Startpagina Actueel

Ruim 4 op 10 landbouwers voelt zich minder goed dan voor coronacrisis, gelukkig is er wel meer waardering

Na eerdere alarmsignalen over het welbevinden van de Vlaamse land- en tuinbouwers, heeft de coronacrisis er nog zwaarder op ingehakt. Dat blijkt uit een ILVO-studie. Een geïntegreerde oplossing is aangewezen om de problematiek aan te pakken. Vlaams landbouwminister Hilde Crevits (CD&V) zat samen met verschillende actoren en werkt aan een actieplan rond dat ‘welbevinden’ in de land- en tuinbouw.

Leestijd : 7 min

In ‘Naar een geïntegreerde aanpak voor welbevinden in de Vlaamse land- en tuinbouw’ focussen ILVO-onderzoekers Lies Messely, Charlotte Prové en Arthur Sanders op de problematiek van het welbevinden van de Vlaamse land- en tuinbouwers. Daarin staan niet alleen de resultaten van verschillende bevragingen, maar worden vooral ook voorstellen geformuleerd, waarmee beleidsmakers en andere actoren uit het werkveld onmiddellijk aan de slag kunnen.

Vier belangrijke vaststellingen

Wat zijn de opvallende besluiten uit eerdere studies? “Ten eerste is er op een landbouwbedrijf altijd een sterke verwevenheid tussen het persoonlijke en professionele leven, men woont vaak ook waar men werkt. De beschikbare tijd en middelen van de landbouw(st)er moeten over beiden verdeeld worden en er is een voortdurende interactie tussen werk en leven.”

Ten tweede zijn landbouwbedrijven ingebed in complexe “agro-familie-systemen”, waardoor ze worden beïnvloed door processen en factoren met verschillende snelheden, op verschillende schalen: individueel, familiaal, landbouwbedrijf, gemeentelijk, provinciaal, Vlaams, Europees en globaal.

Ten derde veroorzaken een aantal evoluties extra druk op de landbouwbedrijven, zoals bijvoorbeeld de extreme weersomstandigheden, het dalende aantal landbouwers en veranderingen binnen het voedselsysteem (o.a. concentratie en integratie).

Ten vierde en tot slot wordt de landbouwsector de voorbije jaren regelmatig geconfronteerd met een aantal crisissen die een grote impact hebben op de rendabiliteit en landbouwbedrijfsvoering, zoals de fipronilcrisis en de Afrikaanse varkenspest.

ILVO neemt verschillende initiatieven

ILVO heeft initiatief genomen om de problematiek van stress, welbevinden en veerkracht bij landbouw(st)ers in Vlaanderen verder wetenschappelijk te onderbouwen via een enquête, focusgroepen en interviews. “Door in te zetten op een combinatie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek, verzamelen we niet alleen extra cijfers over de problematiek, maar kunnen we ook de verhalen en verklaringen achter de cijfers in beeld brengen.”

In 2018-2019 werd een enquête afgenomen bij landbouwers, werden diepte-interviews afgenomen en focusgroepen georganiseerd met landbouw(st)ers uit alle sectoren uit heel Vlaanderen. In totaal werden via de enquête, diepteinterviews en focusgroepen 375 land- en tuinbouw(st)ers betrokken.

Coronacrisis zorgt voor minder welbevinden

“Welbevinden is de toestand van het gevoelsleven en staat voor de mate waarin iemand zich lichamelijk, geestelijk, en sociaal goed voelt. Ondanks de vele stressfactoren blijft het beroep van landbouw(st)er voor velen het mooiste beroep dat er is. Drie op de vier landbouw(st)ers geeft in de enquête aan over het algemeen tevreden te zijn met het leven. Voor de meesten wegen de vele stressfactoren (nog) niet op tegen de voldoening van het runnen van een eigen bedrijf. Sommige respondenten gaven aan een uitdaging te zien in de vele stressfactoren: het vele werk daagt hen uit, het uitzicht op ontspanning of ontlading motiveert hen. Landbouw(st)ers appreciëren hun vrijheid om zelf te beslissen over wat wanneer gebeurt en het feit dat er altijd iemand thuis is om een zorgende rol op te nemen voor ouders of kinderen. Het werken met de natuur wordt als positief ervaren en is nooit saai of voorspelbaar.”

Op vrijdag 13 maart 2020 vanaf middernacht gingen drastische maatregelen in om de verspreiding van Covid-19, het zogenaamde Corona-virus, tegen te gaan. Op 17 en 27 maart volgden er verscherpte regels en verlengingen. ILVO heeft eind april een enquête verspreid om de ervaringen van de landbouw(st)ers te capteren, onder andere de ervaringen over de impact van de Corona-maatregelen op hun welbevinden. In de periode tussen 27 april en 18 mei 2020 hebben 674 landbouwers deelgenomen aan het onderzoek en hun ervaringen gedeeld.

De grootste groep landbouwers uit de steekproef, ruim de helft, geeft aan dat verschillende aspecten van het psychosociaal welbevinden (nog) niet veranderd zijn sinds het uitbreken van de corona-crisis. Toch krijgt het welbevinden van een substantiële groep landbouwers een knauw. Ruim 4 op de 10 landbouwers voelt zich meer mentaal uitgeput, somberder en prikkelbaarder dan voor de crisis. Over de toekomst is men echter meer negatief: Twee derden (64%) van de ondervraagden maken zich nu méér zorgen over de toekomst.

Meer maatschappelijke waardering, maar van korte duur?

Anderzijds ervaart zo’n 30% van de landbouwers sinds de start van de corona-crisis meer maatschappelijke waardering. Dat is een belangrijk positief aspect voor hun welbevinden. Sommigen vrezen echter dat de toegenomen waardering van korte duur zal zijn.

“Deze enquête bevestigt de cijfers eerder in dit rapport: ook nu zegt de boer-met-stressklachten dat hij zijn probleem vooral zelf probeert aan te pakken. De meest genoemde andere strategie is erover praten met familie en/of vrienden. Slechts 30% van de landbouwers weet waar ze terecht kunnen bij problemen door de impact van de Corona-crisis op hun bedrijf. Een zeer beperkt aantal zoekt hulp bij de huisarts, psycholoog, hulp- en/of landbouworganisaties (tussen 1 en 9%).”

“We identificeren een urgente nood om vanuit beleid, middenveld, en onderzoek beter in te spelen op de specifieke en contextgebonden noden van landbouw(st)ers. In een vervolgtraject stellen we voor om in te zetten op een positieve werkcontext omwille van twee redenen. Deze brede en toekomstgerichte benadering is erg relevant omdat veerkracht en welbevinden van belang zijn voor alle landbouw(st)ers. Als we onze aandacht enkel richten op de landbouw(st)ers in crisissituaties, wordt het grootste deel van de landbouwgezinnen over het hoofd gezien. Een strategie gericht op het verhogen van veerkracht van de hele landbouwpopulatie kan de grootst mogelijke impact hebben. Ten tweede schept het mogelijkheden om in zo’n breed en toekomstgericht traject een hele reeks relevante actoren te mobiliseren en betrekken.”

Er worden 4 strategieën naar voren geschoven.

1. Een geïntegreerde benadering van veerkracht nastreven

Een centrale bevinding van het onderzoek is dat veerkracht van een landbouwgezin in grote mate bepaald wordt door een wisselwerking tussen stressfactoren, coping, en welbevinden. Een positieve werkcontext bevorderen vereist daarom een geïntegreerde benadering waarin actief wordt ingezet op de drie aspecten van veerkracht. “Niet in het minst omdat zeer contextgebonden moet kunnen worden ingespeeld op de unieke betekenis van veerkracht bij ieder landbouwgezin. Een beleid dat inzet op slechts één hulporganisatie (bv. Boeren op een Kruispunt) of focust op het wegnemen van één stressfactor (bijvoorbeeld regelgeving door regelrust te brengen) zal daarom slechts voor een beperkt aantal landbouw(st)ers van betekenis zijn. Het is van belang dat specifieke beleidsaanbevelingen of concrete initiatieven worden begrepen binnen deze holistische benadering.”

Wanneer we het onderwerp geïntegreerde benaderen, wordt meteen duidelijk dat veel meer actoren, organisaties, en instituten een rol (kunnen) spelen in het bevorderen van een positieve werkcontext. Vanuit deze geïntegreerde benadering wordt een positieve werkcontext gerealiseerd door in te zetten op zowel het aanpakken van stressfactoren, het wegwerken van barrières voor effectieve coping, als het bevorderen van de mentale gezondheid. Het gaat dan over het aanpakken van stressfactoren, het wegwerken van barrières voor hulpvragen, het versterken van de mentale gezondheid en het blijven inzetten op crisissituaties.

2. Een platform welbevinden en werk in de landbouwsector

Doorgaans wordt verwezen naar kernorganisaties zoals Boeren op een Kruispunt en Ferm voor agravrouwen als het gaat over welbevinden en veerkracht in de landbouw. “Echter, samenwerking en constructief overleg tussen verschillende organisaties en actoren rond de thematiek van welbevinden, veerkracht en werk zijn schaars en het huidige hulp- en informatieaanbod is versnipperd in het Vlaamse landschap.”

“We identificeren een grote nood aan een platform waar expertise kan worden uitgewisseld en opgebouwd. ILVO stelt de oprichting van een platform welbevinden en werk in de landbouwsector voor. Dit platform is een multidisciplinair, onafhankelijk en gedegen kenniscentrum, waar het beleid en de private stakeholders terecht kunnen voor advies en onderzoek.”

3. Werking kernorganisaties versterken

Er zijn enkele organisaties die reeds jarenlange ervaring rond het thema welbevinden en veerkracht opgebouwd hebben en die zich hier heel concreet rond engageren. “Organisaties zoals Boeren op een Kruispunt en het Landelijke Infopunt voor Vrouwen (LIV) werken context- en bedrijfsspecifiek aan de veerkracht en het welbevinden van de Vlaamse landbouw(st)ers. Ook Ferm voor agravrouwen en de Vrouwen van het Algemeen Boerensyndicaat (VABS) hebben de voorbije jaren ook sterk ingezet op opleidingen en vormingen rond veerkracht en het stimuleren van een open praatcultuur. Een blijvende ondersteuning en versterking van deze organisaties is een onderdeel van de geïntegreerde aanpak voor een positieve werkcontext in de landbouwsector.”

Zo begeleidt Boeren op een Kruispunt landbouw(st)ers bij financiële, economische, psychologische, technische of sociale problemen op een geïntegreerde manier. “Het is belangrijk dat deze individuele begeleiding van landbouw(st)ers wordt verder gezet. Daarnaast kan ook gewerkt worden aan een communicatiestrategie die de brede dienstverlening van Boeren op een Kruispunt meer in de aandacht brengt.”

Ook LIV biedt één-op-één ondersteuning aan land- en tuinbouwsters en levert waardevol werk door informatie en ondersteuning aan te bieden rond juridische, financiële en sociale thema’s.

4. Blijven inzetten op verdiepend onderzoek

Tot slot zien de onderzoekers een belangrijke rol voor ILVO weggelegd. “ILVO is één van de eerste onderzoeksinstellingen in Vlaanderen die expliciet focust op deze thematiek en daarmee het onderwerp op de Vlaamse onderzoekagenda plaatst. Er is nood aan verdiepend onderzoek specifiek binnen de Vlaamse context, om het institutionele veld in kaart te brengen en samenwerkingsstrategieën te verkennen om de veerkracht en werkcontext van landbouw(st)ers te bevorderen. ILVO wil in de toekomst de onderzoeksresultaten vertalen naar praktische tools voor landbouw(st)ers, landbouw-, welzijns- en hulporganisaties en landbouwadviseurs. Daarnaast wil ILVO inzetten op internationale samenwerking met andere Europese onderzoeksinstellingen die reeds langer actief zijn rond dit thema.”

LV-ILVO

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken