Startpagina Actueel

Veeteelt is nog voor geen 5% verantwoordelijk voor uitstoot van broeikasgassen in Vlaanderen

In tegenstelling tot wat wel eens wordt beweerd, bedraagt de broeikasgasemissies van de globale Vlaamse veeteeltsector nog geen 5% van de totale Vlaamse uitstoot aan broeikasgassen. Het gaat voor de veeteeltsector om zowel de emissies voor verteringsprocessen als deze uit de opslag van mest. De industrie is goed voor een aandeel van bijna 60% van de uitstoot van broeikasgassen.

Leestijd : 4 min

Greenpeace Europe gooide enkele maanden een nieuwe knuppel in het hoenderhok en stelde in een persbericht dat de uitstoot van broeikasgassen door de veeteelt in de Europese Unie verantwoordelijk is voor 17% van de totale uitstoot in de regio en meer schade veroorzaakt aan het klimaat dan alle wagens samen.

Industrie grootste vervuiler

Bij die bewering worden heel wat vragen gesteld. Hoe zit het trouwens met de uitstoot van broeikasgassen en de Vlaamse veeteeltsector? Het was maar een van de vragen waarop Steven Coenegrachts, Vlaams parlementslid voor Open VLD, antwoorden vroeg aan Vlaams landbouwminister Hilde Crevits (CD&V).

3275-PROCENTUEEL AANDEEL

Uit de Broeikasinventaris blijkt dat het procentueel aandeel van de industrie van de uitstoot van broeikassen veruit het grootst is en blijft (tabel 1). In 10 jaar tijd is er een minimale daling: van 59% in 2007 naar 58% in 2018. Op de tweede plaats staat het aandeel van transport (vrachtwagen en personenwagens): van 19% in 2007 naar 21% in 2018. Het aandeel van de landbouw is ook licht gestegen: van 8% in 2007 naar 10% in 2018.

En de veehouderij?

En wat is het aandeel van de Vlaamse veehouderij in dat totale aandeel van de landbouw? De broeikasgasemissies van de globale Vlaamse veeteeltsector, zowel de emissies voor de verteringsprocessen (enterische emissies) als deze uit de opslag van mest, bedroegen in 2018 3,6 Mt CO2-eq (miljoen ton) op een totaal van 77,7 Mt CO2-eq. Dat is 5% van de totale Vlaamse uitstoot van broeikasgassen. Emissies door organische processen in landbouwbodems (akkers, weilanden...) zijn hierbij niet in rekening gebracht.

De uitstoot van de veeteelt (enterische emissies en emissies uit mestopslag) evolueerde van 3,4 Mton CO2-eq naar 3,6 Mton CO2-eq in de periode 2007-2018, of een stijging van 200.000 ton CO2-eq. Dit komt overeen met 100.000 wagens in de hypothese dat 1 personenwagen 2 ton CO2-eq uitstoot (15.000 km, 120 gr CO2 per km).

Kortlevend broeikasgas

“Bij het vergelijken van emissies door fossiele brandstoffen (CO2) en emissies door bacteriën in het maag-darmstelsel van herkauwers (CH4) moet rekening worden gehouden met het gegeven dat methaan (CH4) een kortleven broeikasgas (10 jaar) is ten opzichte van CO2 (tot 1.000 jaar)”, antwoordt landbouwminister Hilde Crevits.

Indien de jaarlijkse emissie van de dieren constant blijft, wordt een evenwicht gevormd tussen de emissie en de afbraak van methaan. “Dit maakt dat de concentratie aan methaan in de atmosfeer constant zal blijven doorheen de tijd. Dit in tegenstelling tot CO2 afkomstig van het gebruik van fossiele brandstof in auto’s waarbij de CO2-emissies cumulatief met elkaar moeten worden opgeteld.”

Geen bijkomend effect

Binnen bijvoorbeeld een constant wagenpark aangedreven door fossiele brandstof zorgt elke vervangende wagen (van een versleten wagen) voor een bijkomend effect op de klimaatverandering. “Terwijl binnen een constante veestapel elke vervangende koe (van een geslachte of gestorven koe) geen bijkomend effect heeft op de klimaatverandering”, stelt Vlaams minister Hilde Crevits.

Eerder werd al eens een voorstel gelanceerd – en gecounterd – om de veestapel in Vlaanderen ‘te halveren’. Hoe de rundveestapel de voorbije jaren in Vlaanderen is geëvolueerd, lees je in hiernaast in tabel 2.

3275-EVOLUTIE RUNDVEESTAPEL

“Enkel kijken naar de aanbodzijde is contraproductief in het kader van de vermindering van de broeikasgasemissies”, antwoordt Hilde Crevits aan Steven Coenegrachts. “Bij constante consumptie aan vraagzijde zal dit immers leiden tot een stijging van broeikasgasemissies in andere landen. Noch geopolitiek (voedsel is een basisbehoefte en dus van strategisch belang), noch economisch, ecologisch of sociaal is dit wenselijk.”

Sterke engagementen

Het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030 bevat de volgende specifieke doelstellingen voor de veehouderijsector: de mindering van de enterische emissies (verteringsproces) met 19% ten opzichte van 2005 en de vermindering van de emissies ten gevolg van mestopslag met 21% ten opzichte van 2005.

“Voor de vermindering van de enterische emissies heeft de sector zich geëngageerd via het convenant ‘Enterische Emissies Rundvee’. Via dit convenant wil de sector de vooropgestelde taakstelling behalen en invullen met werkbare en technisch, economisch en functioneel haalbare maatregelen. De taakstelling van het convenant volstaat dus om de enterische emissies tegen 2030 gevoelig te verminderen.”

In het convenant is opgenomen dat indien de realisatie van de bottom-up sectormaatregelen via het convenant tussentijds (in 2025) niet op schema zit richting 2030, de Vlaamse overheid zelf normerende beleidsmaatregelen zal uitvaardigen om de naleving van haar Europese verplichtingen te verzekeren. Daarnaast wordt de uitvoering van het convenant jaarlijks geëvalueerd voor wat betreft de uitvoering van het actiekader en de maatregelen.

Maatregelen convenant

“De stuurgroep en de werkgroepen die opgericht zijn in het kader van het convenant hebben al veel werk verricht”, geeft landbouwminister Hilde Crevits nog mee.

Concreet gaat het bijvoorbeeld om volgende maatregelen:

- Optimale jongveeopfok en lagere afkalfleeftijd.

- Langleefbaarheid en vervangingspercentage.

- Gebruik van bierdraf-koolzaadschroot ter vervanging van sojaschroot.

- Gebruik van geëxtrudeerd/geëxpandeerd lijnzaad.

- Gebruik van het voedersupplement 3-NOP.

- Inzet op dubbeldoel rassen.

Er wordt de komende jaren op meerdere vlakken hard verder gewerkt aan het implementatietraject én aan het realiseren van de doelstellingen in dat Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030. Indien nodig volgt de nodige bijsturing.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Reageer snel op onkruiden in bietenpercelen

Bieten Het Bieteninstituut (KBIVB) waarschuwt om snel te reageren op de aanwezigheid van onkruiden in suikerbietvelden. Verder bemerken ze dat we opnieuw met een late uitzaai van bieten kampen.
Meer artikelen bekijken