Fontane blijft met ruime voorsprong het belangrijkste ras in Vlaanderen en vormt dan ook hét referentieras bij de frietrassen. Zoals gewoonlijk verloopt zijn opkomst heel vlot en verloopt zijn afrijping op eenzelfde snelheid als bij vele andere rassen in proef. Fontane haalde in 2021 een knolaantal dat iets boven het gemiddelde van de andere rassen in proef lag, namelijk 12 per struik. Zijn aantal stengels per struik lag dit jaar ook op een zeer ‘normaal’ aantal (4,0). Er wordt geadviseerd om Fontane op 34 cm in de rij te planten (groot pootgoed).
Fontane haalde in de rassenproeven een opbrengst van 57,0 ton/ha (sortering +35mm zonder afval). Trekken we daar nog 20% van af (voor spuitsporen, kopakkers…), dan komen we op een praktijkopbrengst van 45,6 ton/ha. 84% van de opbrengst zat in de grove sortering +50mm. Fontane vormt korte (=rondere) knollen in vergelijking met de andere frietrassen.
Zijn onderwatergewicht kwam gemiddeld op een 402 g/5kg, wat een mooi resultaat is binnen de rassenproef. Zijn blauwgevoeligheid ligt hier volledig mee in lijn, met een index van 60. Zijn frietkwaliteit is zoals gekend zeer goed. In 2021 vonden we op elke locaties wel enkele heterogene frieten. Zijn smaak na het koken was ‘net voldoende’ en vaak te melig. Op 2 locaties had Fontane meer lakschurftaantasting in vergelijking met de andere rassen (nochtans geen lakschurft op het pootgoed). Op één proefveld werden heel veel holle knollen gevonden.