De mooiste bladverliezende kardinaalsmutsen

Bij ons in België is Euonymus europaeus inheems en treffen we hem, volgens de literatuur, vooral aan in heggen, bosranden, in lichte loofbossen en in kalkrijke duinen. Het is een plant die echter ook veel aangeplant werd en op die manier ook wel verwilderd is. Zijn populaire naam kardinaalsmuts (ook wel kardinaalshoed) dankt hij aan zijn rozerode 4-hokkige doosvruchten die doet denken aan de 4-vleugelige baret van kardinalen in de Rooms Katholieke kerk. Vanwege die vrucht wordt de struik ook wel Papenmuts, Pastoorshoedje, Pastoorsboom of Papenhout genoemd.

Plantkundig

Euonymus is 1 van de 55 geslachten van de Celastraceae familie, een groep planten die bij ons weinig bekend is omdat ze weinig of geen tuinplanten bevat. Het geslacht Euonymus is met uitzondering van Antarctica in alle werelddelen vertegenwoordigd. Van de 129 soorten binnen het geslacht groeien er 117 in Azië, waarvan we de meeste aantreffen in subtropische en tropische klimaten. Afrika telt 2 soorten, Noord- en Midden-Amerika respectievelijk 3 en 5 soorten, Australië 1 soort en in Europa komen 4 soorten van nature voor, waarvan in België alleen de reeds eerder genoemde Euonymus europaeus in het wild wordt aangetroffen.

De meeste soorten van het geslacht zijn struiken of kleine bomen en zijn geheel of gedeeltelijk wintergroen. De soorten met een meer noordelijke oorsprong zijn meestal bladverliezend. De twijgen zijn rond of 4-hoekig en dan vaak voorzien van minder of meer opvallende kurklijsten. De jonge twijgen zijn aanvankelijk glad en groen of purperkleurig, later worden de takken eerder ruw. De bloemen zijn eerder onopvallend in tegenstelling tot de 3, 4 of 5- hokkige, vaak rozerood gekleurde vruchten waarvan de zaden (2 per hokje) geheel of gedeeltelijk omgeven zijn door een oranje of rood vliesje.

Euonymus alatus

Deze veel gekweekte soort wordt vanwege haar fraaie felrode herfstkleur in Amerika de “Burning Bush” genoemd. Het is een heester die 1 tot 4 m hoog wordt met gevleugelde - kurklijsten tot ruim 1 cm breed - jonge twijgen. De plant is jaarrond mooi in de tuin. Bij het uitlopen in het voorjaar geven de rode knopschubben de indruk dat de plant in bloei staat, in combinatie met het jonge, frisgroene blad een lust voor het oog.

Gedurende de hele zomer blijven de eerder kleine bladeren frisgroen om in het najaar vuurrood te kleuren. De herfstkleuren (dit geldt voor de meeste herfstverkleurende planten) zijn op hun mooist als de nachttemperaturen in de eerste helft van oktober voldoende koud (rond het vriespunt) zijn. Als het blad gevallen is, kan men de hele winter lang genieten van de mooie structuur van de gevleugelde takken. Mooie tuinselecties zijn o.a.:

‘Blade Runner’, een selectie met extra brede kurklijsten.

‘Ciliatodentatus’ is een kurklijstloze dwergheester met een compacte groeiwijze en bereikt na 10 jaar ongeveer een hoogte van 1 meter. De bladeren zijn vrij klein waardoor de overdadig gevormde vruchten goed zichtbaar zijn. De herfstkleur van deze variëteit is eerder roze, wat zorgt voor een aparte sfeer in de tuin.

‘Fireball’ is een langzame, bolvormige groeier met een schitterende herfstkleur.

‘Monster Wings’ is een breed uitgroeiende struik met zigzag groeiende takken. Op de takken vormen zich zeer opvallende, tot 2 cm brede, kurklijsten. Oranjerode herfstkleur.

Euonymus americanus

Een eerder zeldzame verschijning op onze kwekerijen met een losse groeiwijze en een hoogte tussen 1,5 en 3 m. De vierkante twijgen zijn frisgroen, op een zonnige standplaats kunnen ze purper kleuren. De herfstkleur varieert van rood tot geel en soms bijna wit. Het meest in het oog springend kenmerk van deze soort is de 5-hokkige vrucht (1 tot 1,5 cm), die dicht bezet is met stekels met een brede basis. Deze speciale vorm en de rode kleur bezorgden deze plant in Amerika de naam “Strawberry-Bush”

Euonymus europaeus

Een zeer variabele soort, variërend van struikjes van nauwelijks 2 m hoog met dunne warrige twijgen en vrij klein blad tot kleine bomen van wel 7 m hoog met stevige takken en vrij grote bladeren. Afhankelijk van de herkomst, ze groeien over vrijwel geheel Europa, kan het blad in de herfst oranjerood of paars verkleuren. De 4-hokkige vruchten zijn gelobd en lichtrood tot rood van kleur. De soort wordt veel toegepast in gemengde hagen en onderbeplantingen. Sommige planten zijn gevoelig voor meeldauw en de soort wordt vaak aangetast door de spinselmot die de plant in het voorjaar in enkele weken tijd kunnen kaalvreten, zonder blijvende gevolgen want nog voor de zomer staat de plant weer vol in blad. Volgende cultivars worden nog veel gekweekt:

‘Albus’ een variant met crémewitte vruchten die na het opengaan lichtroze verkleuren.

‘Atropurpureus’ een variëteit waarvan de jonge lancetvormige bladeren eerst groen zijn maar algauw purper verkleuren en in het najaar een donkerrode tot paarse tint krijgen. Draagt geen vruchten.

‘Red Cascade’ een Engelse selectie die op latere leeftijd zeer rijkelijk, grote donkerroze vruchten draagt die jammer genoeg wat verborgen zitten tussen de vrij grote, rood verkleurende bladeren in de herfst.

‘Thornhayes’ een zaailing van de voorgaande die al op jonge leeftijd rijkelijk rozerode vruchten draagt.

Euonymus fimbriatus

Als laatste van de bladverliezende soorten een Aziatische soort die nauw verwant is met onze inheemse kardinaalsmuts. Het is een grote heester of kleine boom die in natuurlijke omstandigheden tot 20 m hoog kan worden. De groene of licht purperkleurige, ronde twijgen vormen geen kurklijsten maar verkurken op latere leeftijd helemaal. De 4-hokkige vruchten zijn lichter (roze tot lichtrood) van kleur dan deze van E. europaeus. De afgelopen jaren kwamen heel wat mooie cultivars op de markt.

‘Fiesta’ een gezonde en goed groeiende cultivar met als opvallendste eigenschap de bonte (wit gevlekt) bladeren in het bovenste deel van de takken.

‘Indian Summer’ een variant met een opvallend glanzend blad dat vanaf half oktober prachtig dieprood verkleurt. Donkerroze vruchten.

‘Popcorn’ is een Japanse selectie die vrij langzaam groeit en slechts 2 m hoog wordt. De bladeren zijn frisgroen en de vruchten nagenoeg zuiver wit waardoor de oranje zaden prachtig opvallen als de vrucht zich opent.

‘Rising Sun’ een opvallende cultivar binnen deze soort die veel breder uitgroeit (2,5 tot 3 m) dan hij hoog (1,5 m) wordt. Tijdens de zomer zijn de vrij grote bladeren roodachtig groen om in de herfst mooi rood te kleuren. De vruchten zijn heel donkerroze tot rood van kleur.

G.B.

Meest recent

Meest recent