Net als in maart hebben ook in april de meeste zuivelondernemingen de melkprijzen verlaagd. Het Italiaanse Granorolo betaalt met €40,71 de hoogste prijs. Het Finse Valio en FrieslandCampina volgen met respectievelijk €37,33 en €33,87. De berekende melkprijs van het Britse Dairy Crest is het meest gedaald, maar dat komt voor een groot deel door de seizoensheffing in april van 2,25 pence per liter ofwel €2,6 per 100 kg. Na Dairy Crest zijn de Ierse melkprijzen het meest gedaald.
In mei blijven de melkprijzen van DMK, Arla en Savencia ongewijzigd, terwijl de Nederlandse zuivelondernemingen Royal A-ware en FrieslandCampina voor deze maand prijsverlagingen hebben aangekondigd van respectievelijk 90 en 50 cent per 100 kg. Voor juni hebben Arla (+ € 1,0) en FrieslandCampina (+€ 0,5) prijsverhogingen aangekondigd.
Fonterra uit Nieuw-Zeeland heeft voor het melkprijsseizoen 2018/19 – dat start in juni en loopt t/m mei 2019 – een relatief sterke openingsmelkprijs van 7 NZD per kg vet en eiwit aangekondigd. Dit is relatief goed nieuws voor melkveehouders, want deze sterke openingsprijs – alleen voor de seizoenen 2013/14 en 2015/16 werd ook zo’n hoge openingsprijs afgegeven- is gebaseerd op een positieve inschatting van de zuivelmarkt voor het komende jaar. Nieuw-Zeeland is ‘s werelds grootste zuivelexporteur.
Markt
In een groot deel van de EU ondervond de melkaanvoer hinder van de kou, schrijft de Nederlandse brancheorganisatie ZuivelNL. In maart nam de productie nog maar licht toe, met bijna 1%. In een aantal belangrijke zuivellanden zoals Nederland, Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk was zelfs sprake van een afname. In Nederland speelde naast de koude ook nieuwe en veestapelbeperkende mestwetgeving een rol. Daarmee lijkt de periode van forse groei, ingezet vanaf de tweede helft van 2017, voorbij te zijn.
Buiten Europa is er nog grotendeels sprake van groei. In de eerste drie maanden van 2018 nam de melkaanvoer in de belangrijke zuivel exporterende landen Argentinië, Australië, Uruguay en de Verenigde Staten toe. In de Verenigde Staten nam het groeitempo wel af, met een volumetoename van minder dan 1% in april. De Nieuw-Zeelandse melkaanvoer groeide in april met bijna 3%, daarmee herstellend van de krimp wegens ongunstige weersomstandigheden in de vier maanden daarvoor. Sinds Pasen is de boternotering sterk gestegen.
Eind mei passeerde de notering de grens van € 600 per 100 kg. Deze stijging werd volgens ZuivelNL veroorzaakt door een goede vraag en een relatief lage beschikbaarheid van boter als gevolg van beperkte productie en lage voorraadniveaus. Tegelijk lijkt het dieptepunt in de markt voor mager melkpoeder gepasseerd te zijn. Ondanks het vrijkomen van relatief grote hoeveelheden interventiepoeder heeft de notering sinds eind april een forse stap omhoog gemaakt.
Dit lijkt volgens de organisatie een indicatie te zijn dat er momenteel weinig vers product beschikbaar is door de wat tegenvallende melkproductie in met name februari en maart. Bovendien loopt de export nog altijd goed, waardoor geproduceerd poeder makkelijk kan worden afgezet. Hoewel er sprake is van een rustige markt, heeft ook de notering van vol melkpoeder sinds begin april de weg omhoog gevonden. Daarbij trekt met name het hogere prijsniveau van melkvet de prijs omhoog.

