Startpagina Akkerbouw

Wild-, wind-, vorstschade en watertekort

Het is dit voorjaar opnieuw een strijd op onze velden. Er is altijd wel iets dat zorgen baart. In het licht van zwakke prijzen vragen deze extra kosten en inspanningen veel moed van onze telers.

Leestijd : 9 min

Ieder jaar is wildschade een terugkerend probleem dat steeds groter wordt met dan hoofdzakelijk schade van hazen en bosduiven. Vooral rond de datum van 15 mei zien we de druk van bosduiven toenemen omdat de meeste dieren dan met jonge kuikens zitten. Deze moeten ze voeden en daardoor is dus hun honger groter. Vlas en kolen zijn populair. De hazen hebben een voorkeur voor kolen, schorseneer en zelfs bieten.

Vorstschade bij maïs.
Vorstschade bij maïs. - Foto: LVC

Vorstschade

Op de IJsheiligennachten van 11, 13 en 14 mei kregen we negatieve grondtemperaturen, dit met grote schade aan de grootste aardappelen. Nat zetten kan dit verhelpen. Zelfs aardappelopslag in gewassen is bevroren.

Bieten en maïs vertoonden vergeelde harten en bladeren. Dat we meer grondvorst krijgen in mei dan in december en januari kan je als niet normaal bestempelen, maar de laatste jaren gebeurt het steeds meer. In 2006 en 2008 kregen we zelfs nachtvorst in juni.

Bij bieten weten we dat tot het 2-4 bladstadium de bieten minder gevoelig zijn om tweekoppigheid en schieters te vormen dan na het 4 bladstadium. Bij schermbloemigen zoals wortel en selder kan dit tot zaadvorming lijden. Bij jong geplante broccoli en bloemkolen krijgen we hartloosheid. Bij grotere kolen zijstengelscheuten in deze stressmomenten. Maar de laatste jaren leerden we dat dit meevalt.

Want hiervoor is niet enkel de temperatuur op zich belangrijk, maar ook de temperatuur tijdens de dag en de snelheid waarbij deze stijgt. Dit reconditioneren (of devernalisatie) is even belangrijk.

Windschade

We kregen dit voorjaar reeds meerdere dagen hevige wind. Dit zorgt voor versterkte uitdroging. Volgens de waarnemingen van het KMI was de verdamping ten opzichte van de neerslag vanaf 1 april dit jaar het grootste sinds het jaar 1901.

Ook zorgde stevige wind op 11 april en 11 mei voor zichtbare en onzichtbare schade. Voer dan ook kort na zulke windvlagen geen herbicidebehandelingen uit. De kleine plantjes staan gezandstraald en zijn dus zeer gevoelig. Laat deze teelt beter 4-5 dagen herstellen van deze impact.

Er is zeker een schil tussen teelten hierin. Maïs is een sterke plant waarbij het groeipunt laag zit bij de wortel. Er zal dus herstel komen vanuit het midden van de plant ondanks dat bladeren soms helemaal weg zijn. Wortelen kunnen hier uitgedund uitkomen want sommige plantjes zijn gewoon afgeschuurd en zullen niet herstellen. Dat zul je later dan ook zien. De wortelen zullen lange tijd niet meer egaal gelijk groeien maar wolken vormen in loofgroei.

Schorseneren zijn gevoelig voor stuifschade aangezien deze teelt dikwijls op lichtere gronden wordt gezaaid. Schorseneren zullen door het afwaaien veel korter zijn. Want de lengteaanleg van de wortel gebeurt in de eerste 6 weken na kieming. Deze zullen dus bij herstel duidelijk kortere schorseneren geven.

Voederbieten kunnen door hun langere nek gevoelig zijn voor afdraaien.

Anti-stuiftechnieken

Het systeem van inzaai van zomergerst of rogge bij stuifgevoelige gronden in vlakke zaaiteelten kent bij ons nog weinig ingang. Toch beseffen we op dagen zoals 11 april en 11 mei dat hulp om jonge plantjes te beschermen tegen schurende zandstormen welkom zou zijn. Deze winderosie noemen we ‘stuiven’.

De techniek bestaat erin dat men gerst zaait op hetzelfde ogenblik als men de teelt zaait. Dit kan in schorseneer, kleine worteltjes en zaaiui. Maar ook in bieten en maïs.

De zaaihoeveelheid hangt af van hoe men deze zaai precies doet. Indien men dit met een gewone graanzaaimachine zaait is 50-60 kg voldoende en gebeurt de kieming vlot. Deze zaden samen met de meststoffen strooien met de kunstmeststrooier kan ook. Indien men dit dieper inwerkt is 70-80 kg beter, maar zal de opkomst onregelmatiger en trager zijn. Indien men kiest om het niet in te werken maar breedwerpig te strooien na zaai is 20-30 kg voldoende. Maar dan is regen nodig om groei te krijgen en kan men wild aantrekken.

Uiteraard biedt de gerst de eerste weken na zaai geen bescherming bij gelijktijdige zaai. Daarvoor zou men de gerst een 2-tal weken voor het gewas moeten zaaien, maar aangezien dat een uitdrogend zaaibed niet gewenst is voor de kieming van deze fijne zaaiteelten is dit geen optie. Toch kan bij voldoende vochtige grond de kieming snel gaan.

Gerst tussen de maïsrijen gezaaid.
Gerst tussen de maïsrijen gezaaid. - Foto: LVC

De gerst wordt dan bij een grootte van 15-20 cm doodgespoten zodat er geen concurrentie naar vocht en mineralen plaats vindt. Maar er vond dan toch reeds wat beworteling plaats om verdere bescherming te bieden. Ook in doodgespoten toestand houden de wortels de losse grond vast en breekt het dorre gewas nog weken lang de wind.

De zaai in doodgespoten groenbemester is uiteraard ook een goede techniek voor bieten of maïs.

Magnesium ligninesulfonaat is een product waar goede ervaringen mee zijn. Dit product wordt kort na zaai op een vochtige ondergrond gespoten en biedt wekenlang bescherming. Het nadeel is de stevig kostprijs van +/- 300 euro/ha. Stroken behandelen kan echter al helpen.

Watertekort

Het KMI maakte een voorspelling dat we tegen 2060 naar nog grotere extreme weersomstandigheden gaan. We evolueren dus naar een Zuid-Europees klimaat. Daar kweekt men meer in de winterperiode en liggen vele velden in de (te droge) zomermaanden braak.

Ook hier zien we dat de kortere teelten zoals kruiden en zelfs spinazie beter begint te lukken in het najaar dan in het voorjaar.

Zorgen voor eigen grondwaterwinning en -opslag verdient nog meer aandacht.

Aardappelopslag

In meerdere teelten zien we aardappelopslag. Dit was uiteraard te voorspellen aangezien we geen vorst kregen deze winter. De opslag op zich is nadelig voor de aanwezigheid van aaltjes. Maar op deze planten zitten ook bladluizen die zo de teelten teisteren.

In bieten gebruik je best Betanal + Dual Gold/ Frontier Elite + Matrigon aan de hoogst mogelijke dosissen. Of behandel je selectief met glyfosaat.

In maïs is een combinatie van Aspect T + mesotrione plus toevoeging van Starane Forte/Kart/Banvel/Frisk/Callam een goede keuze.

Kies in uien een geschikte dosis Starane Forte, voor een voldoende goed resultaat, kies in vlas Allie aan maximaal 20 g en in wortelen en selder Toki aan 25-30 g bij de juiste stand en weersomstandigheden, in schorseneer sulcotrion.

In spinazie beschikken we over geen producten, men moet de aardappelen manueel uittrekken en verwijderen.

Ook in erwten dienen we ze manueel te verwijderen en dit niet zozeer voor de plant op zich maar omdat er eventueel coloradokevers kunnen huizen die de vorm van erwten hebben en zo mee geoogst kunnen worden.

Vorstschade bij aardappelplanten.
Vorstschade bij aardappelplanten. - Foto: LVC

Aardappelen

Hopelijk kunnen de meeste landen hun coronamaatregelen verder versoepelen. Dit is de grootste voorwaarde op herstel van de markt. De export van de afgewerkte producten is zeer belangrijk opdat de oude oogst toch nog opnieuw aantrekt in prijs.

De onkruidcorrectie, indien nodig in de aardappelteelt, dient nu bekeken te worden.

We hebben hier erkende mogelijkheden met metribuzin (Sencor, Mistral, Metritex…) en Titus die bruikbaar zijn. Centium 360 CS is in naopkomst niet bruikbaar wegens te agressief naar de aardappelplanten (maar is wel erkend).

Gebruik Sencor op jonge onkruiden en steeds in de namiddag want dauwvochtige aardappelen reageren soms fel op deze behandeling. Er zijn rasverschillen naar gevoeligheid. Informeer hiervoor bij je fytohandelaar voor de juiste toepassing. Vooral melganzevoet, doornappel, zwaluwtong, bingelkruid en varkensgras zijn gevoelig. Op zwarte nachtschade is het zeer zwak. Voeg een uitvloeier toe en spuit laag met veel water en goede druk.

Titus werkt goed op haagwinde (zwak op akkerwinde), distels en grassen. En is zeer zwak op melganzevoet en nachtschade. Pas dit toe op fris groene onkruiden in de ochtend aan 30-40 g en voeg Trend toe. Een herhaling verhoogt de werking.

Gebruik bij enkel een grassenprobleem de typisch erkende middelen Centurion, Select Prim, Agil, Focus Plus. En let op de wachttermijnen die tussen de 30 en 60 dagen liggen. Eloge is niet erkend in aardappelen!

In de vroegst geplante aardappelen is de tijd aangebroken om aan de plaagbehandeling te denken.

We zien reeds hier en daar in opslagplanten coloradokevers verschijnen. Wees dus alert!

Tarwe

Hier en daar zien we bij de (te) laat behandelde gevoelige rassen roest. Gele roest, maar straks zal er ook gevaar zijn voor bruine roest.

In droge warme omstandigheden is dit de meest waarschijnlijke ziekte. Prothioconazool en metconazool zijn sterke moleculen tegen roesten., die zowel in onze T1 als T2 kunnen. In T1 kunnen we onder andere Cello, Delaro, Prosaro, Simveris inzetten. In de T2 aarbehandeling kiezen we uit de Xpro-familie, Velogy Era, Caramba en Librax.

Dit T2-moment zit eraan te komen. Aar 80% uit wordt aanschouwd als het beste moment om de aarziekten te behandelen. Doe dit samen met een insecticide indien bladluizen aanwezig zijn.

Ook de derde fractie stikstof moet nu gegeven worden indien dit nodig is. Zelfs een kleine dosis van 100-150 kg 27% stikstof kan toch nog nuttig zijn. Dit kan eventueel ook als bladvoeding indien het te droog blijft om korrelvormen op te lossen. Stikstofgehalte uit bladvoedingen zijn viermaal meer benutbaar dus is een dosis van 5-7 eenheden voldoende. Vloeibare stikstof is nu niet meer veilig.

In gerst is er meer kans op witziekte (echte meeldauw), maar hier volstaan de reeds geadviseerde behandelingen.

Bieten

De onkruidbestrijding in bietenvelden verliep tot hiertoe goed. Maar we zijn er nog niet. Let op na regen voor nieuw opkomend onkruid. Wees er vlug bij om dit te behandelen want de loofgroei van de biet zal snel gaan en we moeten de onkruiden kunnen raken.

Naast de onkruidbestrijding blijft er veel aandacht nodig voor insecten, vooral luizen. De IPM-schadedrempel van 2 bladluizen per 10 planten op 40 planten per perceel wordt in de meeste percelen gehaald. En ondanks behandelingen is de drempel bij waarnemingen de week nadien soms opnieuw overschreden. Ook onze buurlanden zitten in dezelfde situatie. De milieubesparing doordat Europa niet verder toeliet het zaad te mogen coaten is dus zeer ver te zoeken. Want nu behandelen we meerdere malen bieten met insecticiden wat we vroeger nooit hoefden te doen.

Stuifschade bij maïs.
Stuifschade bij maïs. - Foto: LVC

Schorseneren

Op voldoende herstelde schorseneren kunnen we vanaf stadium 1 blad starten met sulcotrion aan 100 cc/blad plus Lentagran 45 WP aan 150 g. Vanaf 2 blad kan men hier Frontier Elite aan toevoegen. Let wel op hiermee kort voor hevige regenval. Onder normale omstandigheden groeien de eerste 8 bladeren met een gemiddelde snelheid van 6 dagen per blad. De volgende 6 bladeren gaat het iets trager aan 8 dagen per blad.

De onkruidbestrijding volgend jaar, zonder chloorprofam, zal moeilijker verlopen. Ook Bonalan zit dit jaar in de herregistratieprocedure. Hopelijk houden we deze molecule. Indien ook nog eens deze zou wegvallen, moeten we hier over bijkomende moleculen beschikken om ook deze teelt niet te verliezen. In onze buurlanden zijn er andere moleculen erkend die bruikbaar zijn. We zullen dit hard nodig hebben, merken we nu reeds.

Spinazie

De eerste spinazievelden die geoogst worden zijn geen topper. Daar hebben de weergoden over beslist. Zonder beregening wordt deze korte vroege voorjaarsteelt moeilijker en moeilijker. Er zal dus nog vraag zijn vanuit de industrie voor latere zaai. Teelttechnisch voelen we vooral de onkruidbestrijding als knelpunt. Blijkbaar stonden vele velden gevoelig bij de onkruidcorrectie.

Hopelijk reiken onderzoekstations ons straks, samen met producenten en de KDT-organisatie, nieuwe oplossingen aan.

Kolen

De eerst geplante broccoli en bloemkolen kregen hun plantbakbehandelingen 6-7 weken geleden. Deze heeft 4-5 weken voldoende werking. Maar ondertussen kregen we in de koolstreken de eerst koolvliegpiek met grote ei-afleg. De plantbakbescherming is dus te weinig om voldoende te zijn. De granulaten die eventueel mee gestrooid werden tijdens het planten, werken onvoldoende bij deze droogte. De enige mogelijkheid is het aangieten van deze plantjes. Dit doen we liefst voor het aanaarden daar het de bedoeling is het product aan de plantvoet te krijgen, zo diep mogelijk tegen het plantkluitje. Want daar gebeurde de ei-afleg en dus daar komen de eitjes uit en gaan de larven direct de stengel binnen.

Spinosad is voor deze toepassing erkend, het werkt zowel systemisch als via contact. Maar contactwerking is moeilijk aangezien de larven moeilijk bereikbaar zijn. Systemische werking vraagt eerst opname in de sapstroom van de plant en gaat dus trager. Spinosad kennen we onder de merknamen Tracer (480 g/l) en Boomerang of Conserve Pro (aan 120 g/l). Deze laatste 2 lossen gemakkelijk op en kunnen gebruikt worden om aan te gieten met 1 toepassing van 80 ml per 1.000 planten in broccoli, bloemkool, spruitkool en sluitkolen. Gebruik best minstens 200 ml water per plant.

Meer en meer bouwt men deze behandeling terecht in als zekerheid, zeker in de gebieden waar de koolvliegdruk elk jaar hoog is. Vooral deze eerste plantingen zijn de gevoeligste. Wachten op regen om dan een volleveldsbehandeling te doen houdt risico’s in.

Lieven Van Ceunebroeck

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken