Europese sector van biologische landbouw ziet vooral gemiste kansen in nieuw GLB
De Europese koepelorganisatie van de biosector, IFOAM Organics Europa, vinden dat “kleine stapjes naar een groener GLB niet volstaan”.
Vorige week werden de krijtlijnen van het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) onderhandeld in Europa. IFOAM Organics Europa, de Europese koepelorganisatie van de biosector, ziet vooral gemiste kansen.
GLB sluit niet aan bij de ambities
“Europese burgers zijn vragende partij voor een landbouw- en voedseltransitie, maar volgens de biosector hebben de Europese parlementsleden die vraag naast zich neergelegd. Daarnaast sluit het GLB niet aan op de ambities van de Europese Commissie, zoals ze staan in de Green Deal, de Farm to Fork-strategie en de biodiversiteitsstrategie.”
IFOAM-voorzitter Jan Plagge is teleurgesteld: “Kleine stapjes naar een groener GLB volstaan niet. Om een ramp op het vlak van klimaat en biodiversiteit te vermijden, zouden we de volgende tien jaren een echte transitie moeten zien. Het is nu aan de Europese Commissie om ervoor te zorgen dat het Europese geld goed besteed wordt door de lidstaten en dat de lidstaten bij het bepalen van hun nationale landbouwstrategie ook rekening houden met de uitdagingen op het vlak van biodiversiteit en klimaat. De biologische beweging zal alle initiatieven steunen die het landbouwbeleid nauwer doen aansluiten bij de groene ambities van Europa.”
Meer nodig voor een echte transformatie
Kurt Sannen, die de boerengroep van IFOAM Organics Europe voorzit, voegt daar aan toe dat een grote meerderheid van parlementsleden (589, versus 94 tegenstemmen) voor amendement 811 stemde. “Dat amendement verplicht lidstaten om in hun strategische plannen ook een analyse van de biosector op te nemen, en doelstellingen te bepalen die het aandeel biologisch beheerd areaal doen stijgen. Dat is een positieve stap, maar voor een echte transformatie hebben we een GLB nodig met betere doelstellingen en eentje dat boeren helpt om meer duurzame praktijken in te zetten.”
Wat nu nog volgt is de trialoog, waarbij de Europese raad, het Europese Parlement en de Europese Commissie overleggen over de concrete uitwerking.
