Korte keten
Door de coronacrisis is er even wat beterschap en is de verkoop via de korte keten gestegen. Er leeft de hoop dat het aankomende barbecueseizoen voor nog extra omzet zorgt. “Lamsvlees blijft te onbekend en onbemind. We zouden graag nauwer overleggen met andere schapenboeren en de landbouworganisaties om ons product structureler in de markt te zetten.”
Dat vermarkten via de korte keten wordt vaak onderschat. “Korte keten? Lange dagen en korte nachten, ja. Het is leuk en plezierig om doen, maar het levert te weinig op. We hebben zwaar geïnvesteerd en dat halen we vandaag zeker niet op. We maken reclame, onder meer via sociale media. Het is een werk van langere adem en we zetten door. Hoe we het tij kunnen keren, weten we concreet niet.”
Het Sint-Annahof levert ook lamsvlees aan slagers en restaurants in de buurt. “Mensen gaan graag – toch voor de coronasluiting – één keer per week op restaurant, maar willen dan liever voor de rest van de week het goedkoopste vlees uit de supermarkt. Zonder te weten van waar het komt. Men koopt blijkbaar liever rundsvlees uit Brazilië of lamsvlees uit Nieuw-Zeeland. Wat met het klimaat, de ecologische voetafdruk? Dat vlees komt ook niet met de fiets naar hier, hé. Ik weet liever wat ik eet, zodat ik weet van waar het komt. We zouden ook op markten met een koelwagen kunnen gaan staan. Maar zo’n investering kunnen we momenteel niet aan.”
Burger en consument
De burger is niét de consument. De burger zegt met veel rekening te houden, tot hij als consument voor het winkelschap staat. “Dan vergeet die de mooie principes, en kiest voor de zekerheid van de portemonnee. En voor het goedkoopste, of voor acties van prijzenkrakers. Wie wordt daar beter van? Niet de boer zelf, maar de retailer. De boer moet dan maar nog meer runderen kweken tegen nog kleinere marges. Dan wordt hij een industrieboer en heeft weer meer grond nodig. Maar die landbouwgrond is al zo duur. En het vergunningenbeleid maakt het hem nog moeilijker. Men zegt dat boeren vaak klagen, maar daar heeft men redenen voor. Dat merk je nu: pas in een crisis ben je geliefd, dat is pas erg.”
