Een prijsvergelijking tussen de verschillende Belgische melkerijen, hoe staan de melkerijen daar nu zelf tegenover? Renaat Debergh, afgevaardigd bestuurder van zuivelindustrieorganisatie BCZ, drukte de hoop uit dat er een gedegen controle op de cijfers is. “De internationale LTO-melkprijsvergelijking heeft bijvoorbeeld een wetenschappelijke kwaliteitsborging.” Op een algemeen niveau hamerde hij er op dat de melkveehouderij en de melkprijs bij uitstek op lange termijn moeten beoordeeld worden. “Bovendien is melkprijs één element, maar de strategie en bedrijfseconomische troeven zijn ook elementen die moeten meegenomen worden in het beoordelen van een melkverwerker.”
Een opvallend gelijklopend geluid viel er te horen bij Milcobel. Woordvoerder Eddy Leloup vond correcte cijfers die up to date bijgehouden worden een basisvoorwaarde voor een goede vergelijking. “Minstens één keer per jaar zijn er melkerijen die wijzigingen doorvoeren in hun berekening, dat vergt blijvende aandacht van de ontwerpers.”
Van de prijsvergelijking zelf is Milcobel niet bang. “Zuivel is een internationale markt. Als we onze prijscompetitiviteit willen vergelijken, dan doen we dat met internationale spelers.” De heer Leloup wees er op dat Milcobel het in die internationale LTO melkprijsvergelijking heel goed doet, zeker als men het voortschrijdende gemiddelde van de laatste 12 maanden bekijkt.
Eddy Leloup is er zich van bewust dat andere melkerijen hun prijs aanpassen aan Milcobel. “Prijszetter zijn is ons lot en onze verantwoordelijkheid.