Rechtszekerheid door derogatie

Op voorstel van de Europese Commissie hebben de 28 lidstaten van de Europese Unie op 27 maart een positief advies gegeven over de Vlaamse derogatie. Dat advies opent de weg naar een definitieve goedkeuring van de derogatie door de Europese Commissie, als het mestdecreet tijdig gestemd wordt in het Vlaams Parlement.

Dankzij derogatie kunnen landbouwers onder strikte voorwaarden meer dierlijke mest gebruiken dan 170 kg stikstof per hectare, zoals vastgesteld door de Nitraatrichtlijn, die als doel heeft de vervuiling van nitraat uit bemesting te verminderen. Dit kan op teelten met een hoge stikstofopnamen en een lang groeiseizoen. Voor Vlaanderen geldt dat voor de teelt van grasland, gras-klaver, maïs voorafgegaan door gras of snijrogge, wintertarwe of triticale gevolgd door een vanggewas en bieten. In totaal mag er niet meer bemest worden, maar wordt kunstmest deels vervangen door dierlijke mest. Zo kunnen rundveebedrijven meer eigen geproduceerde dierlijke mest gebruiken voor de ruwvoerderwinning. Doordat derogatiebedrijven het gebruik van kunstmeststoffen kunnen beperken, werken ze aan een gesloten nutriëntenkringloop. En dat binnen strikte randvoorwaarden ter bescherming van de waterkwaliteit. Dat past in de circulaire economie en betekent een belangrijke kostenbesparing voor de landbouwsector. De derogatie zal gelden op het hele Vlaamse grondgebied en loopt van 1 januari 2019 tot 31 december 2022. In 2018 hebben 2.800 bedrijven gebruik gemaakt van de derogatie op 94.000 ha landbouwareaal. Zo werd 7,5 miljoen kg stikstof extra gevaloriseerd op landbouwgronden via het gebruik van dierlijke mest. Die hoeveelheid stikstof zou anders via kunstmest zijn toegediend.

Meest recent

Meest recent