Het veldseizoen van 2018 was alles behalve een goed seizoen voor de vroege wortels. Op vele plaatsen moesten de percelen beregend worden om de (zeer) vroege wortels enige kwaliteit te geven. Uiteindelijk werd een dunne wortel gerooid, die nood had aan vocht en warmte om een krop te ontwikkelen. Naast het lagere wortelgewicht, viel ook op dat algemeen de trekrendementen (kropgewicht op wortel) lager uitvielen dan vorig jaar en ook een goede kwaliteit was moeilijker te bekomen. Wortels die later werden gerooid, kregen uiteindelijk wat meer vocht van het najaar mee, wat de witloofkwaliteit en –opbrengst verbeterde. Toch zie je ook op de krop van de later gerooide wortels de sporen terug van stress, wat niet zo verwonderlijk is na weken groeistilstand.
Internationale rassenproeven
De Nationale Proeftuin voor Witloof in Herent voert samen met Inagro en het Franse APEF de internationale rassenproeven witloof uit. Doel van de rassenproeven is de witloofteler te informeren over de kwaliteit en opbrengst van een ras, zowel op veld als in de forcerie. Daarvoor worden wortels geteeld op vier percelen in België en Frankrijk en uitgewisseld tussen de drie centra.
Witloof is een vrij unieke teelt die zich spreidt over drie fasen. In april-mei wordt het witloof veelal op ruggen gezaaid, waarna tussen september en december – afhankelijk van ras en forceerperiode – de wortels worden gerooid. Een tweede fase is de bewaring, waarbij wortels tussen tien dagen en meer dan een jaar de bewaring ingaan. En ten slotte de forcerie. Om een jaar lang te kunnen forceren heeft de teler niet enkel koelcellen nodig, maar ook een aantal rassen waarbij hun forceerbare periode het hele jaar dekt. Zoals je bij prei ook verschillende perioden en de rassen hebt, is dat bij witloof niet anders. Je eet dus als consument meerdere rassen op een jaar. Doel van de internationale rassenproeven is dan ook de witloofteler te informeren over de kwaliteit en opbrengst van de nieuwste rassen. Daarvoor worden rassen voor ze commercieel beschikbaar zijn, vergeleken met de Belgische en Franse referenties. Dit doen we over vier periodes per jaar (vroeg, winter, laat en zeer laat), zodat we de optimale forceerperiode van een ras kunnen testen. De resultaten worden verspreid op demo’s voor de telers, via artikels in de vakpers en de Nationale Proeftuin voor Witloof brengt ook ieder jaar een rassenlijst uit.
Beperkt aantal witloofzaadhuizen
Witloof kent vandaag nog maar twee zaadhuizen, beide van Franse afkomst. Er is het bekende zaadhuis Vilmorin dat in witloof bijna 90% van de wereldmarkt in handen heeft. Daarnaast is er ook het zaadhuis Hoquet dat enkel witloof veredeld en vooral sterk staat in België.
In België worden de wintermaanden in de hydroteelt gedomineerd door enerzijds Topscore (december-januari) en vervolgens Flexine (schema Vilmorin) en anderzijds het nog recente Darling (december-januari), waarna veelal wordt overgeschakeld op Fakir (schema Hoquet). Die reeksen krijgen belangrijke concurrenten met de nieuwe rassen Laurine (Vilmorin) en Sweet Lady (Hoquet). Laurine kan geforceerd worden vanaf half januari tot oktober. Het ras combineert een hoge opbrengst met goede kwaliteitssortering. Daarvoor teel je best op een fijne wortel en aan gematigde forceercondities. De inwendige kwaliteit is goed met een niet te lange pit en gemiddelde roodverkleuring. De forceerperiode van Sweet Lady begint wat later (februari-maart) en loopt tot het einde van het seizoen. Sweet Lady mag geforceerd worden op een dikkere wortel. Het ras geeft een puntige, iets kortere krop met een goede sortering en gemiddelde opbrengst. De inwendige kwaliteit is zeer goed met beperkte pit in de zeer late forcerie, nauwelijks roodverkleuring en weinig pitgebreken. Daarnaast kijkt de witloofsector uit naar een derde zaadhuis. Het Nederlandse Rijk Zwaan zit momenteel in de laatste fase van de heropstart van haar veredelingsprogramma en zal op korte termijn het witloofrassenaanbod versterken.
De rassenlijst 2019 is te raadplegen op www.proeftuinherent.be
Jonas De Win - Nationale Proeftuin voor Witloof