Naaktslakken: een nachtmerrie in de tuin

De ervaren tuiniers kennen ondertussen wel de lievelingsplanten van deze veelvraten (sla, hosta's, dahlia's, aardbeien, jonge courgette en pompoenplanten, sla...) en de manieren om ze bij deze planten weg te houden. Niet iedere slak is echter even schadelijk en slakken in de tuin, liefst niet te veel, helpen het biologisch evenwicht in stand te houden. Dus ook voor slakken, net zoals voor iedere andere plaag, geldt dat men zijn vijand moet kennen om hem te kunnen verslaan. We laten u dan ook graag nader kennis maken met dit taaie diertje dat met een slakkengangetje onze tuinen verovert.

Omdat ik geen echte slakkenkenner ben, wel zoals de meesten onder ons een slakkenslachtoffer, dook ik in de boeken om me wat te verdiepen in het slakkenleven. Er blijkt echter nogal wat onduidelijkheid te zijn over het feit of ook huisjesslakken schade aanrichten aan planten. Volgens sommige bronnen durven bepaalde soorten huisjesslakken zich ook wel eens te goed doen aan een frisgroen blaadje, volgens andere bronnen voeden deze slakken zich voornamelijk met rottende plantendeeltjes, algen, wieren... In elk geval zijn ze voor de tuinliefhebber veel minder schadelijk dan hun naakte soortgenoten.

Dierkundig

Slakken behoren net als o.a. de mosselachtigen en de inktvissen tot de stam van de weekdieren. Binnen deze stam maken ze deel uit van de klasse van de Gastropoda, wat letterlijk betekent de buikpotigen, een naam die ze ontlenen aan hun manier van voortbewegen: een slak lijkt inderdaad te schuiven over haar buik. In feite bewegen slakken zich voort door ritmische contracties van de gespierde voet die rijkelijk van slijmklieren voorzien is en die verantwoordelijk is voor het slijmspoor dat slakken vaak nalaten. Slakken zijn met wereldwijd zo'n 60 000 soorten 1 van de belangrijkste diergroepen. De meeste slakkensoorten zijn echter zeebewoners, waarvan sommige soorten uitgroeien tot exemplaren van meer dan 1 kg (dan hebben we nog geluk met de landslakken).

Leefpatroon

Slakken zijn vooral 's nachts actief maar kunnen bij gunstige omstandigheden (zacht, windarm en vochtig) ook overdag rondkruipen. Bij droge omstandigheden of om hun eitjes af te zetten (100 tot 400 eitjes, 1 tot meerdere keren per jaar) kunnen ze zich door de bovenste grondlagen bewegen. Per dag kan een slak, afhankelijk van de soort, zich 2 tot 8 meter verplaatsen om op zoek te gaan naar een partner of voedsel. Met hun onderste paar voelhorens kunnen ze geuren en smaken herkennen. Heeft een slak de smaak van een bepaald voedsel te pakken, dan beperkt ze zich vaak tot datzelfde type voedsel. Dat is meteen ook de reden dat de schade op 1 bepaald gewas zo opvallend kan zijn, terwijl een naburige plantensoort onaangeroerd blijft. Slakken kunnen tot de helft van hun eigen gewicht eten per dag, dit doen ze door het voedsel met hun rasperige tong af te schrapen.

Biologische bestrijding

Door de massale eileg kunnen slakken bij gunstige omstandigheden al snel uitgroeien tot een vervelende plaag, waarbij vooral bepaalde types naaktslakken, op korte tijd heel wat schade kunnen aanrichten in de moes- en siertuin. Ingrijpen is dan vaak noodzakelijk om de populatie en de schade te beperken. Op het internet circuleren heel wat huis-tuin- en keukenmiddeltjes die slakken uit bepaalde gedeeltes van de tuin zouden weghouden. Voor beperkte oppervlaktes, mits regelmatig te herhalen, en bij gunstige weersomstandigheden (niet al te veel regen) kunnen deze wel een zeker effect hebben. Zo zou het strooien van scherp zand, gemalen eierschelpen, zaagsel, houtas, koffiegruis... rond gevoelige planten de slakken een tijdlang weghouden. Voor beperkte oppervlaktes kan ook het wegvangen van de slakken de plaagdruk sterk verlagen. Je kan hiervoor zelf op een eenvoudige manier verspreid in de tuin enkele 'slakkenvallen' plaatsen. Maak de grond vochtig en dek hem af met enkele oude dakpannen, een plank, een stuk zeil... en raap regelmatig de slakken weg die hieronder komen schuilen tegen de uitdrogende zon en wind. In de handel worden ook slakken parasiterende aaltjes aangeboden, maar deze hebben omwille van de specifieke toepassingsmodaliteiten vaak een wisselend succes, zijn vrij duur en slechts (bij gunstige omstandigheden) een 6-tal weken actief. Indien correct toegepast zijn ze vooral in de professionele teelt een goed alternatief voor chemische bestrijding.

Chemische bestrijding met slakkenkorrels (mollusciciden)

Deze middelen bevatten naast een voor de slak giftige stof ook een lokmiddel, waardoor het mogelijk is om met een beperkte toepassing toch veel slakken af te doden. Nadeel van deze middelen is dat ze alle slakken afdoden zonder onderscheid te maken tussen nuttige en schadelijke soorten. Slakkenkorrels worden daarom het best zeer lokaal gebruikt om bepaalde (jonge) gewassen te beschermen tegen slakkenvraat. We raadpleegden fytoweb om te kijken welke middelen momenteel nog toegelaten zijn voor particulier gebruik in de tuin.

Producten op basis van metaldehyde: omdat dit product ook giftig is voor hogere organismen (vogels, zoogdieren en de mens) wordt het best onder een bescherming (plank, karton, omgekeerd bord...) toegepast. De vergiftigde slakken zijn ook giftig voor de andere dieren die zich voeden met deze slakken. De meeste van deze korrels bevatten ook een afweermiddel om te vermijden dat kinderen of huisdieren de korrels zouden opeten. Met deze korrels dient men dus zorgvuldig om te gaan en eigenlijk kunnen ze best alleen gebruikt worden in gesloten omgevingen zoals een serre of een koude kas.

Producten op basis van ijzersulfaat: dit product is ook goedgekeurd voor gebruik in biologische teelten en is niet giftig voor andere dieren of de mens. Bovendien worden eventuele resten door micro-organismen in de bodem afgebroken tot ijzer en fosfaten, die ook van nature in de bodem aanwezig zijn.

In het algemeen kan men stellen dat behandeling met slakkenkorrels behoorlijk goede resultaten geeft, maar de behandeling dient wel tijdig herhaald te worden. De beste resultaten bekomt men bij toepassing op het moment dat de slakken vrij actief zijn (vochtige en windluwe nachten), gevolgd door een sneldrogende, zonnige dag.

Slakkenkorrels worden het best alleen lokaal toegepast en enkel indien er schade waargenomen wordt. Op die manier kunnen de natuurlijke vijanden van de slak gemakkelijk overleven in de tuin en het aantal slakken op een aanvaardbaar niveau houden. Natuurlijke vijanden van de slak zijn onder meer: merels, lijsters, spitsmuizen, egels, kikkers, salamanders, padden, sommige insecten en mollen, maar die zien de meeste tuinliefhebbers dan ook weer liever niet in de tuin.

GB

Meest recent

Meest recent