperkt en de prijzen voor landbouwgrond liggen hier hoog, tot 120.000 euro per ha, als je al ergens de kans krijgt om iets te kopen. De meeste kleine boerderijen worden verkocht om er een woning met veel grond van te maken. En voor landbouwgrond kom je als startende boer achteraan in de rij, na de opkopers van de grote boeren en van de agro-industrie, de verkavelaars, de natuurverenigingen, de beleggers en speculanten…

Liefst was ik gestart met een rundveebedrijf, maar de oppervlakte die je daarvoor nodig hebt, zou ik nooit kunnen betalen of terugverdienen. Na veel sparen en zoeken kon ik een oude hoeve kopen in Moerbeke, in agrarisch gebied bovendien. De woning stond jaren leeg en is onbewoonbaar verklaard, de stallen zijn oud, maar er is een mooi stukje grond bij van in totaal 1,5 ha. Je moet ergens beginnen en hier kon ik alvast een mooie start nemen voor een duurzame varkenshoeve.”

Buitenloopvarkens

Niels nam de uitdaging aan om varkens te kweken op een andere manier dan de ‘industriële’ of intensieve varkenshouders. “Mijn 25 varkens lopen eigenlijk de hele dag buiten. Ze kunnen wroeten in de bodem en genieten van de buitenlucht en van het natuurlijke ritme van dag en nacht. Ik koos voor het traag-groeiende ras Tamworth en ik voeder ze met lokale gewassen. Dus zonder soja uit Brazilië, maar met lokale veldbonen als eiwitbron. Het vlees van de Tamworths heeft meer vet, maar vooral meer smaak dan wat je doorgaans in de supermarkt vindt.”

Niels deed heel wat grote en kleine investeringen in Moerbeke: dubbele afrastering en schrikdraad tegen de everzwijnen (voor de Afrikaanse varkenspest) en de wolven, het afbakenen van stukjes weide zodat de varkens kunnen doorschuiven van de ene naar de andere, het planten van verschillende nootdragende bomen zoals kastanje, hazelnoot en walnoot voor schaduw en als een natuurlijke aanvulling van het voer, het laten plaatsen van 3 regenwaterputten van in totaal 60.000 l zodat er ook in een droge zomer water is voor een modderpoel voor de varkens, een verharde laad- en loszone, nieuwe bebording voor een schuur, een oude tractor en enkele machines en een tweedehandse maalmolen om zelf kleine hoeveelheden meel te malen. Dat laatste vooral om kwaliteit van het voeder te kunnen garanderen en uit financiële overwegingen.

Het Tamworth-varken is rossig van kleur en stamt vermodelijk af van de Europese wilde zwijnen.
Het Tamworth-varken is rossig van kleur en stamt vermodelijk af van de Europese wilde zwijnen. - Foto: FVDL

Buitenloopvarkens vinden was geen sinecure voor Niels. “In Vlaanderen vind je die nauwelijks. Ik vond één varkenshouder die ongeveer had wat ik zocht. Hij wou mij geen varkens verkopen omdat hij dacht dat ik een concurrent zou worden voor hem. In Nederland had ik meer succes. Daar zijn er verschillende varkensboeren die Tamworth-varkens houden. Ik kocht in Friesland op 2 verschillende bedrijven 1 beer, 7 borgen (gecastreerde beren) en 3 zeugen van elk 8 weken oud. Die 7 borgen was om al snel wat productie te hebben en al wat bij te leren terwijl ik nog aan het starten was. Die eerste beer en de 3 zeugen heb ik vandaag nog. Ik heb die allemaal zelf met een aanhangwagen naar België gebracht, wat administratief een heel gedoe was.”

Niets afgestemd op kleinschalige veeteelt

Zo komen we bij één van ergernissen van Niels. “Inzake administratie is er in België of Vlaanderen niets afgestemd op de kleinschalige veehouderij. Als ik mijn manier van werken uitleg, krijg ik van iedereen de duim omhoog. Maar administratie, keuringen, toelatingen, erkenningen, regels en wetten, … alles is uitsluitend afgestemd op de grootschalige intensieve varkens- of veehouderij.

Om 1 varken over de grens te krijgen moet je net zoveel papieren in orde brengen en net zo veel administratieve lasten betalen als voor een vrachtwagen met 200 varkens. Om 1 varken te laten slachten moet je net zoveel papieren in orde brengen en net zo veel administratieve kosten betalen als voor een ganse vrachtwagen met varkens. Doordat er altijd met minimumtarieven gewerkt wordt, kloppen die verhoudingen tussen administratieve kosten en het aantal varkens niet of spelen ze serieus in het nadeel van veehouders die kleinschalig willen werken.”

Het was voor een starter als Niels niet eenvoudig om de juiste weg te vinden in de administratieve mallemolen. “Bij het FAVV en DGZ kennen ze mij al goed. Als ze bij een controle een opmerking maken of als er een vinkje te weinig gezet is op een papier is het groot alarm en beginnen ze snel met sancties te zwaaien. Maar als je dan belt om te vragen hoe het wel moet om met alles in orde te zijn, dan word je steeds maar verder doorgeschakeld. Van het kastje naar de muur en terug. Soms maken ze er zich vanaf door te zeggen dat elke landbouwer geacht wordt alle wetten en regels te kennen. Dat kan misschien wel zijn, maar dan zou je toch verwachten dat de instellingen die de regels controleren op z’n minst de regels kennen en kunnen uitleggen.”

Regeltjes

Niels geeft één simpel voorbeeldje van regels die niet afgestemd zijn op zijn duurzame kweek van buitenloopvarkens. “In mijn oude stallen, waar ik soms voor enkele dagen een varken hou, werd bij de bouw ervan in de muren op een paar plaatsen een baksteen weggelaten, zodat er een ventilatie-opening is. Een oud gebruik dat niet langer in zwang is. Bij een controle werd mij gezegd dat ik die openingen moest dichtmaken met een rooster. Zodat er geen (grotere) vogels (bijvoorbeeld duiven) bij de varkens in de stal kunnen komen. Terwijl mijn varkens de hele dag buiten lopen, waar er de hele tijd contact kan zijn met vogels.”

De verkoop van het Tamworth-vlees via de korte keten gaat vlot.
De verkoop van het Tamworth-vlees via de korte keten gaat vlot. - Foto: FVDL

In Vlaanderen hebben bijna alle kleine slachterijen de deuren gesloten en zijn er nog bijna uitsluitend grote slachterijen. “In Moerbeke zit ik dicht tegen de grens met Nederland. In Koewacht, net over de grens, is er een kleinschalige slachterij waar ik graag zou mee samenwerken. In afstand is dat ook dichter dan de slachterij in Eeklo.”

Slachten in Nederland

“Ik nam de proef op de som en heb eens geprobeerd om daar naartoe te rijden met 1 varken, het te laten slachten en dan met de karkas terug naar Vlaanderen te komen voor het versnijden, verpakken en verkopen. Ik heb eerst alle informatie proberen vinden, online en telefonisch, maar niemand kon mij exact zeggen welke papieren en goedkeuringen ik daarvoor moest hebben.

Ik deed zelfs een examen en behaalde op die manier een toelating om zowat alle levende dieren te mogen transporteren. Bij een eerste poging bleek op het laatste moment dat mijn varken een extra ijzeren slachtchip moest hebben, terwijl niemand daar vooraf iets over vermeld had. Met alle administratieve kosten die daarbij komen kijken, wordt mijn duurzame varkensvlees bijna onbetaalbaar voor de klanten in de korte keten.”

‘Echte’ starter krijgt geen VLIF-steun

Ook inzake steun van de overheid botste Niels vaak op een muur. “Er bestaat VLIF-steun voor ‘startende’ landbouwers. Ik startte evenwel van nul en wil kleinschalig blijven als landbouwer in bijberoep. Hierdoor kan ik al bij voorbaat geen beroep doen op de klassieke VLIF-steun van 50.000 euro. Deze steun is enkel voor landbouwers in hoofdberoep.

Ik begrijp wel dat er in het statuut van landbouwer in bijberoep een paar mensen zitten die nooit landbouwer in hoofdberoep willen of kunnen worden, maar het is onrechtvaardig dat een ‘echte’ starter zo geen kans krijgt op die som van 50.000 euro en iemand die het bedrijf overneemt van zijn of haar ouders wel. Die som zou voor mij een hele stap vooruit geweest zijn. Het is gewoon onmogelijk om met een boerderij als deze te starten in hoofdberoep. Ik ben nu ruim 2 jaar bezig met mijn varkens en heb vorige zomer de eerste geslacht en verkocht. Verwachten diegenen die de VLIF-steun toekennen dat ik gedurende 2 jaar kan leven zonder winst en enkel en alleen kosten?

Later werd de regelgeving hieromtrent aangepast en ontdekte ik dat ik als bijberoeper een VLIF-steun van 7.000 euro zou kunnen krijgen, maar ook daar blijk ik geen recht op te hebben. Deze steun is blijkbaar enkel en alleen voor mensen die een overschakeling maken, bijvoorbeeld van gewone kweek/teelt naar bio of van intensieve rassen naar extensieve rassen. Landbouwers die zoals ik meteen op die ‘juiste’ manier starten komen dus niet in aanmerking. Waarom bestaat dat verschil?”, vraagt Niels zich af.

Niet alleen administratief heeft Niels heel wat leergeld betaald. “Ik ben nu aan de vijfde nest van mijn eerste dieren en pas nu kan ik zeggen dat alles op punt staat inzake voer en het juiste slachtgewicht. Mijn dieren halen een mooi slachtpercentage en de klanten zijn heel tevreden met de schone, grote stukken vlees. Vooral de smaak van het vlees krijgt veel lof.” De jonge boer verkoopt ook potjes smout van eigen productie.

Buitenloopvarkens zijn eerder de uitzondering in Vlaanderen.
Buitenloopvarkens zijn eerder de uitzondering in Vlaanderen. - Foto: FVDL

De verkoop van het Tamworth-varkensvlees verloopt vlot. “Via de korte keten zoek en vind ik kopers voor vleespakketten van 5 of 10 kg. Zodra er genoeg bestellingen zijn, kan er een varken naar de slachterij. Zonder overheadkosten of administratiekosten haal ik een winst van zowat 500 euro per dier. Dat is mooi, maar te weinig om er snel mijn hoofdberoep van te kunnen maken. Ik kan van maximaal 30 dieren als bijberoeper niet snel opschalen naar veel meer dieren. Daar heb ik ook niet genoeg buitenruimte voor. Dan zou ik eigenlijk nog een stal met een paar 100 ‘binnenvarkens’ erbij moeten nemen, maar dat was niet het idee waarmee ik begonnen ben. Graag had ik mijn varkens gecombineerd met schapen en kippen. Zo zou ik het financieel nog wat interessanter kunnen maken, Maar dan moet ik het aantal varkens zeker onder 20 houden en aanvullen met bv 10 schapen en een paar kippen, want je zit natuurlijk ook dan beperkt in het aantal dieren door de mestwetgeving.”

Verwende Vlamingen

Het is niet enkel de administratie die de jonge boer dwarszit. Niels heeft het in Vlaanderen helemaal gehad met het bashen van boeren. “Vlamingen weten niet hoe verwend ze zijn met al dat goedkope eten dat in de winkels ligt. Maar weinig consumenten weten nog waar hun voedsel vandaan komt.

Voor elk klimaatprobleem wijst de politiek met de opgestoken vinger naar de landbouw. En dan zijn er nog de extremisten. Voor hen bestaat er geen grijs. Enkel zwart of wit. Ik doe zo mijn best voor mijn dieren. Ik denk niet dat er in Vlaamse intensieve varkenshouderij veel dieren rondlopen die gelukkiger en gezonder zijn dan die op De Veldhoeve. Maar toch krijg ik regelmatig haatberichten van mensen op sociale media die het feit dat de dieren geslacht worden veroordelen. Voor hen maakt het niet uit of de varkens een zalig leven leiden voor ze worden geslacht.”

Geen ‘echte’ boer

Zelfs bij collega’s uit de landbouw vindt Niels niet altijd gehoor. “Als ze het woord ‘bijberoep’ horen of als ik vertel over de manier waarop ik werk denken ze al snel dat ik geen ‘echte’ boer ben of wil worden. Ze hebben vaak moeite met de manier waarop ik varkens wil houden. Ze zijn nog anders ‘gekneed’ dan ik en houden vast aan hun manier van werken en kweken. Nochtans staat de Vlaamse varkenshouderij voor drastische veranderingen. Mijn visie en mijn manier van varkens houden kan misschien een deel van de oplossing zijn, maar dan moeten zowel de overheid als de boer hier natuurlijk ook voor openstaan.”

Voor de vleesveehouderij in Vlaanderen ziet de jonge boer de toekomst eerder somber in. “Er wordt vanalles verboden. Steeds maar verbieden en verbieden. Terwijl er geen plan is voor wat we wel willen als landbouw, en waar en hoe. China zal ons straks overspoelen met goedkoop geproduceerd varkens- en ander vlees. Ze gaan daar en bijvoorbeeld in Kazachstan nu aan de slag met het genetische materiaal van onze varkens en van ons Belgisch witblauw. Terwijl onze jonge, gepassioneerde boeren naar het buitenland moeten verhuizen om gewoon hun job te kunnen doen.”

Carrousel

Niels trekt nu de stekker uit zijn Veldhoeve nog voordat zijn plan helemaal operationeel is. “De bedoeling was om een carrousel-systeem op te zetten op de weides. Eerst grazen de schapen het weidegras kort, daarna komen de varkens die dat korte gras kunnen omwoelen en daarna volgen op dezelfde weide nog kippen die in de omgewoelde bodem naar hartenlust kunnen pikken voordat de weide in rust gaat om opnieuw begroeiing te krijgen. De schapen zou ik dan houden voor pakketten lamsvlees. Ik heb al 2 mooie Hampshire Down-ooien, maar nog geen ram. Aan de kippen was ik nog niet begonnen.”

De 2 Hampshire Down-ooien waren bedoeld voor een weide-carrousel met schapen, varkens en kippen.
De 2 Hampshire Down-ooien waren bedoeld voor een weide-carrousel met schapen, varkens en kippen. - Foto: FVDL

Tamworth-varkens zijn in vergelijking met andere varkensrassen makkelijke dieren. “Andere varkensboeren begrijpen niet dat ik zo makkelijk omga met mijn 2 beren. Voor sommige varkensboeren is een beer in de eerste plaats een risico dat ze moeten onder controle houden, maar mijn eerste beer is meer een zachtaardige teddybeer.

Toen die eerste beer zijn poot brak en ik dacht dat hij niet langer zou kunnen dekken, heb ik mijn zeugen eens laten insemineren met zaad van een Duroc-beer. Dat leverde mooiere vleesvarkens op, met in verhouding iets meer vlees per dier maar wel nog met die typische smaak van de Tamworth en het uiterlijk van de Tamworth. Die nest van 50% Tamworth en 50% Duroc is wel een heel stuk pittiger om mee om te gaan dan de andere nesten met 100% Tamworth.

Mocht ik voortdoen, zou ik met die 50/50-zeugen voortkweken, zodat de nesten daarvan 75% Tamworth en 25% Duroc zijn. Dan kijk ik enkel naar de kwaliteit van het vlees. Dat is ook in grote lijnen wat mijn klanten willen. Voor hen maakt het weinig uit dat vlees nu 100% Tamworth is of niet. Het is het ganse plaatje van buitenloopvarkens, het lokale voer, de lekkere smaak en de structuur van het vlees dat hen verleidt.”

De Veldhoeve van Niels kan als één geheel overgenomen worden, al denkt hij dat dit niet snel zal gebeuren “Eén persoon was geïnteresseerd in het geheel, maar die haakte snel af. Een overnemer voor het geheel mag zich uiteraard nog aanbieden. De hoeve zal waarschijnlijk afzonderlijk verkocht worden en voor de dieren zijn er een paar geïnteresseerden. Of ik neem ze mee.”

Noorwegen

Waarom trekt een jonge Vlaamse boer naar Noorwegen. “Dat is een combinatie van een aantal zaken. In de eerste plaats voel ik en ervaar ik dat er in Noorwegen veel meer respect is voor de landbouw in het algemeen en voor de landbouwer als persoon in de maatschappij dan hier in Vlaanderen. Zowel bij de bevolking als bij de overheid.

Noorwegen wil als land zoveel als mogelijk zelfvoorzienend zijn inzake voedselproductie en zet tegelijk hard in op duurzame en kleinschalige landbouw. Die politieke keuze ondersteunen ze met subsidies, zodat je daar als veehouder een interessant inkomen aan overhoudt. Het is bovendien een heel mooi land met een interessante cultuur en hartelijke mensen. En ik voel mij in m’n element als het wat kouder is.

Ik kan daar pas iets starten als de Veldhoeve in Moerbeke verkocht is. De Noorse hoeve in het centrum van het land die ik nu graag wil overnemen kan ik niet reserveren doordat de bank bewijs moet hebben dat ik die boerderij kan kopen, enkel na de verkoop van mijn eigen boerderij dus.

Als ik naast die boerderij in Noorwegen grijp die ik op het oog heb, zal ik daar hoogstwaarschijnlijk eerst enkele maanden of jaren werken als bedrijfshulp op verschillende bedrijven, om de cultuur, het klimaat en de Noorse manier van werken beter te leren kennen. Aan bedrijfshulpen is er daar een groot tekort. De jonge Noren blijven liever niet op het platteland wonen en zoeken hun geluk in de steden, zodat er daar regelmatig wel hoeves beschikbaar komen. Er is een kleine kans dat ik enkele Tamworth-varkens meeneem. Die dieren kunnen makkelijk buitentemperaturen tot -20 °C aan.

Noren eten weinig varkensvlees omdat ze het niet zo hebben voor de intensieve binnenkweek van varkens. Als ze mijn verhaal horen, zijn ze wel geïnteresseerd. Net zo goed worden het koeien of schapen. De diersoort is maar één van de parameters die juist moeten zitten.”

Het Hoge Noorden

De Noorwegen-droom van Niels lijkt een beetje op die van Adriaan en op die van Marijke en Kris uit de tv-reeks het Hoge Noorden van Annemie Struyf. Adriaan werd boer op het eiland Sørøya. Marijke en Kris lieten alles achter om in Noorwegen een alpaca-boerderij te starten. “Ik heb die reeks gezien. Ik begrijp perfect wat die mensen aanspreekt in Noorwegen. Ik heb van hun verhalen en ervaringen vooral onthouden dat je goed voorbereid moet zijn.

In Moerbeke heb ik als starter veel leergeld betaald. Voor mijn Noorse droom wil ik er nog eens volledig voor gaan. Mijn Noorse droom is geen bevlieging. Toen ik afstudeerde maakte ik daar een rondreis met mijn broer en werd ik al verliefd op dat land. Mijn eerste plan na mijn afstuderen was om meteen al daar een hoeve te starten, maar ik zat toen nog met wat twijfels. Nu ik hier in Vlaanderen zo weinig medewerking ondervind om een eigen hoeve te starten, staat mijn besluit vast. Het wordt Noorwegen.”

Filip Van der Linden

Lees ook in Varkens

Mobiele buitenstal verhoogt dierenwelzijn bij biologische varkens

Varkens Mobiele buitenstallen zien we in Vlaanderen doorgaans vooral voor vlees- of legkippen. Dankzij een nieuw stalsysteem kunnen nu ook zeugen met hun biggen buiten op de weide rondlopen. De biologische varkenshouderij De Vleterbeek uit Poperinge is volgens BioForum de eerste met zo’n mobiele buitenstal.
Meer artikelen bekijken